Hoofdstuk 3: Een onvoorzien antwoord

5.5K 317 27
                                    

I will tell you whom to hate.

Hate him only who thinks ill of himself. Sorry, don't hate him, but hate his folly.

 - Sri Chinmoy

P.O.V. Nyah

Hij draaide zich naar me om en zijn pikzwarte ogen priemden in de mijne. Oeh, dit zat fout, erg fout.

'Wat heb je met je bloed gedaan?'

Ik fronste, met mijn bloed gedaan? Wat in godsnaam zou ik met mijn bloed moeten uithalen? Hij vloog zo snel op me af, dat ik enkel de kans had om even verbaasd met mijn wimpers te knipperen voor hij zijn hand rond mijn kin geklemd hield.

'Ben je ziek?' 

Nu keek ik hem vuil aan. 'Ziek? Het is niet omdat ik een mens ben en op straat leef dat ik daarom ziek ben!' Nu was hij er toch echt over gegaan. 

'Je wilt me vergiftigen hé? Is het dat?' Ik staarde hem woest aan en kon niet bevatten waarover hij het had. 

'Vertel, hoe is die wond van je er gekomen?'

 Ik wou hem een onzin antwoord geven, maar zijn diepzwarte ogen waarschuwden me op voorhand dat dit geen spelletje was. Toch wou ik hem niets vertellen over het stelen en wat Karsten wilde doen, mijn eer was nog niet helemaal door zijn brute plannen naar beneden gehaald.

'Iemand was boos op me en boorde een schaar in mijn hand.' Zo, lekker vaag.  Daar moest hij het maar mee doen. Maar het zou de prins weer niet zijn. 

'Wat voor schaar?' vroeg hij koeltjes, terwijl hij de grip op mijn kin geen seconde liet verslappen. 

'Gewoon een oud roestig ding, waarom is dat zo belangrijk?' ik snapte niet waar hij heen wou met zijn vragen. 

'Omdat dat oud roestig ding me vergiftigd heeft.'

Ik moest mijn lach binnenhouden en dat zag hij. Een roestige schaar die een vampier kan vergiftigen? Dat was werkelijk het grappigste wat ik vandaag gehoord had. 

'Je wist het, hè?' Hij klemde mijn kin nog strakker vast, ik had genoeg van zijn verdenkingen en gooide er uit wat ik dacht. 

'Nee, ik wist niet dat een schaartje een vampier kon vergiftigen, maar indien ik dat wist, zou ik je mijn wond nog steeds met plezier hebben laten helen. Want ik weet niet of je het toevallig doorhad, maar ik heb het niet zo op vampiers. En als ze me dan ook nog ontvoeren en beschuldigen, dan heb ik het echt helemaal gehad.' Ik staarde hem woest aan.

En wat zou hij daarop weten te antwoorden? 

Hij lachte, mijn antwoord negerend. Het leek zelfs alsof hij gewoon niet gehoord had wat ik zei. Maar dat had hij wel.

'Met plezier zeg je, hè? Dan mag je met plezier mijn nieuwe bloedaanvoer zijn. Door jouw domme plannetje haal je jezelf alleen maar meer op de hals vrees ik.'  hij grinnikte triomfantelijk.

Oké, dit was dus een onvoorzien antwoord. ' Wat?' 

Hij duwde me zo snel achterover op het bed, dat ik meteen naar adem hapte van de schok. 

'Je gaat me bloed geven.' grijnsde hij, zijn gezicht vlak boven mijn nek hangend.

'Gast, ga van me af! Daar heb je verdomme bloedslaven voor! ' Nu was het oorlog. 

Ik wriemelde en probeerde mezelf vanonder zijn lichaam te worstelen. Ik schopte tot hij uiteindelijk met zijn knieën op de mijne ging zitten en ik stompte met mijn vuisten tot hij die naast me op het bed pinde. Het resultaat was dat ik nu helemaal gevangenzat en de glimlach op zijn gezicht alleen maar breder werd. 

'Maar je bent ook mijn bloedslaaf.' 

Zijn huid werd steeds bleker en zijn ogen steeds donkerder. Hij had inderdaad niet gelogen, hij was aan het sterven, nuja voor zover een vampier kon sterven. Maar, dat was mijn probleem niet, integendeel dat vond ik buitengewoon hilarisch, maar zijn tanden die nu vlijmscherp uit zijn mond staken en steeds dichter bij mijn keel kwamen…dát was mijn probleem. 

'Waag het niet me te bijten.' gromde ik.

'Oh en waarom dan niet?' zijn ogen fonkelden gevaarlijk en hij lispelde door zijn blinkend witte hoektanden. Maar dat maakte hem niet minder bedreigend, dat maakte mij alleen maar hyperbewust van die twee vlijmscherpe tanden. 

'Omdat ik terugbijt.' Ik beukte met mijn hoofd tegen het zijne en probeerde daarna in zijn handen te bijten. 

Resultaat: barstende hoofdpijn, een hand in mijn mond, die niet eens de kleinste schade door mijn tanden leek te vertonen en een lachje van de vampierprins. Ik zat zwaar in de val. 

Ik kon me al niet bewegen, maar ik bevroor gewoon toen ik tanden tegen mijn keel voelde schrapen. Heel mijn lichaam verstrakte en ik zette me schrap voor de beet, dit zou pijn gaan doen. 

'Nee, nee, je moet relaxen.' mopperde hij.

Ik was verbaasd en woedend en weer flapte er wat uit mijn mond: 'Hoe kan ik nu relaxt zijn als er een vampier mijn bloed wil drinken? Ik...'  hij smoorde mijn geschreeuw door zijn hand op mijn mond te drukken. 

Daarna keerde zijn hoofd terug naar mijn hals, ik zag de tanden en wou net weer beginnen worstelen, tot ik iets zachts op mijn hals voelde. Wat deed hij? Toen pas besefte ik het. Hij kuste mijn hals. Zijn mond gleed over een plekje op mijn nek, zacht, maar tegelijkertijd ook krachtig. Ik was zo verrast door wat hij deed dat ik voor de tweede keer op rij sprakeloos was. Zijn tong gleed nu in cirkeltjes over het plekje, alsof hij het wilde reserveren. Het kietelde en ik moest een lach onderdrukken.

Daarna een schreeuw. 

Ik voelde de vlijmscherpe tanden in mijn huid snijden. Maar de pijn was maar voor even, want het gif werkte al snel op me in en maakte me slaperig. Toen hij klaar was, hief hij zijn hoofd naar me op. Ik kon zien dat er een druppeltje bloed uit zijn mondhoek stroomde, maar voor de rest zag zijn huid er weer normaal uit en zijn ogen hadden een rode kleur van het vers gedronken bloed, maar die vervaagde al snel en maakte plaats voor het gewoonlijke en koele smaragdgroen. Hij was weer zijn arrogante zelf, terwijl mijn ogen bijna dichtvielen en een plotselinge vermoeidheid me overviel. 

'Dat was nu toch niet zo moeilijk? Ontspannen?' hij grijnsde.

Ik keek hem vuil aan, maar verachte mezelf vanbinnen. Terwijl ik onder een vampier lag die op het punt stond me te bijten, wás ik inderdaad ontspannen geweest waardoor hij zijn tanden met gemak in mijn nek kon planten. Maar die fout zou ik geen tweede keer maken. 

Ik schrok toen ik terug een hand rond mijn gezicht voelde, deze keer minder hard, maar toch dringend waardoor ik vermoeid door mijn wimpers heen tuurde.

‘Nu wil ik enkel nog een naam weten.’

Ik kreunde. ‘Niet weer.’ mompelde ik.

‘Zal ik je anders nog eens bijten?’ Ik dacht niet dat hij zijn dreigement serieus meende, maar toen ik een koele adem over mijn hals voelde strijken, werkte dat plots zeer ontnuchterend.

‘Nyah…Nyah Greene.’ mompelde ik. Het was dat ik bijna in slaap viel en werd bedreigd door een hongerige vampier, anders zou ik mezelf deze fout nooit vergeven.

‘Je zult nog van me horen, Nyah.’ zijn woorden klonken gevaarlijk en scherp maar hij liet mijn naam net als een zwak onbeduidend wezen klinken.

Ik gromde nog wat, ik weet niet, het klonk als arrogante zak, maar het kon even goed psychopathische bloedzuiger zijn, daar was ik niet zo zeker van. In ieder geval viel ik zo snel in slaap dat ik me dat niet meer kan herinneren. 

Captured by a vampireprince (compleet)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu