-hoofdstuk 13-

2.3K 93 8
                                    


-Malia-

"Wat?" Ik schud de handen van de man van mijn schouders af. "Ga zitten lieverd." Zegt de vrouw vriendelijk. Met tegenzin ga ik naast haar zitten, het is niet alsof ik veel keuze heb.

"Precies een week voordat jij geboren werd, werden alle zwangere vrouwen in het land bijeengeroepen. Als we niet zouden komen zouden we grote problemen krijgen, dus we rezen naar de hoofdstad." Ze zucht even. "Drie kinderen zouden er geofferd worden, drie levende kinderen. Ik kon het niet geloven. Wie doet nou zoiets? Maar we hadden geen keuze. Natuurlijk werd ik aangewezen dus ik bedacht een plan. Een plan om jou te redden."

"We zochten iemand betrouwbaar om jou onder te brengen tot je één jaar was. We kwamen uit bij een aardige vrouw, ze leek betrouwbaar maar niets was minder waar. Zodra we jou bij haar hadden afgezet verdwenen jullie. Sindsdien hadden we jullie nooit meer gezien, maar we zijn altijd blijven zoeken. Totdat we hoorden dat er een meisje bij de alpha was met jouw naam."

De vrouw kijkt me aan met tranen in haar ogen aan. "Oh." Mompel ik. "We zullen alles snel inhalen wat we hebben gemist nu we samen zijn." Glimlacht de jongen wie mijn broer moet zijn. Ik frons. "En Jace dan?" De jongen zucht. "Die alpha is niet goed voor je, hij verdient jou niet." Ik kijk hem boos aan.

"Zijn jullie weerwolven of...?" Ik kijk ze vragen aan. De man -mijn vader-  glimlacht. "We zijn gewoon mensen, net als jij." Ik glimlach nep naar hem. De vrouw -mijn moeder- kijkt me met grote ogen aan. "Je hebt je mate toch niet gevonden hé?" De manier hoe ze het vraagt bevalt me niet, dus ik besluit haar niet de waarheid te vertellen.

"Nee natuurlijk niet." Mompel ik. De vrouw zucht opgelucht. "Dan hoeven we tenminste niemand te vermoorden." Geschokt kijk ik haar aan. Ze lijkt mijn blik gezien te hebben. "We vermoorden onze mates om ons te beschermen, om sterker te worden. Mates zijn een zwakte, en een groot gevaar." Ik knik beklemd. Ik heb geen idee hoe ik me hier uit ga werken.

De- mijn broer kijkt met een verdrietige blik voor zich uit. "Kom dan laat ik je kamer zien." Mijn moeder trekt me mee naar een grote kamer. Ik en mijn moeder gaan op het bed zitten.

Mijn moeder krijgt een bedenkelijke blik in haar ogen. "Je leek helemaal niet blij te zijn met ons. J-je knuffelde ons niet." Bezorgt kijkt ze me aan. Ik staar naar de vloer. "Ik ben mijn hele leven al teleurgesteld door mensen. Ik wil niet weer dezelfde pijn voelen wanneer jullie niet meer achter me staan, of me verstoten." Ik voel haar armen bijna meteen om me heen wanneer ik klaar ben.

"Ik snap het. Maar wat er ook is je kunt het me vertellen. Ik zal niet oordelen, of iets doen." Behalve Jace vermoorden denk ik erachteraan. Ik knuffel haar onhandig terug. "Ik zal je nu met rust laten, als er iets is roep je maar." Mijn moeder geeft me nog een snelle knuffel en verlaat dan de kamer.

Een halfuur lang zit ik de kamer te bekijken. Ik trek alle laatjes en deuren open om te zien of er iets interessants te vinden is.

Er word geklopt op de deur en hij word geopend. Mijn broer stapt de kamer binnen en meteen ben ik niet meer geïnteresseerd. Ik blijf op de grond zitten en kijk wat boeken door.

"Ik moet je wat vertellen, en jij moet mij wat vertellen." Ik draai me naar hem op maar blijf op de grond zitten. Mijn broer doet de deur dicht en gaat op het bed zitten. "Ik heb mijn mate gevonden." Ik probeer niet geïnteresseerd te klinken. "Oh."

Ik kijk weer naar de vloer. "Dan vermoord je haar toch." Hij zucht en draait met zijn ogen. "Ik heb het aan niemand verteld omdat ik niet wil dat zij vermoord word. Ik houd van haar." Hij kijkt me wanhopig aan, waardoor ik medelijden met hem krijg. Ik kijk hem vriendelijk aan. "En ik denk dat jij in hetzelfde schuitje zit." Mompelt hij.

Ik zucht diep. "Ik heb je naar hem zien kijken. Ik heb hem naar jou zien kijken, en ik ben niet gek." Ik gooi mijn handen in de lucht. "Je hebt mijn geheim ontrafelt, gefeliciteerd!" Hij lijkt echter nog niet klaar te zijn. Nieuwsgierigheid verspreid over zijn gezicht.

"Je bent serieus de mate van een alpha?" In zijn stem klinkt iets van ontzag. Ik knik. "Hoe zijn ze?" Vraag ik. "Wie?" "Onze ouders." Hij kijkt me met een blik aan die ik niet goed kan plaatsen.

"Ze zijn geweldig en alles hoor, maar-" hij lijkt even naar de goede woorden te moeten zoeken. "Maar dat hele mate vermoorden ding is gewoon complete onzin. Ik bedoel je word er zwakker van en niet sterker." Ik knik.

"Wat nu?" Vraagt mijn broer. Er ontwikkeld een plan in mijn hoofd.

"We gaan hier weg. We gaan onze mates koste wat kost beschermen."

Dit was het weer!
Ik had totaal geen inspiratie meer, maar aangezien ik mijn ander boek heb voltooid kan ik me nu vol richten op dit boek. Anyways ik hoop dat jullie het leuk vonden!

Groetjes mij!

Escaping from me ✓Onde histórias criam vida. Descubra agora