C. 14

2K 102 0
                                    

Ik werd de volgende dag, of eigenlijk dezelfde dag, wakker om half 3 s'middags.
Oeps.

Ik trok een joggingbroek en shirt aan en liep mijn kamer uit.

"Goedemíddag!" Zei Rachel.

"Kop dicht, ochtendhumeur." Mompelde ik terwijl ik de koelkast opende.

"Míddaghumeur, lieverd."

Ik rolde mijn ogen en pakte yoghurt uit de koelkast.
Ik at het door steeds wat op mijn lepel te schenken. Rachel zei niks, anders had ik het pak waarschijnlijk naar haar hoofd gegooid.

Toen het pak leeg was gooide ik het weg en ik was moe en wilde terug mijn bed in.

Nou, ik zal je mijn interessante dag vertellen.
Ik ging zitten, keek Netflix met Rachel, bestelde pizza met Rachel, ging naar bed en zette mijn wekker om 7 uur zodat ik me kon klaarmaken om niet op een zombie te lijken voor Nathan morgen.

Toen ik wakker werd kreunde ik geïrriteerd toen mijn wekker af ging.

Snooze.

Toen ging hij weer af.

Snooze.

Nog een keer.

Snooze.

Nog een keer.

Snooze.

En toen, toen werd ik nog gebeld ook.

Ik kreunde nog eens geïrriteerd, om mijn mobiel te laten horen dat ik nog moe was, en keek naar wie me op zo'n vroeg tijdstip belde.

Het was werk.

Ik zuchtte diep voordat ik opnam.

"Met Addison," ik schraapte mijn keel toen ik merkte hoe het klonk.

Blijkbaar was er iets gebeurd en moest ik langskomen.
Altijd leuk, werken op een dag wanneer je eigenlijk vrij bent.

"Oké, ik kom eraan." Zuchtend hing ik op.
Het was kwart over 8.

Ik kleedde me om, poetste mijn tanden en at snel iets.
Toen pakte ik mijn tas, autosleutels, keek even in Rachel's kamer (ze sliep nog), en opende de voordeur.

Ik liep tegen Nathan aan.

Shit.
Hoe kon ik nou vergeten dat hij me om half 9 zou komen ophalen?!

Ik strompelde naar achter en kneep mijn ogen even dicht.

"Shit, sorry, ik kan niet met je mee." Ik opende mijn ogen om zijn reactie te peilen.

"Hoezo niet?"

"Werk. Er is iets gebeurd, ik moet komen."

"Oh," hij leek teleurgesteld te zijn.

"Sorry," ik keek naar de grond om zijn gezicht niet te hoeven zien.

"Hoelaat ben je terug?" Vroeg hij. Zijn stem gaf me kriebels in mijn buik.

"Weet ik niet," ik keek weer naar hem.

"Wil je dat ik je breng?"

"Nee hoor, ik red me wel."

"Oké," hij nam een stap achteruit.

"Je staat nog bij me in het krijt," zei Nathan.

Ik knikte. "We kunnen morgen wel gaan."

Ik stapte het appartement uit en deed de deur op slot.

"Morgen kan ik niet."

"Oh,"

"Zaterdag?"

"Werk."

"Je werkt in het weekend?"

Ondertussen liepen we naar de liften. Ik drukte op het liftknopje.

"Ja, normaal gesproken heb ik niet veel bijzonders in het weekend te doen, en het betaald meer dan doordeweeks."

"Oh,"

"Kom je mee de lift in?" Vroeg ik toen de deuren openden.

Nathan keek van de lift naar mij, naar de lift, perste zijn lippen op elkaar en zei "oké."

Ik glimlachte en stapte de lift in.

"Niet gaan springen." Zei Nathan.

Ik grinnikte. "Oké,"

"Dus zondag moet je ook werken?"

"Jup,"

"Maandag?" Vroeg ik.

"Nope, dan kan ik niet."

Ik zuchtte.

"Dinsdag ga ik naar huis."

"Oh," teleurstelling.

De lift opende en we liepen naar buiten. Ik dacht dat het al wel wat warmer zou zijn, maar het was net zo koud als twee dagen geleden.

"Misschien kan ik een keer langskomen." Zei ik. "Ik bedoel, waar je woont."
Dat is zó'n slecht idee. Als je dat doet, krijg je hem nooit meer uit je hoofd.

"Serieus?" Vroeg hij, een glimlach verschijnend op zijn gezicht.
Nu kon ik echt geen nee meer zeggen.

Nathan liep mee naar mijn auto.

"Ja, als ik tijd heb, tenminste." Zei ik.

"Oké, goed, ja, oké, tof."

Ik grinnikte.
"Stuur je adres maar, ik laat wel horen wanneer ik langs kan komen."

"Tuurlijk."

Ik keek naar hem en glimlachte. Ik wilde zijn hand vasthouden.

Ik pakte mijn sleutels en opende mijn auto.

"Nou, dan-ehm, zie ik je..," zei Nathan.
Opende hij mijn deur nou voor me?
Volgensmij wel.

Ik stapte in, Nathan deed de deur weer dicht en ik deed het raampje open.
Ik denk dat ik aan het blozen was.

"Zo snel mogelijk." Maakte ik zijn zin af.

Hij knikte. "Zo snel mogelijk."

Hij nam een stap naar achter en stopte zijn handen in zijn zakken.

Ik deed mijn raampje weer dicht, zwaaide kort naar Nathan en reed toen weg. Ik keek in de achteruitkijkspiegel tot hij weg was en slaakte een zucht.

"Addison, Addison, Addison," mompelde ik tegen mezelf.

"Misschien kan ik een keer langskomen. Serieus? Moest je dat zeggen? Hoe wil je verder gaan met je leven als je hem steeds komt opzoeken?" Zei ik weer tegen mezelf.

Wilde ik verder gaan met hem in mijn leven? Of niet?
Ik denk van wel.

Maar wilde hij dat ook?

Vote, Comment & Follow.

Alive (DUTCH)Donde viven las historias. Descúbrelo ahora