C L A D D A G H

10 1 0
                                    

Een glimlach verscheen op haar gezicht toen ze in de verte een ruiter zag

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Een glimlach verscheen op haar gezicht toen ze in de verte een ruiter zag. Zijn lange mantel bewoog in de wind, het zwarte paard galoppeerde met lange tussenposen en het leek alsof hij zweefde door de heuvels. Ze wist dat hij het was en zette de mand neer tussen de bloemen. Ze wist niet of het haar tranen waren of de regen die neerdaalde op haar gezicht. Op momenten zoals deze wist ze hoeveel ze van hem hield en hem nooit wou kwijtraken.

Hij hield halt en sprong van zijn paard af, zijn mantel volgde hem in een sierlijke boog. Een grote lach verscheen op zijn gezicht en hij haalde diep adem. Ze stortte zich in zijn armen, hij kon zien dat ze gehuild had. Hij wreef met zijn duim de tranen weg van haar wang en plantte een zoen op haar mond. Ze snikte en lachte om haar verschijning. Zijn aanwezigheid maakte gevoelens bij haar los die ze nooit had durven te dromen. 'Áine,' zei hij. De tranen stonden nog in haar ogen en het brak zijn hart dat hij er niet altijd voor haar kon zijn. Hij hurkte neer en pakte haar hand, 'Áine, wil je mijn vrouw worden?' vroeg hij zijn stem sloeg over van de spanning. Ze hadden het hier vaak over gehad maar het leek toch zo ver weg. Tot nu.

Ze slaakte een kreet van geluk en hurkte tegenover hem neer. Er waren geen woorden die zij uit kon brengen. Geen woorden zouden kunnen beschrijven wat ze voelde. Het was alsof de wereld om hen heen brandde en zij veilig geborgen waren in hun eigen paradijs.
Met zijn hand pakte hij haar kin en liftte haar hoofd omhoog. Hij keek haar recht aan, 'ik weet dat ik er niet altijd voor je ben en dat doet mij ook pijn. Toch wil ik jou als mijn vrouw. Ik heb je nodig, Áine. Niet op de manier om te overleven maar om mijn leven zin te geven. Je hebt een speciale plek in mijn hart en ik ben dankbaar hoe het universum heeft samengezworen dat ik jouw liefde zou vinden. Ik wil jou, elk deel van jou. Zelfs de delen die je weigert te geven. Áine, ik hou van jou totdat de laatste ster zal vallen,' zijn woorden deden een rilling over haar rug trekken. Ze had nog nooit zulke mooie woorden gehoord en zal ze voor altijd onthouden.

Hij haalde een ring uit de binnenkant van zijn jas. De ring stelde twee armen voor die zich op het bovenstuk uitten als handen. De handen hielden een hart vast, net zoals hij haar hart vasthield. Het hart was gemaakt van een wonderschone steen die glinsterde in de zon. Boven het hart was een kroontje gemaakt. Alsof hun liefde bekroond was met een zegen. De handen stonden voor vriendschap, het hart voor liefde en de kroon voor loyaliteit. Er waren oude verhalen over de ringen, katholieke verhalen dat het de drie-eenheid voor zou stellen. Toch waren er in Ierland meer mensen die liever geloofden in hun eigen goden, de rechterhand was de hand van Dagda, de vader van de goden. De linkerhand was van de godin der vruchtbaarheid, Anu (nu Danu). Zij was de stammoeder van Tuatha Dé Dannan. Ook was Anu de godin van wijsheid en van de wind. De kroon stond voor Beauthauille en het hart stond voor alle harten van de mensen en hetgene wat eeuwige de muziek naar Ierland toestuurde. Het waren niet de goden zoals Áine ze kende, niet de Griekse goden maar de Keltische goden. Ze wist niet wat ze moest geloven, er gingen immers ook verhalen rond dat de ringen uit een vissersdorp kwamen waar de ring zijn naam aan te danken had, Claddagh. De ring werd gedragen door vissers en het teken zou oorspronkelijk geschilderd zijn op de boten die daar thuishoorden. Wanneer de vissers onbekende collega's zagen in hun wateren, controleerden ze deze op het teken. Was het teken nergens te vinden, dan was het enige waar de onbekende vissers naartoe gingen, de zeebodem.

