Hoofdstuk 40.

2.5K 111 12
                                    

Adriana

Wat een week was het. Steeds kwamen er knechten uit het kasteel langs om te vertellen wat er was gebeurt. Dat de koning en zijn leger er nu sterker voor stonden. Toch zal de oorlog nog wel een poos duren. Ze heeft gemerkt dat het leven gewoon verder gaat. Mensen proberen hun werk gewoon te blijven doen. Zij is er weer op uitgestuurt om naar de markt te gaan. Daar zit ze dan op Tinja.

Nog even en ze komt straks aan bij de markt. Het gehinnik van Tinja haalt haar weer terug naar de werkelijkheid. Het enige waar ze aan kan denken is aan Henri. Hoe het met hem gaat. Of hij nog wel eigenlijk leeft. Straks ligt hij gewond op het slagveld. Een zwaard in zijn lichaam. Misschien nog wel erger. Een groot gapend wond in zijn lichaam? Door de midden gesneden. Ze trekt de teugels hard aan. Ze schrikt ervan. Dit wil ze gewoon echt niet voor zich zien. Tinja stijgert en ze moet zich goed vast houden om niet achterover te vallen. ‘Ssst’

Ze wrijft met haar hand over het hoofd van Tinja. Als ze nu maar rustig wordt. Ze is bang en Tinja merkt dit. Ze probeert rustig verder te rijden en concentreert zich op de weg. Ze is gewoon blij als ze aankomt bij de markt. Ze stapt van Tinja af en bindt haar vast aan een houten paal. Ze tilt haar jurk van de grond op en loopt over de smerige paden. Het heeft hard geregent de laatste twee dagen.

Gelukkig is het sinds vandaag gewoon weer droog. ‘Kom je voor John Rossum?’ vraagt de man achter de kraam. Blijkbaar hebben ze op haar gewacht. Twee dagen geleden moesten ze al eten halen, maar het weer was zo slecht dat niemand gewoon naar buiten mocht. Die twee  dagen heeft bijna niemand iets kunnen eten. Ze moet dus een hoop halen. ‘Heb je een koets geregelt?’ vraagt de man. ‘Nee, is dat een probleem?’

‘Nou je moet een hele hoop eten meenemen. Er komt weer een storm aan als we naar de wolken kijken. Dus ik sta de komende week niet meer op de markt’ legt de verkoper uit. ‘Maar hoe moet ik dat doen?’ vraagt ze verbaasd. Nog een storm. Dat betekent dat weer iedereen zich op gaat sluiten in hun huizen. Een storm is ook niet het beste tijdens een oorlog. ‘Probeer maar zoveel mogelijk mee te nemen’

‘Misschien kan ik ook wel helpen’

Adriana draait zich om. Het duurt even, maar dan herkent ze de vrouw. 

De terugweg verloopt heel anders. Ze kwam de vrouw tegen van een paar dagen geleden. Nevia, de vrouw die meer zou weten over haar verleden en over haar ouders. Ze had aangeboden om mee terug te rijden naar het huis van John Rossum. Ze heeft alleen nog niets vertelt over haar ouders. Adriana is ook best nieuwsgierig hoe de vrouw weer terug gaat.

Ze zullen best laat aankomen bij het huis. Vanavond kan ze niet meer terug. Dan moet ze morgen, maar als die storm komt kan dat ook niet. Wat zou John Rossum ervan vinden? Anders moet zij maar gaan slapen bij de knechten. ‘Gaat u mij nog iets vertellen?’ probeert Adriana. ‘Straks’ krijgt ze als antwoord. ‘Mag ik dan wel vragen hoe u weer naar huis gaat?’

‘Nou ik was vroeger bevriend met hem. Dus hij zou het wel gezellig vinden als ik langs kom’ antwoord de vrouw. Ze rijden verder zonder iets te vertellen. Het is best lastig ze is echt zo nieuwsgierig naar haar ouders. Ze komen aan bij het dorp. Het is er rustig. Mensen zijn in hun huizen. De meeste gaan straks eten. ‘Kan je mij naar John Rossum brengen?’ vraagt Nevia. ‘Ja hoor’ antwoord ze, maar twijfelt dan ook weer. Deze vrouw weet meer over haar verleden.

Als iemand naar haar afkomst zou vragen moest ze dit gelijk tegen John Rossum zeggen. Nu wil deze vrouw gewoon hem spreken. Ze zetten de paarden in de stallen. Samen brengen ze het eten naar de keuken. De kok gaat gelijk bezig met het eten. Hij heeft eindelijk weer goed eten om mee te koken. ‘Zal ik u dan maar naar hem brengen?’ stelt Adriana voor. De vrouw loopt achter haar aan. Ze heeft geen idee waar hij is dus ze besluit om naar de woonkamer te gaan. Ze hoort hem praten en opent de deur.

AdrianaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu