Ik zie alles

thuis

Ik zat weer op de bij rijders stoel. Vincent reed me naar huis. We hadden net het plan besproken hoe ik het allemaal moest gaan doen. Ik realiseer nog niet dat dit waarschijnlijk de laatste keer is dat ik mijn ouders zie. Misschien is dat maar goed want anders zou ik midden in het plan stoppen. Ik zie dat we mijn straat in rijden. Vincent zet de auto stil voor mijn huis en kijkt mij nog een keer aan. "het komt goed, dit is de enige manier om ze nog een paar jaar te laten leven" ik wist dat dit alleen maar verzachtende woorden waren die hij zich zelf had toegefluisterd toen hij zijn huis verliet.

Ik loop naar binnen zonder mijn moeder aan te kijken. Ik voel haar blik branden in mijn rug maar ik kan niks tegen haar zeggen. Volgens mij heeft mijn moeder al in de gaten wat er gaat gebeuren want ik zie haar kijken naar de auto.

Ik loop naar boven rechtstreeks naar mijn kamer. Ik weet dat mijn vader nog niet thuis is van zijn werk dus hem kom ik niet tegen. Ik open mijn kast en kijk wat ik hoog nodig heb. Ook pak ik mijn grote weekend tas die ik altijd mee neem als ik naar vriendinnen ga. Ik pak al mijn ondergoed en sokken. Daarna wat dikke truien en wat t-shirtjes. Ook pak ik een paar broeken. Dit zal wel goed zijn voor de komende dagen, later koop ik wel nieuwe dingen.

Ik pak mijn voorraad notitie boekjes en mijn etui. Daarna loop ik naar de badkamer. Daar pak ik mijn favoriete spulletjes en ik loop weer naar mijn slaapkamer. Daar zie ik mijn moeder staan. Ik zie haar iets in mijn tas stoppen. Daarna draait ze zich naar mij om. Ik zie haar kijken maar ze zegt niks. Ze loopt langs mij de kamer uit en gaat naar de zolder.

Ik loop naar mijn tas maar dan gaat mijn mobiel. "Kom nu naar beneden we hebben niet veel tijd meer." Het is Vincent die best wel paniekerig klinkt. Ik pak mijn tas en ren naar beneden. eenmaal beneden zie ik dat mijn vader ook al thuis is gekomen. Wat op zich heel raar is want hij hoort nog op zijn werk te zijn. Hij keek naar mij toen naar mijn tas en bromde iets wat ik niet kon verstaan. Ik liep naar de deur en sloot hem voor de neus van mijn vader. Ik ren naar de auto. Als ik in de auto zit rijd Vincent met gierende banden weg. Ik wil net vragen wat er aan de hand is als ik in de buitenspiegel een zwart gestalte zie staan. Naast hem zit mijn vader gehurkt en ik zie mijn moeder schreeuwen. Net als ik wil zeggen dat vincent moet stoppen om mijn ouders te redden. Zie ik dat de zwarte gestalte een pistool in zijn hand heeft. Voor ik het weet zie ik mijn ouders in elkaar zakken. Het gebeurd allemaal zo snel dat ik niet meer weet wat ik moet doen en het enige wat ik kan is voor mij uitstaren met tranen in mijn ogen.