Hoofdstuk 20.

2.8K 108 8
                                    

Adriana

Wauw, haar lippen tintelen nog van de zoenen van Henri Lussen. Ze heeft het gevoel of haar hele lichaam trilt. Hoe kan ze nu gewoon zo naast hem lopen. Die kinderen zullen vast wel iets aan haar merken. Ze laat haar handen langs haar lichaam hangen, terwijl Henri juist haar wat dichter naar zich toe trekt. Wat zullen de andere straks wel niet denken. Zullen ze het merken? ‘Gaat het goed?’ vraagt Henri. Ze had het zelf geen eens door, maar ze is steeds sneller gaan ademen. ‘Ja hoor. Zullen ze het merken?’

De vraag wilde ze eigenlijk niet stellen, maar haar mond was weer te snel. ‘Wat bedoel je?’ vraagt hij. ‘Dat we,’ begint ze zachtjes, maar stopt dan. ‘Adriana?’ vraagt hij zachtjes. Hij neemt haar gezicht in zijn handen. Haar gezicht zal wel genoeg zeggen. ‘Dat wij’ probeert ze nog een keer. Ze merkt dat ze begint te blozen. ‘Gezoend hebben?’ vraagt Henri. Ze knikt. ‘Dat maakt toch helemaal niets uit? Dan weten de andere mannen dat ze niet aan je mogen komen’ zegt hij.

‘Maar’ probeert ze. ‘Sst’ fluistert hij en legt zijn vinger op haar mond. ‘Niets meer zeggen. Gewoon plezier maken’ zegt hij zacht en drukt een kus op haar wang. ‘Oke’ antwoord ze zacht. Hij laat haar gezicht weer los en houdt zijn arm voor haar. Ze haakt haar arm er dit keer in. ‘Weet je hoe verstoppertje werkt?’ vraagt hij. ‘Natuurlijk weet ik dat’ antwoord Adriana lachend. Vroeger heeft ze dat vaak genoeg in het huis van John Rossum gedaan.

John Rossum. Oh ja, daar moet ze binnenkort weer heen. Dan ziet ze iedereen weer, maar dat betekent ook dat Henri niet meer gaat zien. Ze moet vast en zeker weer uit de buurt blijven. ‘Henri jij bent de zoeker’ hoort ze kinderen schreeuwen. Ze zijn bij het veld aangekomen. De kinderen staan naast de rand van het bos. ‘Wie is dat?’ hoort ze een paar kinderen vragen. Ze zijn bijna bij de groep kinderen. ‘Dat is Adriana. Ze is heel lief en kan heel hard rennen’ hoort ze de stem van Sofia boven de groep uit.

‘Hoi, ik ben René’ zegt een jongetje. Er komen verschillende kinderen bij haar staan en stellen zich voor. ‘Sorry jongens en meisjes ik kan niet toveren, dus ook niet gelijk al jullie namen onthouden’ legt Adriana uit. De kinderen beginnen hard te lachen. ‘Nou ik tel tot twintig’ hoort ze dan Henri zeggen. Ze kijkt hem aan en ziet een grijns op zijn gezicht. ‘Twintig, negentien’ begint hij. De kinderen rennen gillend het bos in. Adriana loopt achter hen aan. Ze vindt een struik en gaat daar achter zitten. Niet veel later komt er nog een meisje bij haar zitten. Adriana probeert haar naam te herinneren, maar ze weet het niet meer. ‘Ik kom’ hoort ze dan Henri schreeuwen.

‘Sst’ fluistert het meisje. Henri heeft al verschillende kinderen gevonden. Hij loopt langs de struik heen. ‘Adriana zo’n mooie jurk is makkelijk te vinden hoor’ hoort ze hem dan lachend zeggen. Adriana staat op achter de struik. Het meisje blijft stil zitten achter de struik. ‘Sorry’ zegt Adriana lachend.

‘Je jurk is wel wat smerig geworden’

Adriana draait zich om. Ze loopt de trap op het huis in. Ze hebben een hele poos verstoppertje gespeelt. Gelukkig is zij hem niet geweest. Ze kent maar weinig namen van de kinderen. De kinderen spelen nog door, maar zij zijn er mee gestopt. ‘Henri’ hoort ze dan een vrouw zeggen. ‘Moeder’ hoort ze achter haar. Henri loopt langs haar heen naar een vrouw. ‘Hoe gaat het mijn zoon?’ vraagt de vrouw. Adriana neemt het tweetal op.

De vrouw is niet heel erg groot en heeft een slank figuur. Haar haar is grijs en is opgestoken. Ze heeft een lieve uitstraling. ‘Met mij gaat alles goed, met u moeder?’ vraagt Henri. ‘Natuurlijk en wie heeft mijn zoon meegenomen? Ik hoorde al van je zussen dat er een gast is’ zegt de vrouw en kijkt langs haar zoon heen. Adriana glimlacht naar de vrouw en doet een stap naar voren. ‘Moeder ik wil u graag voorstellen aan Adriana’ stelt Henri hen voor. ‘Je doet me aan iemand denken’ zegt de vrouw en pakt Adriana’s handen vast.

‘Ik kom alleen niet op de naam’ zegt de vrouw. ‘Dat hoor ik wel vaker. Ik ben blij dat ik u mag ontmoeten. Uw zoon is vol lof over u’ antwoord Adriana. ‘Is dat zo?’ vraagt de vrouw lachend en kijkt haar zoon aan. ‘Blijven jullie eten?’

