Hoofdstuk 9

1.2K 84 37
                                    

Liv

'Komen we ooit nog terug?'
Ik hap naar adem als ik Fem haar breekbare stem hoor. Langzaam bijt ik steeds harder op mijn lip. Jij komt terug Fem... Jij kan naar huis. Jij wel... Ik span me aan als ik Ayden op zie staan.
'Ik denk dat ik nog maar even wat eten ga zoeken.'
Alleen... Alsjeblieft alleen.
Hij loopt weg, takjes kraken onder zijn schoenen. Ze breken, ik hoor ze allemaal breken. Als botten van een kwetsbaar dier. Ik krijg een rilling van de kou en wrijf zacht over mijn armen. Langzaam loop ik met Ayden mee, terwijl hij zoekt naar eten. Mijn vingers glijden naar mijn elastiekje en ik haal mijn haar eruit. Met mijn vieze handen breng ik mijn pluizige, steile haar over mijn schouders. Ik grijp de hals van mijn witte, vieze T-shirt en scheur de hals stuk. Bloed van het konijntje is bruin verkleurt, hard opgedroogd en laat schilfers achter als ik er langs krab met mijn nagels. Ayden stopt met lopen, ik loop door. Hij bukt bij een bosje, ik sta recht voor hem stil. Lieve Ayden... Helemaal alleen.
Ik open mijn mond en zeg zacht: 'Ayden.'
Zijn blik glijd langs mijn blote voeten, langs mijn gescheurde zwarte skinny, naar mijn vieze kapotte witte shirt en naar mijn huilende ogen.
Vind me zielig Ayden... Heb medelijden... Wees bang.
'Liv! Ik...'
Bibberend van geacteerde angst leg ik mijn vinger langs mijn lippen en kijk ik om me heen.
'Ze mogen niet weten dat ik hier ben...' Zeg ik zacht.
'Waarom niet?' Fluistert Ayden terwijl hij mijn pols pakt.
Ik negeer zijn vraag, trek mijn pols los en laat mijn armen versuft langs mijn lichaam hangen.
'Doe je shirt uit en een schoen.' Ayden fronst en ik zet dreigend een stap dichterbij. 'Het moet.'
'Waarom?'
Eigenwijze schreeuwlelijk.
'Alsjeblieft Ayden, ik ben zo bang.'
Ik span mijn lichaam aan om te trillen, sla mijn armen rond zijn middel en doe alsof ik huil.
Heb medelijden, vind me zielig, wees bang...
Ayden sust en wrijft verslagen met zijn handen over mijn bovenarmen. Ik laat hem los en kijk hoe hij zijn shirt uit doet, waarna zijn schoen volgt.
Ik loop naar de dichtstbijzijnde boom, vraag Ayden zijn schoen en shirt ervoor te leggen en haal een zakje bloed uit mijn zak.
'Wat...'
'Het moet.' Onderbreek ik hem zacht.
Vanachter mijn riem haal ik voorzichtig het mes tevoorschijn en kerf ik woorden in de boom.
'Jezus Liv... Wat gebeurt er?'
Ik negeer hem en concentreer me op het kerven van de zin, waarna ik mijn pink in het zakje bloed dip en over de woorden heen haal. De rest, gooi ik leeg over het struikje ernaast. Ik kijk Ayden aan, hij leest de zin en deinst achteruit.
'Het moet Ayden... Ik ben zo bang.'
Ik breng mijn handen achter mijn riem en steek het mes terug.
'Ben je ook bang?' Vraag ik zacht.
'Vind je het heel gek?'
Ik voel het mes branden langs mijn huid. Wacht maar... Je zult nog veel banger zijn.
'Wil je me helpen?'
Hij knikt twijfelend.
'Zul je naar me luisteren?'
Hij knikt weer. Ik open mijn mond, stap naar Ayden toe en fluister in zijn oor: 'Schreeuw om hulp en volg me. Snel.'
Ik loop langs hem heen en hoor hem angstig iets mompelen.
'Luister naar me.' Zeg ik iets harder zonder naar hem om te kijken.
'Help!'
En dan begin ik te rennen, waarna ik de voetstappen achter me hoor.

