Hoofdstuk 13

763 60 13
                                    

Liv

'Liv?'
Mijn ogen vinden die van de vrouw voor me. Haar bruine haar zit gebonden in een strakke knot en naar licht roze gestifte lippen leggen de aandacht op haar slanke gezicht.
'Weet je waarom je hier bent?'
Ik knik en knijp hevig met mijn ogen waarna ik mijn hoofd schud.
'Ja of nee?'
'Ja.' Zeg ik zacht en weer schud ik mijn hoofd.
De vrouw vouwt haar handen in elkaar en legt ze op haar over elkaar geslagen benen, terwijl ik onderuit zak op de bank.
'Leg het me eens uit.'
Ik kijk haar aan en slik, schud mijn hoofd en kijk weg.
'Liv, kijk me eens aan.' Gedwongen kijk ik op.
Ze legt haar hand op mijn knie en de roze gelakte nagels schitteren in mijn ooghoek. Ze lacht vriendelijk, knippert met haar ogen waarbij haar lange wimpers sierlijk mee bewegen.
'Je kan me alles vertellen.'

'Nee, nee, nee!' Met vlakke hand sla ik mezelf tegen mijn slaap, tot dat de sterretjes verschijnen en de duizeligheid me laat stoppen. Ik sla mijn armen om mijn knieën en knijp mijn ogen stijf dicht. Rotwijf. Steeds harder bijt ik op mijn lip, tot ik bloed proef en voel lopen langs mijn kin. Met mijn wijsvinger veeg ik de nattigheid weg en ik bekijk het. Terwijl het rode bloed vermengt met speeksel dat zich langs mijn hand voort beweegt, slik ik de smaak in mijn mond weg. Het bloed loopt langs mijn pols en ik lik mijn lippen af. Ik grijns, breng mijn wijsvinger naar mijn lippen en smeer het bloed er over uit. Waarna ik mezelf kleine kusjes geef op de schone plekken van mijn hand. Kleine kus vormpjes verschijnen en ik grijns weer. Rode lippen staan voor vruchtbaarheid... Rode lippen trekken mannen aan... Sukkels...
Langzaam draai ik mijn hoofd naar rechts. Het is donker.... En ik moet mezelf in houden om niet heel hard te gaan lachen. Ik haal voldaan diep adem en pak de vuursteen uit mijn tas.
'Lieve Jill dacht dat ze de verkeerde steen had gepakt..'
Langzaam loop ik richting de plek waar de overgebleven vier liggen te slapen.
'En nu konden ze geen vuur maken...'
Als de vier in zicht komen, kijk ik tevreden naar hoe ze samen liggen te slapen. Nog net niet in elkaar geweven. Voorzichtig stap ik langs ze heen en sla ik de vonken van de vuursteen. Tot het begint te branden, heel zachtjes... Na een paar takjes, brandt het hard genoeg om op eigen kracht verder te groeien. Grijzend haal ik Damian zijn kleding tevoorschijn. Zijn koude lichaam, naakt en verlaten in het bos.
Ik loop naar Jill, buig over haar heen, adem langs haar gezicht, maar ze lijkt te diep te slapen.
'Misschien ben jij het nu wel Jill.' Fluister ik zacht in haar oor.
Haar oogleden bewegen, maar blijven gesloten.
'Misschien laat ik jou wel even zwemmen.'
Ze kreunt zachtjes en draait haar hoofd.
'Of heb je trek ik besjes? Van de struik?'
Ik denk terug haar hoe Ayden besjes ging halen... Vlak voor onze ontmoeting... Ik begin te grijnzen.
Wakker worden lieve, mooie, sterke Jill...
Ik geef haar een kort duwtje, pak het waterflesje van de grond en gooi de kleren van Damian in het vuur.
'Wakker worden liefje.'

Niet veel later hoor ik geschreeuw van Jill. Ik kniel neer naast Damian en leg mijn hand langs zijn gezicht.
'Ze komen zo bij je.' Ik glimlach en houd mijn hoofd scheef.
Voorzichtig krab ik met mijn nagel een korstje bloed weg van zijn wang.
'Het is toch zonde.' Zeg ik zacht, pratend tegen hem alsof hij me hoort. 'Zo'n mooie jongen... Dood.' Voorzichtig veeg ik de pluk haar weg van zijn voorhoofd. 'Je wist zelf ook veel te goed dat je mooi was'
Dan hoor ik Jill schreeuwen om water.
'Hoor je dat? Ze heeft je kleren gevonden.'
Ik buig mijn hoofd dichter naar hem toe en kus zijn ijskoude voorhoofd. 'Ze komt zo bij je.'
Langzaam sta ik op en draai ik me richting het kamp. Tussen de bomen door, kan ik ze net aan zien en ik grijns. Vastberaden begin ik te schudden met het flesje en niet veel later hoort Jill het klotsende water. Ze stopt met schreeuwen en kijkt om haar heen. Ze is bang, zo zo bang. Ik grijns, zet een stap naar voren en rol het flesje richting het kamp met volle kracht.
Ik richt me tot Damian, zeg nog één laatste keer gedag, hoor Jill schreeuwen en draai me met een ruk om. Net op tijd zie ik hoe ze het flesje mijn richting uit gooit, dus ik zet een stap opzij en hij komt met een klap op Damian terecht.
'Goed gemikt...'
Ik zie hoe ze verbaasd deze kant uitkijkt en dan... Beginnen ze allen te rennen. Alle overgebleven van de groep. Caleb, Keith, lieve Fem... En Jill.
Wacht maar... Jullie komen nog wel.
En dan ren ook ik. Weg van Damian en weg van de groep.

- Na

Het Einde Van De BloedwegWhere stories live. Discover now