Hoofdstuk 5

1.5K 113 18
                                    

Liv

Ik schrik als ik Keith, Fem en Ayden weg zie lopen van Damian, Jill en Caleb... Mijn kant uit. Alsof ze weten waar ik zit, standvast, vastberaden. Zo lopen ze mijn kant uit. Ik slik en struikel achterover. Ze mogen me niet zien. Ze mogen me niet zien. Ik draai me met een ruk om en maak me klein. Terwijl ik me een weg door de dicht beboste grond heen baan, hoor ik de stemmen dichterbij komen. Pas als ik zeker weet dat ik me buiten hun route heb gevestigd, haal ik adem en kijk ik toe tussen de bladeren van een dood bosje door. Fem strompelt achter Keith en Ayden aan. Ik zou naar haar toe willen rennen. Haar knuffelen tot we om vielen.
'Het gaat goed met me Femmie. Geen zorgen...' Fluister ik zacht, zo zacht dat mijn eigen stem niet eens hoor.
Ayden zijn schelle stem schettert daarentegen door het bos in een straal van 5 kilometer. Ik kan zo'n hekel hebben aan de jongen... Die grappen van hem... Zijn houding, dat achterdochtige gedoe.
'Je denkt dat je zoveel bent jongen... Wacht maar...' Zeg ik zacht.
Als de drie voorbij me zijn gelopen strompel ik voorzichtig richting het kamp.
Jill ligt om aandacht te bedelen op de grond, met armen om haar middel geslagen, knieën opgetrokken en haar blik starend naar de schemering in de lucht. Mijn maag draait om van misselijkheid en jaloezie als ik zie hoe Caleb naar haar toe loopt, neer zakt bij haar hoofd en met zijn handen aan haar haar begint te frunniken. Ik durf te wedden dat het vettig en vies is... En het pluist. Het pluist Caleb. Sinds wanneer is een meisje met perfect haar minder leuk dan een gothic chick met vies, vettig, pluis haar. Leg dat eens uit Caleb... Als Caleb Jill zoent, ik overgeef binnensmonds , Damian de basis voor het vuur klaar heeft, komt Keith terug met hout. Ik draai me om. Fem nergens te bekennen... Vast met die schreeuwlelijk eten zoeken...
'Hou je taai Fem...'

Mijn adem stokt als ik zo dichtbij Jill sta. Haar haar geplakt aan haar gezicht, haar ledematen liggen onrustig langs haar lichaam. Aan de bewegingen van haar oogleden te zien slaapt ze diep. Haar mond iets open en het kwijl wat langs haar lippen ligt droogt langzaam op. Caleb zijn hand op haar heup... Haar heup... Zijn hand.
Ik ga door mijn hurken en probeer tot rust te komen door diep in en uit te ademen.
'Jill.' Zeg ik zacht.
Te zacht natuurlijk... Het is een kwestie van inkomen... Je kan het Liv.
'Jill.' Mijn stem klinkt onzeker. Ik grijp mijn arm en druk mijn nagels in mijn vel.
'Jill!' Ik schrik van de onverwachte kracht in mijn stem.
Jill verkrampt, draait met haar hoofd een kwartslag en slaapt dan onrustig verder.
'Jill.' Zeg ik iets dichter bij haar oor.
Haar hand vliegt omhoog en ik moet de naderende klap ontwijken door achterover te vallen. Ik kruip overeind en loop achteruit zodat ik uit het licht van de maan verdwijn. Nog één keer. Nu, anders slaapt ze. Nu Liv. Nu!
'Jill! Jill!' Mijn stem slaat over en ik duik achter de boom.
Ik hoor gerommel van de plek. Laat het Jill zijn. Niemand anders... Het moet Jill zijn.
'Liv!'
Mijn lippen krullen tot een grijns. Ik voel achter mijn riem en druk mijn vingers tegen het zakje bloed dat daar rust. Goed zo Jill. Geef om me. Kom me zoeken.
'Liv?!'
Sta verdomme gewoon op en kom me zoeken. Wat denk je nou? Ik schrik op als in een andere beweging hoor achter me. Een kreun, een diepe kreun. Een zware stem. Godver...
'Jill?'
Nee. Nee. Caleb ga slapen.
'Ik zweer dat ik Liv net mijn naam hoorde roepen.'
Geloof geen woord van wat ze zegt, ze is gek. Ga slapen Caleb!
'Wil je beweren dat ik gek ben?!'
Ik rol met mijn ogen. Die drama queen altijd. Een korte ruzie, waar ik intens van geniet volgt. Waarin Jill een heel betoog verwoord over wat ze allemaal heeft meegemaakt deze dropping, dat Caleb niet het recht heeft haar gek te noemen. En dan ineens zijn ze weg, word ik gewekt uit mijn gedachtes en kijk ik angstig om me heen. Als ik voetstappen weg hoor lopen, kom ik van de boom en trek ik een korte sprint. Ik luister, hoor ze praten. Tenminste, hoor Jill praten. Als ik de twee aantref, geeft Caleb kusjes in Jills nek... Ik bal mijn vuisten, mij ademhaling stijgt...
Kusjes op haar wang...
Ik bijt op mijn lip, voel de woede zelfs achter in mijn keel.
Op haar mond...
Ik wil gillen... Ik wil zo hard gillen.... Maar dan duwt ze hem. Wacht... Ze duwt hem? Zij duwt hem?! Is ze ineens te goed voor hem?! Wat?! Oh wacht maar Jill.
En dan gil ik. Zonder na te denken. Een gil uit mijn tenen. Caleb rent weg... Jill alleen... Helemaal alleen.
Wacht jij maar Jill...
Voetstappen naar haar, onbewust maar zo gewild. Ik kom je halen Jill... Rennen.

- Na

Het Einde Van De BloedwegWhere stories live. Discover now