C. 9

2.1K 100 8
                                    

Het zou 25 minuten duren, dus 20 minuten na het bellen met Nathan ging ik naar beneden. Ik ging op de trap zitten en om de tijd te sneller te laten gaan keek ik naar mijn handen en vingers.
Goede tijdbesteding.

"Addison?"

Ik schrok en keek op. "Oh, hey,"

Het was Nathan. Duh.

Hij was normaal gekleed, in een spijkerbroek met sneakers en een jas; zijn trui kon ik niet zien. Hij droeg een muts (muts, beanie, whatever), en ik besefte dat ik hem heel veel miste ook al was dit pas de 2e keer na vijf jaar dat ik hem zag.
De gevoelens die ik nog voor hem voelde waren absurd. Het was raar. Het was niet logisch. Het was gewoon niet slim.

Ik ging staan en Nathan keek toe. Hij zweeg en zijn mond stond een stukje open.

Wacht. Was hij me aan het bekijken?

Hij knipperde zijn ogen en keek me toen aan. "Sorry, kerstoutfit?"

Ik knikte.

"Je ziet er mooi uit." Zei hij.

Ik begon te blozen. "Oh, dankje."

"Wacht, is dat raar om te zeggen? Ik bedoel-"
Ik glimlachte en schudde mijn hoofd. "Nee, ik-, ehm, het is oké. Maak je geen zorgen."

Hij sloot zijn mond en knikte.

Ik wilde zijn lippen aanraken.
Zijn lippen zoenen.
Met mijn hand door zijn haar gaan.

"Zullen we dan maar naar mijn auto gaan zodat ik je kan brengen?"

"Graag."

We liepen naar buiten, koud, glijd alsjeblieft niet uit, en ik stapte in zijn auto in.

Heet.

"Hoe heet heb je de verwarming wel niet gezet in deze auto?!" Ik ritste mijn jas open.

Nathan draaide zijn hoofd naar me toe en grijnsde. "Ik hou van warm."

"Dit is heet."

"Ik ben eraan gewend, wil je dat ik een raam open zet? Ik bedoel, niks mis mee als het -5 graden in de auto is."

Ik rolde mijn ogen. "Nah, heet is goed."

Nathan grinnikte zacht en begon te rijden.

Waarom voelde het alsof ik hem nog elke dag zag? Alles voelde zo vertrouwd; normaal moest ik altijd wennen aan personen en kon ik dan pas mezelf zijn, maar nu had ik dat totaal niet. Ja, ik kende Nathan al, maar na 5 jaar moet je wennen aan mensen, toch?
Het was alsof niks veranderd was behalve onze leeftijd.

"Dus met wie vier je kerst?" Nathan tikte zijn vingers ritmisch op het stuur.

"Mijn moeder en een paar kennissen." Antwoordde ik.

Mijn leven leek saai als ik het vergeleek met dat van Nathan.
Er gebeurde nooit iets bijzonders of leuks of speciaals, ik had geen leuke familie, geen succesvol werk (alhoewel ik wat ik deed erg leuk vond), ik had weinig van wat Nathan wel had.

"En jij?"

"Ik?" Nathan haalde zijn ogen even van de weg om me aan te kijken en richtte ze weer op de weg toen hij begon te praten.

"Er komt familie om half 4."

"Zou je je dan niet moeten voorbereide?"

"Op wat?"

Ik haalde mijn schouders op. "Aankleden, eten maken..,"

"Als ik zou koken, weet ik niet of iedereen levend thuis komt."

Ik grinnikte.

"En over aankleden doe ik geen..," stilte , "twee uur."

"Oké, oké,"

"Wacht, probeer je jezelf een schuldgevoel aan te praten door te vragen of ik niet betere dingen te doen heb?"

Uhhhhhhhhhh

"Weet je, ik voel me vereerd om je persoonlijke chauffeur te zijn, dus denk maar niet dat het gaat lukken."

Ik glimlachte.

Het was even stil.

"Dus hoe gaat het met je ouders?" Vroeg ik. Ik had ze lang niet gezien, eigenlijk miste ik ze best wel een beetje.

"Hmm, ze worden oud. Verder gaat het goed met ze."

Ik grinnikte zacht.

"En Amelia? Hoe oud is ze-?"
"Bijna 10, denk ik."

"Woah,"

"Ja, ik denk niet dat je haar zal herkennen."

Ik glimlachte.

"Hey," zei Nathan om mijn aandacht te krijgen.
Ik keek naar hem.

"Als je kerst in de soep loopt, of als er iets is of zo, kun je altijd langskomen, oké?"

Ik glimlachte. "Thanks."

"Als je tenminste nog wel weet waar ik woon." Ik hoorde de sarcastische ondertoon in zijn stem.
"Bij dat stukje, moet je rechts toch? Of links?"
Links.

Nathan lachte. "Ha ha, grappig."

Oh.
Waren we nu al bij de supermarkt?

"We zijn er." Zei Nathan.

"Ja, ik-, hoe kan ik je bedanken?"

Zoen. Zoen. Zoen.

Nathan haalde zijn schouders op. "Dat hoeft niet."

"Nou, denk maar eens goed na dan, je staat bij me in het krijt."

"Oh echt?" Hij grijnsde.

"Uhu," zei ik glimlachend.

"Ik zal eens gaan denken." Zei hij.

"Oké,"

Ik opende de deur van de auto.

Ik wilde hem bijna een afscheidskus geven.
Thank god dat ik besefte dat ik dat niet moest doen voor ik naar hem toeleunde.

"Nou, bedankt, en, spreek ik je nog?"

"Vast wel."

"Wanneer ga je weg? Ik bedoel-, terug, ik bedoel, naar Californië?"

"2 januari,"

"Oké,"
Nu wist ik hoelang ik had om me aan hem vast te klampen.

Omg, wat een ramp ben ik toch.

"Doei," ik stapte uit en ritste mijn jas dicht. Het was koud.

"Veel plezier met.., kerst." Hij trok een raar gezicht, zo van; wat the fuck zei ik net?

Ik glimlachte. "Jij ook." Toen deed ik de deur dicht, zwaaide, en strompelde naar mijn auto. (Hakken + sneeuw = not a good idea)

Mijn auto was ijskoud en ik zette de verwarming aan zodra ik instapte.

Ik keek hoe Nathan's auto verdween in de witte lucht en ging toen zelf op weg om kerst te vieren.

Vote, Comment & Follow.

Alive (DUTCH)Where stories live. Discover now