7. Nacht 0

332 20 9
                                    

[Jongens ik gun jullie 3 hoofdstukken omdat FNAF 6 eraan komt. Liefde. ]

Lana Wrighton, 2030

"Ja, ja. Ik ga nu naar binnen", zeg ik aan de telefoon tegen Julie. "Nee, het park. Ik ga het park binnen. Ja... Nee... Natuurlijk niet, ik ben niet dom!"

Julie blijft maar vragen. "Succes dan!" Zegt ze. "Ja, thanks, doei..." Ik hang op. Eens zien... Volgens mij moet ik hierheen. Ik loop op een donker paadje, ergens aan de rechterzijde van het park. Het is tien voor twaalf, dus tijd heb ik genoeg.

Daar is het! Ik loop naar het gebouwtje met een groot bord erop, met de text Fazbear Fright. Ugh. Echt niet te geloven dat mensen dit echt eng vinden. Ik loop naar de deur voor de medewerkers, duw hem open. "Hallo?" Vraag ik. "Iemand hier?" Niks. Alleen een irriterende stilte. Ik zucht luidruchtig, en stap maar naarbinnen. Eens kijken. Dit is een klein halletje. Echt claustrofobisch. Dit is trouwens echt niet de plek waar ik vanmiddag binnenkwam met Julie... Ik loop het gangetje in. Hier is een deur... Zal ik daar heen moeten? Nee, ik denk het niet. En zal die man hier niet moeten zijn? Die dude die ons, maar eigenlijk alleen Julie, liet schrikken? Raar. Deze hele plek is raar. Ik zucht opnieuw luidruchtig en geïrriteerd, en loop maar een stukje verder. Eens zien... Hier aan de linkerkant van me zit ineens een groot gat. Ventilatie, en waar die dude ook zat. Waarschijnlijk komen ze hier erin dus... Ik zak door mijn hurken. Moet ik er nu ook doorheen? Misschien wel... Wat zal ik anders moeten doen? Had die gast er maar moeten zijn...

"Hey jij!"

Mijn hart schiet in de driehonderdste versnelling, en ik schud mijn hoofd door elkaar. Kom op Lana, schrok je nou zojuist? Ik draai me om. In de gang achter me staat ineens een jongen van een jaar of 20, met bruin, krullend haar, en zeegroene ogen. De dude die ons liet schrikken. "Jezus, man! Waar kom jij ineens vandaan?" Snauw ik. Hij grinnikt. "Vanuit het kantoor waar jij ook moet zijn!" Ik rol met mijn ogen. "Nou, kom dan!" Zegt hij opgewekt, en loopt het kantoor in. Ik stamp achter hem aan.

"Dus, kijk op die camera's of er nog wat gepuis rondsluipt, en als er iets kapot gaat moet je het hiermee rebooten", zegt hij, wijzend naar een klein computertje, die aan de linkerkant van de computer met de camera's op een standaartje staat. Het kantoor is pittig klein, met één deur, waar ik net door ben naar binnen gekomen. Aan de voorkant zit een reusachtig raam, en aan de rechterkant zit nog zo'n ventilatie opening. Raar kantoor. "Oke, oke..." Zeg ik zuchtend. Ik luister maar half. Kom op zeg, wie zal er nou weer willen inbreken in dit bouwvalletje?

"Ik ben trouwens Kay", zegt de jongen, en hij steekt zijn hand uit. Ik schud hem gehaast. "Lana". Nu kijk ik hem aan. Oké. Hij is niet lelijk. Nee Lana, nee! Niet doen! Je komt hier om te werken! Oké, oké. Even kijken dan. Ik kijk recht in zijn ogen, en sta maar een beetje schaapachtig te glimlachen. Wake up Lana! Ik schud mijn hoofd door elkaar, en ontwaak uit mijn trance. "Nou, als je wat nodig hebt, eh... Hier is een belfunctie", zegt Kay, en hij wijst naar een knopje op de computer. "Gewoon even op klikken. Succes!" En hij loopt de kamer uit. Ik kijk hem na. Zelfs zijn loopje is sexy... Oh come on! Lana, blijf erbij! Ik frons, en loop terug. Eens kijken...

Ik plof op de oude, vieze, krakende bureau stoel. Wat een vreemde plek. Ik kijk op de camera's. Blijkbaar kan ik geluid afspelen op verschillende plekken, maar waarom ik dat zou willen doen weet ik niet. Ook kan ik de ventilatieschachten inkijken, en ik kan er zelfs eentje dichtmaken. Hmm... Wat zei Kay daar elke weer over? Ohja, ventilatie moet goed blijven lopen. Anders raakt de zuurstof op en stik ik, en vinden ze me hoogstwaarschijnlijk dood de volgende ochtend. Wat een geweldige baan. Laat ik maar beginnen, dan is het ook zo klaar...

Gapend staar ik naar het scherm. Mijn ogen branden als een idioot, en mijn hele lichaam schreeuwt om slaap. Ugh... Het is 3 AM. Nog drie hele uren. Jezus wat vermoeiend is dit. Langzaam zak ik weg. Ik zie hoe de vlekjes voor mijn ogen dansen, opzoek naar droom beelden. Ik zie hoe het kippenhoofd knippert in een van de kamers, die overdag dan eng moet zijn. Ik zie hoe er op de camera een man via de bezoekers ingang naar binnen loopt.

Purple never fades • FNAF boek 2 [SNEAK PEEK]Where stories live. Discover now