Ze wist dat er een bepaalde manier van het dragen was maar had geen idee hoe dat zat. Hij pakte haar linkerhand en schoof de ring om haar ringvinger. Het hart richtte naar buiten, van haar af. 'Dit betekend dat je verloofd bent, wanneer we trouwen draaien we hem om. Dan is je hart van mij,' zei hij. Ze haalde diep adem en tranen van geluk stroomden over haar wangen. 'Niet huilen,' zei hij zacht terwijl hij haar in zijn armen sloot en zacht heen en weer wiegde. Hij wist dat hij geen ideale man was, wat hij als zijn werk beschouwde was gevaarlijk en zal nooit een stabiele factor worden, zijn temperament kon hem fataal worden en hij had geen geld om een fatsoenlijk huis te bekostigen. Het verbaasde hem, Àine had zoveel meer kunnen krijgen. En toch vond ze hem genoeg.

Ze konden het niet voor zichzelf houden. Samen met Jeremiah liep ze het huis van Niamh binnen. Niamh zat in de keuken een oud boek te lezen en keek op toen ze het stel hoorde binnenkomen. Aan hun aanwezigheid voelde ze een soort opgewonden spanning. De uitstraling op hun gezichten vertelden haar genoeg. Een glimlach trok over haar verouderde gezicht, 'Moge jullie handen voor altijd verbonden zijn in vriendschap en moge jullie harten voor altijd gevuld zijn met liefde,' sprak Niamh uit. Jeremiah glimlachte, hij herkende de oude spreuk en wist dat Niamh het wist. Jeremiah knikte, 'ik zal goed voor haar zijn,' zei hij zacht. Niamh lachte als antwoord en stond op van haar stoel. Ze liep naar Àine en sloeg haar armen om haar heen. 'Hij is een goede man, nu zijn daden nog,' fluisterde ze in haar oor. Jeremiah hoorde het en wist dat dat zeker de bedoeling was geweest. Toch wist hij niet of dat ooit nog mogelijk was met alle ellende die hij nu al had aangericht. Hij hield van de spanning die zijn tochten meebrachten. Hij hield van het gevoel die hij kreeg wanneer hij de schrik op de mensen hun gezicht zag. Het was slecht, in tegenstelling tot hem. 'God, zege zijn Ierse ziel,' zei Niamh in de lucht en sloeg toch haar armen om hem heen. 'Hou van haar tot je hart pijn doet, bescherm haar met alles wat je hebt tot het je doodt. Er zal een vloek op je rusten wanneer je dat niet doet,' zei Niamh. Jeremiah knikte en werd om eerlijk te zijn een beetje bang van de woorden van de vrouw. Ze raakten haar ergens waarvan hij de plaats niet wist. Natuurlijk zou hij haar beschermen en van haar houden, hij kon niet anders. En toch achtervolgden de woorden over de vloek die op hem zal rusten wanneer hij zijn belofte niet kon volbrengen hem nog dagen.

Het was oom James die in tranen uit was gebarsten. Zijn zoon zou trouwen, hij wist al sinds de eerste keer dat ze hier was; toen ze het flesje rozemarijn bracht voor Jeremiah. James was zijn zoon om de hals gevlogen en hem een zoen gegeven op zijn wang. 'Jongen, laat haar nooit meer los. Geef haar alles wat ze wil en zorg voor haar alsof ze een godin is,' zei zijn oom. Jeremiah had geknikt, hij wist het. Nooit zal hij haar in de steek laten, pijn doen of zijn liefde voor haar verliezen.

De Laatste ManWhere stories live. Discover now