-hoofdstuk 1-

5.4K 142 30
                                    


-Malia-

Ik doop mijn kwast in de rode verf om de laatste accenten te leggen aan mijn meesterwerk. Het hele doek is gevuld met een rood vlak met in het midden een huilende wolf. Het wapen van het kasteel hier vlakbij.

Met een zucht stop ik de kwast in een emmer water en loop naar het kleine raampje. Sinds dat ik klein was hield ik van verhalen over ridders en kastelen, en het grote kasteel hier vlakbij heeft altijd een soort aantrekkingskracht gehad.

Ik was zo nieuwsgierig dat ik altijd probeerde er in te komen. Maar mijn moeder kwam erachter, en ze zwoor dat ik ons huis nooit meer uit zou komen. Ze heeft het altijd over de gevaarlijke buiten wereld bla bla bla. Maar altijd als ik bij het kasteel was voelde ik me er veilig. Ik had zelfs het gevoel dat ik er beschermd werd.

Ik leef nu al 10 jaar in deze toren en de enige reden dat ik er uit mag is om voor de moestuin en dieren te zorgen. Het landgoed heeft twee grote weilanden, een klein weiland, een grote moestuin, een huis met toren, een grote schuur, een waterput,en niet te vergeten een grote muur om het landgoed heen.

Ik leef dus in de toren en mijn moeder in het huis. We eten samen en daar houd het op. We hebben niet zo'n goede band. Ze is vaak weg voor 'zaken' en ze heeft nog nooit mijn verjaardag onthouden. Als het even kon doet ze alsof ik niet besta. Het is alleen maar moeder dit moeder dat. Moeder is perfect.

"Malia! Waarom zijn de paarden nog niet geborsteld!?" Mijn moeder komt kwaad binnen stormen. "Jij! Je weet dat ik vandaag weg moet!"

"Het spijt me moeder, ik zal meteen beginnen." Haastig ren ik naar de stallen. Ik borstel tot mijn armen niet meer kunnen, en probeer de paarden snel op te zadelen. Wanneer ik klaar ben zijn mijn armen helemaal verzuurd.

Mijn moeder komt aangelopen, en stapt zonder iets te zeggen op de wagen. De twee paarden trekken uit volle macht, en ze draven weg. Doordat de wind mijn kant opstaat hoor ik nog net moeders laatste woorden. "Vergeet niet Malia. Ga niet alleen naar buiten!"

Wanneer ze uit het zicht verdwenen is begin ik met mijn dagelijkse klusjes. Koeien melken, geiten en schapen buitenzetten, varkens voeren, honden borstelen, katten voeren, groentes plukken, fruit plukken, dekens haken, water halen, eten koken, de rest van de dieren voeren, planten water geven, schoorsteen vegen en ga zo maar door.

Zuchtend ga ik zitten op een bankje buiten. Ik veeg mijn bezwete voorhoofd af met mijn hand, en hang daarna de natte kleding aan de waslijn.

Ik wil net gaan eten koken wanneer ik paarden hoor. Huh, moeder kan nu toch nog niet terug zijn?

Verbaasd kijk ik naar de oprijlaan. Er is zoveel gestuif dat ik eerst niet zie waardoor het veroorzaakt word. Plots is al het stof weg en zie ik een hele horde paarden en gewapende mensen. Mijn instinct zegt me te vluchten, maar ik wacht nog even. Ik moet weten wat ze willen.

Een kleine forse man stijgt met moeite van zijn paard en hij houdt een hoorn aan zijn lippen. "Kom nu uw huis uit, dat is een bevel! U weet wat de consequenties waren voor het betreden van ons territorium! Lever nu de jongedame aan ons uit!" Mijn hard gaat als een razende tekeer, en alles begint op zijn plek te vallen.

Moeder is natuurlijk weggegaan zodat ik werd meegenomen en dat haar niets overkwam. Snel grijp ik mijn rode cape van het bankje, en ik begin razendsnel te rennen. Ik weet de plekken waar de muur is afgebrokkeld en waar ik gemakkelijk overheen kan komen.

Als een bezetene spring ik over de muur en het besef komt al snel te komen. Ik ben voor het eerst in tien jaar buiten de muur.

Snel kijk ik om me heen een glimlach breekt door op mijn gezicht. Het is hier prachtig! Snel ren ik door tot ik in de verte een toren zie. Ik weet het zeker ik ga naar het kasteel!

Escaping from me ✓Where stories live. Discover now