‘Als dat kan graag. Dan vertrekken we na het eten, anders moeten we zo laat nog reizen’ antwoord Henri. De moeder van Henri laat haar handen los. ‘Geweldig. Het eten wordt zo op tafel gezet’ zegt ze en loopt dan weg. Ze zal vast wel richting de keuken lopen. ‘Ga je mee?’ vraagt Henri aan haar. Ze loopt achter hem aan richting de eetzaal. De kinderen komen ook binnen en gaan aan tafel zitten. Zo druk ze buiten waren, zo rustig ze nu aan tafel zitten. De ruimte is prop vol als iedereen er in zit. De ouderen zitten aan een aparte tafel.

De moeder van Henri komt aangelopen met een grote pan. Achter haar komen haar dochters gelopen met nog een pan. De pannen worden op tafel gezet. De kinderen staan op met hun bord in hun handen en gaan in de rij staan. De kinderen blijven netjes in de rij staan.

Henri

‘Ik kom binnenkort nog een keer langs’ beloofd hij aan zijn moeder. De koets wordt voorgereden. Ze hebben heerlijk gegeten. Adriana kwam wat losser bij zijn familie. ‘Tot de volgende keer Henri. Ik hoop je nog een keer te zien Adriana’ zegt ze tegen Adriana. Adriana glimlacht naar de vrouw. ‘Ik hoop het ook’ antwoord Adriana. Ze nemen afscheid van zijn moeder en lopen dan de trap af.

De koets wordt open gedaan en ze stappen in. ‘Heb je genoten?’ vraagt hij aan Adriana. ‘Ja, het was echt super. Wat kan je moeder toch heerlijk koken’ antwoord Adriana. ‘Dat kan ze zeker’ zegt hij lachend. Hij gaat naast haar zitten en de deur wordt dicht gedaan. De paarden rijden niet veel later weg. ‘Ben alleen echt moe’ zegt ze dan zachtjes. Hij legt zijn arm over haar schouder en trekt haar tegen zich aan. ‘Van mij mag je wel slapen hoor. Ik maak je wel wakker als we bij het kasteel aankomen’ zegt hij zachtjes. Adriana leunt tegen hem aan en sluit haar ogen. Hij laat zijn hand  door haar haar heen gaan. Het voelt zo zacht aan.

‘We zijn er bijna’

Henri schrikt wakker. Hij is blijkbaar ook in slaap gevallen. Zo’n dag zorgt er wel voor dat je al je energie kwijt raakt. Adriana is niet wakker geworden door de man dus tikt hij haar wakker. ‘Wat is er?’ vraagt ze slaperig. ‘We zijn bij het kasteel’ antwoord hij. ‘Wat?’ vraagt ze geschrokken en zit gelijk recht overeind. Ze gaat gauw met haar handen door het haar en veegt haar jurk glad. ‘Oh ik zie er vast niet uit’ zucht ze zacht. Dan kijkt ze hem geschrokken aan. Blijkbaar had ze dit liever niet willen vertellen.

‘Nou nu je het zo zegt,’ begint hij. Haar ogen worden groter en ze geeft hem een stomp tegen zijn arm. ‘Oké, die had ik verdient’ zegt hij lachend. ‘Is het dan echt zo erg?’ vraagt ze. ‘Het valt reuze mee hoor. Het is toch donker buiten’

Zijn lachbui houdt maar niet op. ‘Hoezo meneer is vandaag niet gul met complimenten’ antwoord ze bot. ‘Sorry Adriana. Je ziet er prachtig uit. Hetzelfde als toen je de koets in stapte’ zegt hij en streelt met zijn hand langs haar wang. Toch blijft ze hem boos aankijken. ‘Adriana?’ vraagt hij zachtjes. Dan ziet hij de twinkeling in haar ogen en een glimlach die ze met moeite probeert te verbergen. ‘Als je lacht ben je veel mooier’ fluistert hij in haar oor. Als hij haar weer aankijkt is de glimlach doorgebroken op haar gezicht.

De koets stopt en ze stappen uit. Er staan verschillende vuurkorfen buiten te branden. Er lopen nog maar weinig mensen rond. Hij hoort uit een kroeg gelach komen. Daar zullen wel verschillende mannen wijn drinken. Vrouwen hoort hij lachen. De plek waar hij vroeger ook wel heen ging, maar nu? Het liefst brengt hij Adriana veilig bij haar kamer en gaat dan zelf ook heerlijk zijn bed in. ‘Kom’ zegt hij en legt zijn hand op haar rug. Zo begeleidt hij haar de trap op, het kasteel in.

Er lopen maar amper knechten rond. De meeste zullen wel slapen. Nog een trap op en ze komen in het gastenverblijf. ‘Dank u wel voor deze dag’ zegt Adriana als ze bij haar kamer aankomen. ‘Graag gedaan en slaapzacht’ antwoord hij. Hij buigt naar haar toe en geeft haar een zachte kus op haar wang. Hij kijkt haar aan en glimlacht. Dan draait hij zich om en loopt richting zijn eigen kamer. Tijd voor rust. 

---------------------------------------------------------------

Zelfs in de tentamenweek nog een update :). Wat vinden jullie ervan? Natuurlijk ben ook nieuwsgierig naar wat jullie van mijn nieuwe cover vinden? 

AdrianaWhere stories live. Discover now