N I A M H

28 3 1
                                    

Het licht was feller dan hij zich kon herinneren

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Het licht was feller dan hij zich kon herinneren. Tuurlijk, het was inmiddels ook dag, de zon was opgekomen en ze zouden overal aan het zoeken zijn naar hem. Nog nooit had hij zich zo dom gevoeld, hoe kon hij dit laten gebeuren. Zomaar van zijn paard afvallen omdat hij zich niet meer goed voelde. Waar was hij? Het licht wat zo fel scheen kwam bij een raam vandaan. Hij voelde hoe hij op een zachte bank lag, wie had hem opgepakt? Stond er een prijs op zijn hoofd? Was hij daarom door vreemde mensen naar binnen gesleept en verzorgd, omdat de Engelsen hem levend wouden hebben?
Hij schoot omhoog, negeerde de pijn en het lichte gevoel in zijn hoofd, en keek om zich heen. Het was een net huis. De vloer was gemaakt van donker ebbenhout, de muren waren in een bijzondere kleur blauw geverfd, hij was de naam voor die kleur blauw vergeten.

'Jongen, hoe voelt u zich? We hebben uw paard buiten vastgebonden,' zei een oude vrouw. Ze had een kop warme bouillon in haar handen, 'hier drink dit op,' zei ze en drukte de kom in zijn handen. De bouillon was heet en brandde in zijn keel, het kon hem weinig schelen. Nog nooit had hij zo'n honger gehad. In Clonmel Goal had hij amper iets te eten gekregen en dat was twee dagen geleden.

'Laat me eens kijken,' zei ze en trok zonder toestemming te vragen zijn shirt ophoog en zijn broek naar beneden. 'Shite, dat ziet er vies uit,' bromde ze en liep weg. Het duurde een paar minuten voordat ze terug kwam met een oude lap en een fles mede. 'Dit zal helpen,' zei ze en druppelde wat whisky op de lap. Zonder aan te kondigen drukte ze deze op zijn zij. 'Damnaigh é!' zei hij en klemde zijn kiezen stijf op elkaar. Zijn gezicht vertrok van de pijn. 'Jongen, ik weet dat het pijn doet maar denk om je taalgebruik en zit stil,' Ze hield niet van zwerende uitspraken en al helemaal niet als haar kleindochter in de buurt was. 'Oma?' vroeg een zachte stem. Jeremiah opende zijn ogen en zag een bloedmooie vrouw in de deuropening staan. Ze was gekleed in niks meer dan haar onderjurk. Hij slikte toen de oude vrouw hem zag kijken en harder drukte op zijn wond. Hij kromp in elkaar van pijn en moest zich inhouden om niet meer te schelden.

'Waar moet je heen?' vroeg de vrouw. Ze was klaar met haar goedbedoelde marteling. 'Turret of Fennor, naar James Grant,' zei hij. De vrouw knikte, 'ik heb gehoord dat hij op zoek was naar zijn zoon,' zei ze terwijl ze de spullen opruimde. Het was even stil en Jeremiah wist niet wat hij precies moest zeggen. Ze mocht niet weten dat hij de zoon was waar James naar opzoek was. Hoe kon James zo dom zijn geweest om het nieuws rond te bazuinen dat zijn zoon zoek was! Zijn oom wist wat hij aan het doen was en dat het niet altijd ging zoals gepland. 'Precies, daarom,' zei hij nors.

De vrouw keek hem vragend aan. 'Ik ga verder,' zei Jeremiah. Hij stond op en zoals hij altijd deed, de pijn negerend, pakte hij zijn jas. Hij sloeg zijn cape om hem heen en groette de kleindochter van de vrouw. Ze glimlachte en keek hem doordringend aan, 'doe voorzichtig,' zei ze en knikte bemoedigend. Ze had geen idee waar hij heen ging of waar hij vandaan kwam. Het enige wat ze wist was dat ze kon verdrinken in zijn bruine ogen. Het licht van de ochtendzon scheen erop waardoor ze van goud leken. Ze kon landschappen zien in zijn ogen, landschappen gevuld met kleurrijke bloemen. Zijn ogen waren goud als honing gemaakt door de bijen. Ze kon verdrinken in zijn ogen alsof de golven de zee niet konden overwinnen. 'Lá maith,' zei hij en knikte.

Ze schrok op uit haar gedachten, ze glimlachte als antwoord en liep naar de kamer om haar oma te helpen. Doordat ze geen woord Gealic sprak had ze geen idee wat hij net had gezegd. Het enige wat ze wist was dat ze nog nooit iemand zo aantrekkelijk tegen haar had gesproken zoals hij net had gedaan. Ze zag nog een schim van hem hoe hij weg reed op zijn zwarte paard de poort door en zijn tocht doorzette. Als een eenzame reiziger die verdwaald was in zijn eigen wereld.

'Diarmaid!' hoorde hij een bekende stem roepen vanaf het land. Een glimlach trok over zijn gezicht en hij stapte van het paard af. Hij realiseerde dat dat het enige was wat hij buit had gemaakt deze keer. Paarden waren duur en het was dus nog niet eens zo slecht als met lege handen thuis komen. Oom James omhelsde hem, 'waar was je?' vroeg zijn oom bezorgd. Hij scande zijn lichaam en zag hoe zijn kleren bebloed waren. Het was hem ook niet ontgaan hoe extreem bleek zijn huid was. Jeremiah bleef stil en haalde diep adem, 'laten we naar binnen gaan,' zei James.

Jeremiah vertelde over Clonmel Goal, hoe ze hem hadden gepakt en hadden opgesloten. Hoe hij de bewakers had neergeslagen om te ontsnappen en dat ze hem een nacht hebben gevolgd. Hij vertelde over hoe ze hem hadden beschoten en over zijn bijzonder zwakke ontmoeting met de oude vrouw in Urlingford. En dat zij wist dat James opzoek was naar hem. James knikte, 'Niamh,' zei James met een glimlach.

Niamh was een oude vriendin van James. Ze werd geweerd door de meeste mensen in het dorp. Niamh was een mythe, ze was de dochter van Manannan, de god van de zee. Ze werd ook wel beschreven als het licht van het gouden haar en werd vaak gezien op haar witte paard terwijl ze de mistige heuvels doorkruiste opzoek naar nieuw avontuur. Ze was de geliefde van de poëtische held Oisin en samen leefden ze in Tir-na-nOg, het land van de eeuwige jeugd. Mensen vreesden Niamh, haar haren leken goud in het licht van de zon en haar vader was een kapitein geweest op verscheiden schepen.

Het kon niet anders dan dat zij een godin was. Mensen waren weliswaar bang voor haar aanwezigheid. Niamh zelf had zichzelf de naam van heler opgelegd, hoewel de mensen dit liever als druïde of als heks beschouwden. Haar liefde voor planten en de natuur kwamen goed van pas. Zelf wist ze dat ze geen heks was, ze kon niet op tegen de krachten van de natuur en vertrouwde op de helende werking van de planten zoals ze geleerd had.

'Ik vertrouw Niamh, ze was de enige waar ik heen kon in Urlingford om te vragen waar je was, misschien had ze iets gezien of gehoord in het dorp,' zei James. Jeremiah hoorde de bezorgdheid in de stem van zijn oom. 'Het spijt me, o m'anan,' zei hij. Zijn oom glimlachte en legde een hand op zijn schouder, 'als ze hier komen ben je hier al de hele week, ga maar slapen,' zei James. Jeremiah knikte en merkte eindelijk hoe uitgeput hij was. Het was niet voor niets dat hij zijn bewustzijn verloor eerder die dag in het dorp. Toegeven aan zijn lichaam was niet zijn sterkste kant.

[A/N] Het tweede hoofdstuk, Niamh. In het oude Ierland was hekserij een groot ding. Ze werden gevreesd door de burgers hoewel ze niet meer gestrafd werden als in de voorgaande eeuwen bleven de mythes bestaan en was bijgeloof een groot ding naast het enorm katholieke geloof waar de meeste Ieren zich mee bezig hielden.
Kleine geschiedenisles van mij, dag!

Woordenboek

Damnaigh é: verdomme
Lá maith: Goededag
o m'anan: vanuit m'n hart

Diarmaid is Jeremiah in Gealic, het is dus gewoon zijn naam, deze zullen we vaker horen.

De Laatste ManWhere stories live. Discover now