hoofdstuk 23

1.5K 38 2
                                    

Destiny

Ik rekte me uit en keek om me heen, ik was behalve Lily, die nog diep in slaap leek wat niet vaak voorkwam rond deze tijd,  nog de enige die in de slaapkamer was, de anderen waren waarschijnlijk al naar het ontbijt. Ik douchte snel en kleedde me aan voordat ik mijn haar deed. Ik verliet de kamer en ging naar beneden. Net toen ik op het punt stond om ook naar ontbijt te gaan liep ik tegen Pam op. ‘Haai Pams…’ Groette ik mijn zus vrolijk terwijl ik moe in mijn ogen wreef. Ze keek bezorgd en net toen ik op het punt stond  om te vragen wat er aan de hand was onderbrak ze mij. ‘Hoi Des, Ik zou maar even naar Sirius gaan als ik jouw was. Hij is helemaal doorgedraaid door iets met zijn familie en ik denk niet dat ik hem kan kalmeren. Hij is in de Uilenvleugel.’ Ze gaf me een klein duwtje in de goede richting. Ik keek nog even om, in de war, en zag Pam in de richting van de Grote Zaal lopen. Wat was er gebeurd? Aarzelend liep ik verder tot ik bij de Uilenvleugel aankwam. Op het eerste gezicht leek de vleugel leeg, buiten de uilen die er waren. Ik keek beter en een gestalte die bij het raam zat ving mijn blik. Ik liep zachtjes naar hem toe en ging naast hem zitten zonder een woord te zeggen. Hij veegde snel zijn tranen weg. Ik legde mijn hoofd op zijn schouder, hij keek niet op maar sloeg een arm om mijn middel als reactie. ‘Je hoeft je voor mij niet sterkte houden, huilen mag.’ Vertelde ik hem zachtjes. Hij maakte een geluid voordat hij fluisterde,’Ik huil niet. Huilen laat andere zien dat je zwak bent.’ Ik tilde mijn hoofd op zodat ik hem aan kon kijken, en schudde mijn hoofd. ‘Huilen is geen teken van zwakte, het betekent dat je te lang sterk bent geweest.’ Hij leek mijn woorden even te overwegen voordat hij diep zuchtte en me droevig aankeek. ‘Ze hebben me verstoten, Des.’ Ik hoefde niet te vragen wie, want dat was zelfs duidelijk voor mij.  Ik wachtte even tot hij verderging. ‘Natuurlijk had ik het verwacht. Ik wist dat het ooit zou gebeuren , ik had het alleen niet zo snel verwacht. Het is oneerlijk.’ Hoe verder hij in zijn zin kwam hoe sterker zijn stem werd. Hij stond kwaad op. Ik liet hem even gaan terwijl hij  scheldwoorden over zijn familie eruit gooide voordat ik opstond en voor hem ging staan. Ik legde een hand op zijn schouder en keek hem aan terwijl ik hem weer naar de grond duwde en weer naast hem ging zitten. ‘Wat is er precies gebeurd?’ Hij leek me even niet te willen antwoorden maar ik wachtte weer geduldig. Ik had geen flauw idee waar al dat nieuw geduld vandaan kwam want zo geduldig was ik normaal niet. ‘Ik kreeg een brulbrief.’ Hij stopte weer en keek naar zijn handen. ‘Ze waren sowieso al boos omdat ik in Gryffindor  zit, maar dat was oud nieuws. Het maakt ze nog steeds hartstikke pissig maar dat was nu het probleem niet.’ Weer stopte hij en ik wist dat hij uit zich zelf niet verder zou gaan. ‘Wat was dit keer het probleem?’ Nu keek hij pas op en hij keek me recht in de ogen. Hij zei nog niks maar ik kon in zijn ogen zien dat hij er geen woorden voor had, en ik begreep het. ‘Ik was het probleem.’ Zuchtte ik. Het was geen vraag maar toch knikte hij. ‘Het spijt me Siri.’ Fluisterde ik, ik was bang dat mijn stem zou breken als ik harder zou praten. Hij schudde zijn hoofd. Ik dacht dat hij op zou staan en weg zou lopen maar hij deed het tegenovergestelde. Hij sloeg zijn armen om me heen en boog naar mij toe, voordat hij me kuste. Alle problemen leken weg te smelten en ik vergat alles om me heen.

De kus werd onderbroken door het geluid van mijn maag. Sirius schoot in de lach en stond op, mij mee omhoog trekkend. ‘Niet ontbeten gok ik?’ Ik stak kinderachtig mijn tong naar hem uit voordat we samen richting de grote zaal liepen. De rust voelde weergekeerd en alles leek weer even goed totdat we tegen een groepje aanliepen. Dat groepje moest natuurlijk alles weer verstoren. ‘Hallo Sirius.’ Zei de voorste vrolijk. Ik probeerde Sirius tegen te houden en probeerde hem weg te trekken, wat niet heel goed lukte omdat hij meer dan een kop groter dan mij was en een stuk zwaarder. Hij stootte een geluid uit dat bijna op een grom leek. ‘Wat Regulus? Kom je het er lekker inwrijven? Dit vind jij vast heel leuk hè? Eindelijk ben je het enige kind dat je altijd al had willen zijn.’ Regulus glimlachte nog steeds. ‘Ja, het is als een droom die uitkomt.’ Sirius stroopte zijn mouwen op klaar om een gevecht aan te gaan. Regulus bracht altijd het slechtste in hem naar boven. ‘Sirius, laat gaan.’ Fluisterde ik hem toe. Ik hing nu bijna met mijn volle gewicht aan hem, en nog steeds gaf hij niet mee. ‘Ja Sirius, waarom luister je niet naar je vriendinnetje? Moet jij nu niet druk bezig zijn met een slaapplaats zoeken voor de zomervakantie? Anders moet je dadelijk nog op straat slapen.’ Zei het meisje dat naast Regulus stond. Ze had haar schoolrokje hoger zitten dan hij hoorde en had net een knoopje te veel open bij haar blouseje. Ik trok een wenkbrauw naar haar op een glimlachte nep. ‘Waarom ga jij geen kleding aantrekken. Laat dit gesprek nu maar lekker over aan mensen die het verschil kunnen zien tussen een riem en een rokje.’ Nu was het Sirius die mij wegtrok. We werden gered door Pamela die het hoekje om kwam lopen, een blik op de scene voor haar legde en toen mij en Sirius wegtrok. Sirius schudde zich los, even dacht ik dat hij zijn toverstok ging pakken maar ik had het mis. Hij haalde uit naar Regulus. Zijn vuist land recht in Regulus’ gezicht en een luide ‘knak’ was hoorbaar van zijn neus. ‘Dat heb ik altijd al willen doen!’ zei Sirius vrolijk voordat hij ons volgde.

Hogwarts Lost SecretWhere stories live. Discover now