Hoofdstuk 10

1.1K 77 10
                                    

Fem

Ik staar voor me uit het water in. Ik denk aan niets. Ik luister naar de geluiden, ik ben me niet bewust van wat ik uberhaupt hoor of zie. Jill hurkt naast me neer.
'Moet jij je niet even wassen Fem?'
In water..
'Ik ben ooit met Ayden en Liv gaan zwemmen. Caleb was er ook bij.' Vertel ik.
'Kom Fem.'
Ze trekt me over eind en trekt mijn shirt over mijn hoofd. Ze laat mijn broek van mijn heupen glijden. Ze pakt mijn hand vast en zet me in het water neer.
En klaar. Meteen val ik weer in het lege gat dat zich in mijn hoofd bevind. Een , naar mijn beleving, korte tijd loopt ze terug naar mij en vraagt me of ik eruit wilt. Mijn tanden klappen op elkaar terwijl ik hevig ja knik.
'Heb je het koud?' Vraagt Jill.
Ik knik.
'Kom, we gaan ons klaar maken om nog een dagje te lopen.'
Ze geeft mee een bemoedigende kneep in mijn schouder een legt een setje kleding voor me neer.
Ik heb even geen idee wat ik er mee moet. Caleb is naar Jill gelopen. Ze knikt en begint met mij aankleden.
'Jullie zijn lief bij elkaar.' Zeg ik met volle ogen.
'Dankjewel.' Lacht ze.
Ik kijk Jill aan. Ik kijk zo haar vermoeide ziel in.
'Jij verdiend Caleb zo veel meer dan Liv, Jill.'
Ze knikt en geeft me een knuffel.
'Meiden? Zullen we gaan?' Zegt Damian.
Ik pak mijn tas in.
Ik weet hoeveel pijn ik Liv doe met deze opmerking. Maar ik twijfel of zij enige idee heeft hoeveel pijn ze mij heeft gedaan.
'Ayden..' Fluister ik.
Ik slik de brok in mijn keel weg en sta op. Met knikkende knieën wrijf ik in mijn gezicht. Ik schuif achter de groep aan. Ik kijk af en toe op, maar let vooral op mijn eigen voeten. We lopen lang en het valt me op dat ik het niet eens merk. Ik ben er niet bij. Het liefst roep ik Liv nu. Ik wil schreeuwen, naar Liv, naar Ayden en naar huis. Liv wat doe je met ons ..? Wat gaat er in je hoofd om? Moet iedereen uiteindelijk dood ?
Ik kijk voor me uit en zie de groep weer neerploffen. Begrijp me niet verkeerd, maar iedereen heeft het al opgegeven. Bewust of onbewust. We zijn op. We lopen niet lang, we lopen niet gericht en we lopen al helemaal niet met de instelling om thuis te komen. We lopen omdat we geen andere optie hebben. Omdat het normaal is dat we stukjes lopen.
Één voor één laat iedereen even weten hoeveel zin ze in het laatste stukje lopen hebben door even overdreven te zuchten.
'Kunnen jullie allemaal opletten voor eten voor vanavond. Bessen ofzo. Desnoods iets voor boven het vuur. Konijnen, vogels, eekhoorns.' Keith lijkt zichzelf tegen te spreken als hij de zin uitspreekt. Alsof hij er niet op zit te wachten.
Iedereen staat op en ik volg de handeling gehoorzaam op.
Weer lopen. En nu met de taak dieren te zoeken die er eetbaar uitzien. Mijn maag draait bij het idee dat ik een eekhoorn op eet, braad of kook.
'Meiden gaat het nog ?' Vraagt Damian.
'Gaat prima.' Zeg ik met moeite.
Caleb versnelt zijn pas en loop naar iets toe.
'Het lijkt een zwijn!' Zegt hij.
'Jongens! Het is een zwijn! We kunnen eten vanavond!'
De groep lijkt oprecht blij met een zwijn.
'Eindelijk.' Zegt Keith.
'Ik stel voor om hier ons kamp te maken zodat we het beest niet te ver hoeven te slepen.'
Ik trek mijn schouders op en trek mijn slaapzak uit mijn tas. Ik probeer hem languit te leggen zodat ik er even op kan liggen maar de slaapzak is het er niet helemaal mee eens.
'Zwijn lijkt me nou echt ranzig.' Zegt Damian ineens.
'Nee Damian het zal vast niet naar biefstuk smaken, maar natuurlijk kan je het wel op smaak brengen met een van de giftige paddenstoelen achter je.' Wijst Jill. 'Of bloed. Daar schijnen ze hier in het bos ook genoeg van te hebben. Zo kostbaar zal het wel niet zijn als je het een beetje overal loopt te stempelen.' Zegt Jill met een hoge maar harde stem.
'Doe is chill!' Zegt Damian.
'Doe is chill? Iedereen heeft honger en is er klaar mee. En jij gaat zeuren over eten? Man als je het niet wilt, eet je het toch gewoon niet.'
Jill draait zich weg en helpt me met mijn slaapzak. Ik bedank haar en ze duikt weer terug in haar slaapzak.
Ik doe hetzelfde. Ik ga diep mijn slaapzak in en leg mijn tas onder mijn hoofd. Een traan glijd uit mijn ooghoek mijn haar in. Ik wrijf hem weg en probeer mijn ogen dicht te doen. Ik wil geen eten. Ik wil geen zwijn. Ik wil geen bos en al helemaal geen Liv. Ik wil Ayden.. Ik wil school. Ik wil papa, mama en mijn broertje.. Ik wil met hem en zijn autootjes spelen. Ik snik en knijp mijn ogen stijf dicht in de hoop dat het snel morgen is.

-De

Het Einde Van De BloedwegWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu