Hoofdstuk 7

1.4K 91 26
                                    

Liv

'Fem?' Vraag ik zacht.
Ze huilt, ik kon niet anders dan mezelf kenbaar maken. Voetje voor voetje kom ik dichterbij. Haar klitterige haar... Oh man...
'Femmie..' Zeg ik weer zacht.
Ze schrikt en herkent mijn stem, maar mijn kant uit kijken doet ze niet. Ik wil haar knuffelen. Ik haar troosten. Ik wil zeggen dat haar niets zal gebeuren.
'Liv ik mis je zo.'
Ik moet moeite doen niet zelf te gaan huilen. Ik knipper mijn tranen weg, voor ze uit mijn ogen ontsnappen en er geen houden meer aan is. Sterk blijven Liv. Je bent sterk.
'Het is oké. Ik ben bij je nu.'
'Verdomme dat ben je niet. Ik hoor je stem dat zegt wel genoeg over hoe slecht het gaat!' Schreeuwt ze en ze komt van de boom die haar de hele tijd steun verleende af. Haar betraande gezicht draait mijn kant op, haar ogen gesloten, haar mond half open om nog happend te kunnen ademhalen. Open je ogen Fem. Stop met huilen... Kijk naar me. Haar vieze hand veegt de tranen weg, terwijl ze luid haar neus ophaalt. Kijk naar me Fem... Kijk.
En dan opent ze haar ogen, haar mooie bruine ogen, en kijkt ze in de mijne. Haar futloze ogen staren in mijn gespannen ogen, vol adrenaline van angst. Angst van anderen, niet van mezelf... Niet van haar.
'Liv..?' Haar tranen lijken zichtbaar op te drogen en haar ogen kijken me aan met een vage twinkeling, maar niet van blijdschap.
'Wat... Wat doe je hier? Je bent ontvoerd. Je bent meegenomen! Bloed... Jouw slaapzak... Jill... Zingen... Jij...?' Sussend loop ik op mijn hyperventilerende vriendin af. 'Ik dacht dat... Wij dachten...'
Ik grijp Fem bij haar schouders en trek haar naar me toe. Mijn hand leg ik in haar nek en druk haar gezicht tegen mijn borst.
'Ik ben er Fem. Het is goed.' Zeg ik zacht.
En dan begint ze te huilen. Harder dan voorheen, iets te hard. Ik sus als Fem haar benen het begeven en zak met haar mee naar de grond.
'Niet zo hard.' Zeg ik zacht.
Als ik op de grond zit, met huilende Fem tegen me aangeplakt, veeg ik snel een traan van mijn wang.
'Ik dacht dat je dood was...' Zegt ze zacht.
'Maar dat ben ik niet...' Ik leg mijn handen langs haar gezicht en duw het zachtjes van me af. Met mijn duimen wrijf ik haar tranen weg en zorg ik dat ze me aankijkt. 'Je moet even naar me luisteren Fem.'
Haar ogen worden ineens groot en haar mond valt open. Ze hapt naar adem en grijpt mijn pols.
'De andere! We moeten...'
'Nee.' Zeg ik streng, maar ze lijkt me niet te horen.
'Zij denken ook dat je dood bent!' Fem springt op en trekt me mee omhoog. 'We moeten ze vertellen dat je er nog bent!' Gilt ze en ze trekt me richting het kamp.
'Fem, luister.' Zeg ik terwijl ik me los probeer te trekken.
'Jongens!' Schreeuwt ze ineens.
In een vluchtige beweging ruk ik mijn pols los, grijp de hare en trek haar bij haar paardenstaart naar me toe. Ze slaakt een gil, maar voor die het hoogste punt van volume bereikt, druk ik mijn hand voor haar mond. Haar rug raakt de dichtstbijzijnde boom en ik duw de rest van haar lichaam er tegen.
'Nou ga je kappen en luisteren.' Sis ik woedend.
Fem haar ogen zijn groots van schrik en ze ademt diep in en uit tegen mijn hand, waardoor die al snel vochtig word van haar warme adem.
'Begrijp je me?'
Ze knikt overdreven hard, waarbij haar haar schuurt langs het schors van de boom en nog pluiziger wordt dan wat het al was. Voorzichtig haal ik mijn hand weg en meteen hapt Fem naar adem.
'Wat is er aan de hand?' Zegt ze zacht.
En dan vertel ik het haar, precies wat er aan de hand is, precies wat ik van plan ben.

'Ben je helemaal gek geworden?' Schreeuwt ze weer te hard.
'Fem?' Hoor ik zacht vanuit de verte komen en ik spring van de omgevallen boom waar ik op stond af.
Die schreeuwlelijk... Ik kijk met een ruk naar Fem en geef haar een waarschuwende blik. Ik stap naar haar toe en ze deinst angstig achteruit. Ik leg mijn hand rond haar pols en trek haar naar me toe. Als mijn gezicht een paar centimeter van die van mij is verwijderd, fluister ik zacht, maar dreigend: 'Niemand mag weten dat ik er nog ben. Laat ze zo bang zijn als dat ze nu zijn. Schuif alles af naar Jill. Jill is de schuldige.'
'Fem?' Hoor ik weer, dichterbij dit keer.
'Ik wil dat het goed met je gaat Fem, maar als jij dit alles naar de gallemiezen gaat helpt, laat je me geen keus.'
Haar mooie ogen worden weer onnatuurlijk groot. Hoe doet dat kind het toch?
'Wat bedoel je?' Zegt ze bibberig.
'Fem?! Waar ben je?' Schreeuwt Ayden akelig dichtbij.
'Je houdt gewoon je mond. Dan hoef je niet te weten wat ik bedoel.' En dan laat ik haar los, waarna ik weg ren, zo hard als ik kan.

Als Jill terug komt met bramen in haar handen, zit ik langs de rand van de opening op een omgevallen boom met dezelfde bramen in mijn hand, van de zelfde struik... Tussen het bosje door kan ik ze allemaal zien, als ik maar om alle uitstekende blaadjes heen kijk. Een blaadje wat kapot gegeten is, zit voor Ayden zijn hoofd. Als ik daar omheen kijk zit een tak voor Fem haar hoofd en dit zelfde geld voor Jill. De rest kan ik redelijk goed zien. Ik kijk om de tak heen en zie Jill en Fem, allebei knabbelend op een braam, een veel te zure braam zo te zien. Fem kijkt gespannen om haar heen, Jill heeft dezelfde chagrijnige uitdrukking als altijd, Caleb ligt op de grond met ogen dicht, Damian zit met zijn haar te rommelen, Ayden kijkt naar Fem, onderzoekend. Alsof hij het doorheeft.
Doe normaal Fem, ga je gedragen. Er is niets. Er is helemaal niets.
Keith opent zijn mond en ik voel een brok in mijn keel. Doe normaal Fem, er is niets aan de hand. Ayden kijkt nog altijd naar Fem. Ik voel spanning in mijn maag. Bang voor wat Keith gaat zeggen, bang voor wat Ayden denkt en bang voor wat Fem doet...
'Dus Liv is de ene die zichzelf ontvoert en die ons nu opjaagt?' Zegt Keith en ik stik bijna in mijn braam.
'Er is niets aan de hand...' Fluister ik met een trillend lichaam.

- Na

Het Einde Van De BloedwegWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu