hoofdstuk 13

1.6K 45 3
                                    

Destiny

“Autumn, jij gaat ook mee.” Ik keek op toen ik mijn naam hoorde. Ik zag Remus met een grote opgezwollen vinger en mijn zus die er naast stond. Hij had het blijkbaar tegen mijn zus dus ik keek weer naar het plantje. Plots voelde ik een arm die om mijn schouder werd geslagen, ik schrok me dood en een zacht gilletje ontsnapte mijn keel terwijl heet plantje naar de grond viel. Ik vloekte luid. “Taalgebruik Autumn.” Grinnikte Sirius zachtjes in mijn keel. Ik duwde boos zijn arm van mijn schouder af en bukte om het plantje op te rapen. “Wat is er Snowy? Waarom doe je zo onaardig tegen mij?”Klaagde Sirius. Ik wierp hem een vijandige blik toe. “Laat me met rust, Black.” Hij keek me half bezorgd, half verward aan. “Wat heb ik gedaan?” Ik keek hem weer aan. “Laat me gewoon, alsjeblieft.” Fluisterde ik. Hij schudde eigenwijs zijn hoofd terwijl hij naar mijn arm reikte. Ik stapte bij hem weg. Hij keek nog verwarder en nog bezorgder. “Oké, ik weet niet wat er gebeurd is, maar wij gaan dit nu uitpraten.” Zei hij vastberaden. Ik schudde mijn hoofd terwijl hij me richting de professor trok. “Destiny voelt zich niet zo lekker, is het goed als ik haar naar de ziekenboeg breng,” loog hij vlotjes. Hij knikte en liet Sirius mij meeslepen. Zodra we buiten de broeikassen waren trok ik mijn arm uit zijn greep. “Ik zei toch, laat me met rust!” Beet ik hem toe, hij leek totaal niet onder de indruk van mijn woede. Hij was mijn woede waarschijnlijk al meer dan gewend aangezien ik al best wel vaak boos op hem ben geworden. “Nee, wij gaan dit nu uitpraten!” “Wie zegt dat ik met jouw wil praten!” Hij rolde zijn ogen. “Oh, kom op Des. Ik weet dat iets je dwarszit dus jij gaat mij nu vertellen wat het is.” “NEE DAT GA IK NIET!” Riep ik hem kwaad toe. “Ja, dat ga je wel.”Zong hij vrolijk. Voor ik goed en wel doorhad wat ik deed, haalde ik naar hem uit en raakte met mijn vuist zijn kaak. Zijn hand vloog in schok naar zijn kaak terwijl de mijne naar mijn mond vlogen. Hij vloekte een paar keek zijn handen nog steeds tegen zijn kaak aan gedrukt terwijl hij rondsprong. “Oh, Padfoot het spijt me echt heel erg. I wilde je echt niet slaan. Echt niet, het spijt me zo enorm erg. Laat eens kijken.” Hij stopte met springen en haalde zijn hand van zijn kaak af zodat ik ernaar kon kijken. Het zag er niet goed uit, het was helemaal blauw aan het worden en het zag eruit alsof het heel erg veel pijn deed. “Het spijt me zo erg. Ben je boos op me?” fluisterde ik. Hij schudde zijn hoofd. “Nee, wat ik ook gedaan had. Ik zou deze klap vast verdiend hebben.” Nu was het mijn beurt om mijn hoofd te schudden. “Nee, je had deze klap niet verdiend. Ik denk dat we nu echt naar de ziekenboeg moeten, Madame Pleister heeft vast wel een zalfje om de blauwe plek te laten verdwijnen.” Hij schudde angstig zijn hoofd. “Wat is er Padfoot? Bang voor spuitjes?” Vroeg ik met een kleine glimlach. “1. Ja, maar daar gaat het nu niet om. 2. Ze vraagt vast hoe ik aan die blauwe plek kom en ik  ben niet van plan om te vertellen dat ik geslagen ben door een meisje. Evans weet vast wel een spreuk om die plek weg te halen.”

“Sorry Black, maar ik weet geen spreuk voor dit. Het is gebroken.” Zei Lily met een kleine glimlach. Ze vertikte het om elkaar bij hun voornamen te noemen. “Hoe kom je überhaupt aan een gebroken kaak?”Hij wierp mij een veelzeggende blik maar zei niets. Lily haalde haar schouders op en vertrok de kamer. “Het spijt me zoooo erg.” Vertelde ik hem zodra Lily de kamer had verlaten. Ik voelde natte tranen op mijn wangen. Hij schonk me een kleine glimlach en omhelsde me. “Het komt wel goed, ik heb erger gehad. Ik zal alleen morgen wel naar de ziekenboeg moeten.” Ik voelde de tranen over mijn wangen stromen van spijt. Hij trok voorzichtig weg en keek me aan terwijl hij de tranen van mijn wangen veegde. Ik keek omhoog in zijn grijze ogen, zijn hand nog steeds tegen mijn wang aan.  Ik voelde hoe hij dichterbij kwam en mijn ogen schoten naar zijn lippen. Ik voelde zijn adem. Hij drukte zijn lippen tegen de mijne en ik sloot mijn ogen terwijl zijn armen om mijn middel sloten en mijn armen om zijn nek, in zijn zwarte haar. Onze lippen bewogen in synchroon tot opeens de deur open werd gegooid en we bij elkaar vandaan sprongen en schuldig naar de personen in de deuropening keken. “Oh oeps, sorry.” Zij Pam de rest van de Marauders hingen achter haar tegen de muur aan met een geamuseerde blik op hun gezicht. Nou, James en Remus keken geamuseerd. Peter keek alsof hij geen idee had wat er aan de hand was en keek van mij naar Sirius terwijl mijn wangen elke halve seconden dat we daar stonden roder werden. Pam lachte om mijn blik en ook zij begon mij geamuseerd gade te slaan. Fijn. Van familie moest je het hebben.

Hogwarts Lost SecretWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu