Hoofdstuk 44

470 34 1
                                    

Nikki Marshall

Huilend val ik neer op de grond. Ik leg mijn voorhoofd tegen de koude vloer aan en jammer voor de zoveelste keer: 'Au.'
Met veel geluid hoor ik een deur open gaan en ik graai naar mijn broek op de grond. Ik veeg de tranen van mijn wangen en houdt de broek voor mijn naakte lichaam. Timo en een blonde jongen komen binnen en staan meteen stil. Timo haalt zijn hand door zijn haar terwijl hij me van top tot teen bekijkt. Ik voel de pijn, overal. Ik haal mijn neus op en kijk Timo woedend aan.
'Ga je het me nu vertellen?' Zegt hij terwijl hij zijn armen over elkaar vouwt.
Ik haal mijn neus opnieuw op en en schud hevig mijn hoofd. Ik heb de vraag al een paar keer naar mijn hoofd geslingerd gekregen sinds Timo me met veel geweld van de straat heeft af geplukt. Iedere keer zeg ik weer nee en iedere keer staat daar wat tegen over.
'Luister Marshall,' Zegt Timo terwijl door zijn knieën gaat. 'Pijn doen heeft geen zin, duidelijk. Maar ik kan ook je lieve Angie gaan halen.'
Ik kijk hem met een ruk aan in zijn ogen. Hij grijnst voldaan en komt overeind. Hij wenkt naar de blonde jongen met wie hij binnenkwam en die verdwijnt de kamer uit. Het is een verlaten gebouw. De ramen zijn dicht gespijkerd met planken. Door de kieren komt het zonlicht, dat de stofdeeltjes in de lucht verlicht. De jongen die met net geslagen, geschopt en ergere dingen heeft aangedaan, loopt naar de andere kant van de kamer en leunt tegen de muur. De vloer is van beton en aan de muur hangen oude posters. Ik haal mijn neus op en veeg de tranen van mijn wangen. Ik sta wankelend op, voel me licht in mijn hoofd en alles lijkt te draaien. Langzaam en kreunend trek ik mijn broek aan, terwijl de stof langs de schrale plekken op mijn huid schuurt. Ik buk om mijn shirt te pakken en een steek van mijn schiet door mijn rug. De vlakke hand van de jongen voel ik nog tussen mijn schouderbladen en op mijn wang, maar de pijn in mijn onderlichaam is tien keer zo erg. Timo kijkt naar me terwijl ik mijn shirt moeizaam over mijn hoofd trek. Zijn haar zit netjes naar achter gekamd en hij draagt weer een witte blouse. Hij ziet er zo onschuldig uit. Ik voel angst, zoveel angst. De blonde jongen komt terug met mijn tas. Zijn postuur is mager. Hij staat ingebogen en kwetsbaar terwijl hij mijn tas tegen zijn borst aanklemt. Timo grist mijn tas uit zijn armen en trekt mijn laptop eruit. Hij klapt hem open en legt hem op een kist neer. Terwijl de jongen die tegen de muur geleund stond naar voren stapt, kijk ik Timo woedend aan.
'Laat me zien waar alle informatie staat.'
Ik sta stil, kijk hem recht in zijn ogen aan en adem hevig in en uit. Ik krijg een duw in mijn rug van de jongen en ik draai me geïrriteerd om. De jongen is groot en heeft brede schouders. Ik ben banger voor hem dan voor Timo. Een steek van pijn schiet weer door mijn lichaam. Ik strompel achteruit, met mijn ogen op de grote jongen, naar mijn laptop. Ik kniel voor mijn laptop neer en log in op mijn account. Ik kijk van onder mijn wimpers naar Timo.
'De informatie staat niet op mijn laptop.' Zeg ik.
Timo kijkt me scherp aan en grijnst.
'Dat heb je al gezegd. Denk je werkelijk dat ik zo dom ben?'
Terwijl ik naar Timo kijk, beweeg ik het pijltje naar mijn hack progamma, waar alle informatie staat. Timo zet een stap naar voren en haalt zijn hand door zijn haar.
Rechtermuisknop.
De blonde jongen legt mijn tas netjes neer naast de deur.
Versturen via mail met gebruik van 4G. Zoeken op L.
Timo gaat door zijn knieën.
Larera. Klik.
Timo legt zijn hand op de kist.
Linkermuisknop. Verstuurd.
Zijn andere hand legt hij op het scherm en...
Verwijder.
Hij trekt de laptop met een ruk naar zich toe. Vanuit mijn ooghoek kijk ik naar mijn scherm.
Verwijderen gelukt. En dat allemaal in een paar seconde.
'Wat heb je verwijderd?' Vraagt Timo licht in paniek.
Hij beweegt de muis naar de prullenmand en ik grijns. Leeg.
'Ik hack progamma's voor de lol. Denk je dat ik dan alle verwijderde gegevens opsla?'
Timo hijgt en kijkt me aan. Over zijn ogen valt een donkere schaduw en hij staat schreeuwend op met mijn laptop. Hij smijt mijn laptop naar de andere kant van de ruimte en iets in mijn breekt. Met luid kabaal, valt mijn laptop aan diggelen. Ik kijk er niet naar, laat niet zien dat het me wat doet. Al mijn werk, al mijn gegevens... Ik schud de gedachtes van me af.
'Ik ben nog niet klaar Nikki.'
'De informatie is weg. Alles. Van jou, van Daan, van Megan, van jou 'bedrijf'. Het is weg.' Sis ik.
Timo schudt zijn hoofd en vlecht zijn vingers in zijn haar. Daar gaat je nette, onschuldige uiterlijk.
'Zo makkelijk gooi je het niet weg. Al die maanden gewerkt en binnen twee seconde weg. Onmogelijk.'
Hij zakt weer door zijn knieën en houdt zijn gezicht dicht bij de mijne.
'Of jij zegt het me, of ik ram het uit die vriendinnetjes van je.'
Ik klem mijn kaken op elkaar en maak mijn ogen tot spleetjes. Melody en Angie weten niet wat ze er mee moeten. Mijn huis genoten misschien, maar zij niet.
'Het is weg Timo. Bovendien, denk je dat die twee in mijn computersysteem kunnen komen?'
Timo houdt zijn hoofd scheef en bijt hard op zijn wang. Onaantrekkelijk...
'Dan heb ik dus niets meer aan je.'
Hij staat op en ik kijk niet begrijpend om me heen. Wat... Zo makkelijk?
'Carlos.' Commandeert Timo de grote jongen.
Carlos komt weer van de muur en loopt mijn richting uit. De blonde jongen en Timo verlaten de ruimte met een luide klap. Ik kruip achteruit over de vieze, stoffige vloer. Terwijl Carlos langzaam op me af stapt. Zijn rechterhand gaat naar zijn achterzak en mijn hart slaat een slag over als ik zie wat hij eruit haalt. Mijn rug raakt de muur en ik schud angstig mijn hoofd. Het mes in Carlos zijn hand, weerkaatst het licht dat de kamer in glipt naar mijn ogen.
'Nee.' Fluister ik zacht.
Zijn laatste passen zijn sneller en hij grijpt mijn pols.
'Nee! Nee! Alsjeblieft!' Gil ik harder.
Ik probeer met alle kracht mijn hand terug te trekken, maar hij is sterker. Hij zet de punt van zijn mes in de huid bij mijn pols en ik hap piepend naar adem. Terwijl ik me nog los probeer te trekken, met mijn knieën tegen zijn schenen beuken, voel ik de punt van het mes langs mijn arm omhoog lopen tot de holte van mijn elleboog en ik schreeuw, zo hard als ik kan, harder dan ik ooit heb geschreeuwd. Bloed druipt langs mijn arm omlaag, valt naar beneden en kletst op de grond. Ik huil, meer van angst dan van pijn, en probeer me los te trekken uit zijn greep. Carlos grijpt mijn pols nog steviger vast en zet zijn mes opnieuw op mijn arm. Als hij zijn mes scherp langs mijn huid beweegt, door de ander streep, ontstaat er een kruis op mijn arm, waar meer en meer bloed uit komt. Ik gil, durf niet te kijken en adem gehaast. Carlos grijpt mijn andere arm en ik geef hem mijn zoveelste knietje. Ze voelen beurs en blauw, maar niets doet meer pijn dan de pijn in mijn arm. Carlos zet dezelfde twee sneeën in mijn arm, terwijl ik de longen uit mijn lijf schreeuw.
'Alsjeblieft!' Schreeuw ik nog eens hard.
Halverwege mijn schreeuw stik ik in mijn eigen tranen. Hyperventilerend val ik op de grond als Carlos me los laat, terwijl ik vol angst naar mijn armen en polsen kijk. Bloed glipt uit de wonden en glijden langs mijn armen naar de grond. Druppel voor druppel word de vieze stoffige grond rood. Het lijkt langzaam te gaan en maar door de geur van bloed en het vele verlies, word ik al snel duizelig. Ik zie te laat dat Carlos de kamer verlaat en ik laat me vallen op de grond. De tranen glijden van mijn ooghoeken mijn slapen in en verdwijnen in mijn haar. Een deel van mij heeft de hoop al opgegeven. Het is klaar. Jij hebt Daan vermoord. Jij bent de moordenaar van Daan Adams. En nu lig je hier. In een verlaten gebouw, waar niemand je hoort, dood te gaan door bloed verlies. Pure karma. Maar een ander deel van mij zorgt ervoor dat ik nu opsta en de pijn vergeet, het bloed vergeet, het gevolg vergeet. Langzaam strompel ik naar de kist, waar voorheen mijn laptop lag, maar mijn telefoon nog niet. Terwijl ik mijn mobiel met koude en trillende vingers open, besef ik me waarom Timo mijn mobiel hier heeft laten liggen. Hoogstwaarschijnlijk om het signaal op te pikken van de persoon naar wie ik bel zodat ze weten waar die zich bevind. En ongetwijfeld weten ze ook wie ik zou bellen. Terwijl mijn broek vies word van het druppelende bloed en ik de steken negeer, open ik internet. Mijn overige MB's zal ik toch wel niet meer nodig hebben. De tranen beginnen harder te stromen en ik onderdruk de gedachte van dood gaan. Niet nu Nikki. Terwijl ik via internet het progamma open om zonder signaal te bellen, maar via wifi, toets ik voorzichtig Melody's nummer in. Na drie pieptonen hoor ik haar voicemail.
'Spreek maar iets in na de piep ofzo.'
Piep.
'Mel, ik wil dat je luistert.' Zeg ik zacht. 'Timo heeft me en... Open in geen geval je mail. Ik wil niet dat je weet wat erin staat. Ik wil niet dat je weet wat het is. Open hem niet, verwijder de app van je mobiel en maak een andere email aan. Eentje die geloofwaardig is. Meld je aan voor Facebook en al die zooi die mailtjes sturen en laat er zo veel mogelijk staan.'
Ik hap naar adem en voel hoe ik lichter in mijn hoofd word.
'Het gaat goed met me Mel. Maak je geen zorgen.'
Ik bijt op mijn lip en hang op.

'Angie, ik wil dat je weet dat ik alles voor jullie heb gedaan wat ik kon, maar ik had nog zoveel meer kunnen en willen doen. Het spijt me dat ik jullie met zoveel vragen achter laat. Onthoud een ding liefje, ik wil niet dat je mijn moordenaar vermoord. Ik wil dat je leven oppakt en je lieve zelf wordt. Angie, klik op mijn locatie als je deze voicemail hoort en deel hem met de politie. Ga niet zelf zoeken! Ik wil niet dat je me vind, hoor je me An...' Ik hap naar adem en sluit mijn ogen. 'Ik wil niet dat je me vind Angie. Vertel niets aan Melody. Laat de politie dat doen als ze me vinden. Ik hou van je meisje. Heel veel. Van jullie allebei.'

De pijn neemt af, mijn kracht neemt af en ik hang op. De pieptoon klinkt en ik laat versuft mijn hand zakken. Mijn maag draait om van de bloedgeur, maar als ik kokhals komt er niets uit. Versuft val ik neer en sluit ik mijn ogen.
'Ik wil niet dat je mijn moordenaar vermoord. Ik wil niet zo zijn als Megan.'

- Na

DoodzondeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu