Hoofdstuk 13

644 53 3
                                    

Melody de Larera

Ik doe mijn helm op en start mijn scooter. De tranen die in mijn ogen op zijn komen zetten knipper ik weg. Alsof ik daar nu wat aan heb. Met een hoge snelheid rij ik naar mijn flat. Ik zet de scooter op de standaard. Ik vraag Levi straks wel om hem in de schuur te zetten. Ik draai mijn sleutel in het slot en druk op de knop om de deur te openen. De deur schuift open en ik loop meteen door naar de lift. De lift is al beneden dus de deuren openen zich meteen. Ik druk op het knopje van de vijfde verdieping en kijk in de spiegel. Mijn eyeliner zit op mijn wang en de mascara heeft diepe zwarte strepen van mijn gezicht naar mijn nek achtergelaten. Ik probeer het weg te vegen maar veel tijd heb ik niet want al snel opent de lift zich en hoef ik nog maar vijftien meter naar mijn apartementje af te leggen. Ik steek de sleutel in het slot en draai hem drie keer om. Als de deur eenmaal achter me in het slot is gevallen laat ik me tegen de deur naar de grond glijden en sla mijn handen voor mijn gezicht. Zo blijf ik vijf minuutjes zitten tot mijn mobiel gaat. Moeizaam pak ik hem uit mijn zak terwijl ik opsta en naar de keuken loop. Haastig neem ik op.
'Melody.' Zeg ik zachtjes.
'Ik ben nu klaar dus ik kom er aan.' Hoor ik een lieve stem zeggen.
'Nee, hoeft niet.' Zeg ik afkeurend.
'Maar ik wil weten hoe het bij Nikki is gegaan.'
'Perfect.' Zeg ik terwijl ik de brok in mijn keel weg slik.
'Ja dag Mel. Ik ben er zo.' En de verbinding wordt verbroken.
'Godver!' Roep ik boos. Ik pak een glas en schenk hem vol met wodka. Ik doe er een klein laagje cola in en gooi het naar achter. Ik vul het glas voor de tweede keer en neem hem dit keer mee naar de badkamer. Ik haal met een doekje mijn make up onder mijn ogen weg en breng mijn lippenstift nog een keertje aan. Ik neem een slok uit het glas en haal dan een borstel door mijn haar heen tot ik de oorverdovende bel hoor.
Ik loop naar de telefoon in de hal en neem hem op.
'Ja?'
'Ik ben er.' Zegt een beteuterde stem. Ik druk het knopje van de deur in en laat mijn eigen voordeur op een kier staan. Ik loop terug naar de badkamer en neem het glas weer mee de woonkamer in. Ik neem een slok en zet het glas neer.
'Mel?'
'Ja loop maar door.' Zeg ik boos.
Levi komt binnengelopen en kijkt me afkeurend aan. Hij gooit zijn jas op de bank en komt dan naar me toe gelopen. Hij trekt me stevig tegen zich aan.
'Het is oké.' Zegt hij zachtjes.
Weer wellen er tranen op in mijn ogen. Maar ik geef ze nog steeds niet de macht om te laten zien hoe ik me voel dus ik veeg ze stug weg. Ik trek me los van Levi en laat me vallen op de bank. Hij komt naast me zitten en kijkt me heel lang aan. Ik buig voorover en drink het glas leeg.
'Wodka? Mel het is dinsdag.' Ik haal mijn schouders op.
'Wat is er?' Vraagt hij zachtjes.
'Niets.' Zeg ik terwijl ik met mijn glas naar de keuken loop.
Ik vul het glas weer en loop terug.
'Melody hou op!' Ik ga voor hem staan en drink het glas leeg. Met een klap zet ik hem weer neer.
'Het zou zo veel makkelijker voor beide zijn als je het gewoon verteld en dan blijkt dat je hier een goede reden voor hebt!'
'Pardon? Ach rot toch op! Jullie willen allemaal maar één ding en dat is een toekomst opbouwen en kijken wat het best bij jullie imago past. Maar weet je wat het is Levi? Er is niet voor iedereen een toekomst!'
Ik schrik van mijn eigen reactie maar heb er geen spijt van.
'Dat is er dus gebeurd.' Zegt hij.
Ik zucht, knik en laat me tegen hem aan vallen.
'Ik heb nu dus ruzie met beide en ik ben er helemaal klaar mee. Ik heb nu genoeg moeite gedaan. Ik ben naar ze toe geweest en heb geprobeerd het uit te leggen.'
'Heb je ze laten uit praten?' Vraagt hij bijdehand.
'Uit praten? Je bedoeld, heb ik ze me verder laten kleineren? Nee Levi. Dat heb ik niet gedaan.'
Het is even stil.
'Ik ga maar. App maar als je me nodig hebt.' Ik knik en geef Levi een kus.
'Slaaplekker voor straks.' Fluistert hij terwijl hij me een knuffel geeft.
Ik lach en maak me los.
'Doei.' Zeg ik zachtjes.
Als Levi weg is loop ik naar de slaapkamer en laat me op bed vallen. Ik geef me over aan alle emoties die door mijn hoofd, hart en lichaam lopen. Het verdriet en de boosheid, de onmacht en teleurstelling. Ik draai mijn hoofd in mijn kussen en laat dan eindelijk die lang genegeerde traan naar buiten.

-De

DoodzondeWhere stories live. Discover now