'Liv.' Hijgt Ayden terwijl zijn boven lichaam buigt naar zijn knieën. 'Wat is er aan de hand?'
Ik draai me om en kijk naar hem, zie zijn angst, terwijl die van mij verdwenen is.
'Waarom schreef je: 'ben jij de volgende?' in een boom Liv?!'
Maar goed dat we buiten gehoorafstand zijn van de rest...
'Waarom moest ik mijn shirt uit doen?'
Omdat niemand anders gelooft dat er wat met je is, lieve schreeuwlelijk.
'Waarom heb je bloed bij je?!'
Omdat niemand anders gelooft dat je zwaar gewond bent, misschien wel dood.
'Waarom hou je je verborgen voor de rest?!'
'Omdat het moet.' Zeg ik zacht en ik breng mijn hand naar het mes achter mijn riem, om te voelen dat die er nog zit.
'Waarom?!' Schreeuwt Ayden en hij grijpt mijn vrije pols, trek me naar hem toe, draait me om en drukt me tegen een boom.
Een grijns vormt zich op mijn lippen en ik voel Ayden zijn greep verslapen.
'Omdat het moet, Ayden.' Mijn stem klinkt schor en dreigend.
Wees bang...
'Van wie?' Vraagt hij zacht.
Ik sla mijn blik neer, nog altijd grijnzend naar het niets.
'Ben je bang?' Vraag ik zacht.
Mijn vingers glijden langs het mes en ik haal het voorzichtig tussen mijn riem vandaan.
'Van wie moet het Liv?'
Zijn greep rond mijn pols versterkt weer.
'Hoe bang ben je?'
'Liv! Van wie moet het?!'
Ik trek het mes er helemaal uit en laat het verslagen langs mijn lichaam hangen in mijn hand. Mijn hoofd heft zich langzaam omhoog tot mijn ogen in die van Ayden kijken. Ik strek mijn rug zodat mijn gezicht dichterbij de zijne is, ga dichter tegen hem aanstaan en zet mijn voet achter de zijne.
'Van mij.' Zeg ik zacht.
Mijn vrije hand duwt hem tegen zijn borst als zijn ogen groot worden en hij valt over mijn voet. Nog voor hij overeind kan komen, zet ik mijn voeten langs zijn lichaam en ik laat me ruw vallen op zijn middel.
'Liv, wat doe je?'
'Het moet van mij, het moet allemaal van mij.'
Terwijl ik diep in zijn ogen kijken, leg ik mijn hand met het mes op zijn borst. Waarna ik de vlijmscherpe kant langs zijn ontblote bovenlichaam haal, heel zachtjes, zodat er geen bloed ontsnapt.
'Ben je bang Ayden?' Vraag ik terwijl mijn ogen gefixeerd zijn op het mes dat langs zijn lichaam beweegt.
'Ja, ik ben bang.'
Zijn stem trilt en kippenvel trekt over mijn lichaam van zijn angst. Ik kan het voelen, ik kan het zien.
'Hoe bang ben je Ayden?'
'Liv, kappen... Ik...'
Ik zet de punt van het mes boven zijn hart en draai kleine rondjes. Ayden hapt naar adem en knijpt zijn ogen samen.
'Ik ben heel bang, nog nooit zo bang geweest.' Zegt hij zacht en ik lach hoorbaar.
Zijn benen beginnen te trappen.
'Nu ga je tegenstribbelen? Dat werd tijd.'
Ik duw wat harder met het mes en de eerste druppels bloed glijden langs zijn huid.
'Liv, kappen!'
Zijn armen grijpen de mijne en ik leg mijn hoofd in mijn nek.
'Nee! Liv...'
Ik hoor zijn pijn, ik voel zijn angst.
'Geef mij je angst maar Ayden. Laat mij je angst voelen.'
Mijn blik nog altijd starend naar de wolken die boven ons hangen, Ayden schreeuwt en mijn mes... Mijn mes doorboord zijn huid, zijn borst, zijn hart. Ik trek het eruit, leg mijn handen op de wond en wacht.
Wacht tot Ayden stopt met vechten.

- Na

Het Einde Van De BloedwegWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu