Hoofdstuk 6

171 8 7
                                    

Slaperig liep Will door het dorp. Halt had hem naar de markt gestuurd voor vers brood, melk en fruit. Hij onderdrukte een geeuw toen hij in de rij stond bij de fruitkraam. "Wat mag het zijn Will?" vroeg de jonge vrouw. "Zes appels graag Amber." Amber gaf hem zes appels en Will betaalde haar met het geld wat Halt hem had gegeven. Daarna liep hij naar de melkboer voor melk en als laatste naar de bakker. Onderweg naar het bospad zag hij een kraampje met mooie bloemen. Hij ging erheen en de man achter de kraam kwam omhoog. "Op zoek naar een bloemetje voor uw lief?" Will moest lachen. "Was dat maar waar, meneer. Welke bloem zou u aanraden om een ruzie bij te leggen?" De man streek nadenkend met zijn hand over zijn kin. "Hmm, dat verschilt per meisje en hoe heftig het was. Mag ik vragen wat er is gebeurd?" Will legde kort uit wat er was gebeurd de vorige dag en de man maakte ondertussen een boeketje klaar. "Hier, ik denk dat dit wel genoeg is." In het boeketje zaten rozen en veldbloemen en Will keurde het goed. "Wat krijgt u van me?" Hij wilde al een paar zilverstukken pakken, maar de man wuifde dat het goed was. "Niks jongeman. Het enige wat ik hoop is dat dit een wijze les mag zijn voor je. Kom nog eens langs en vertel me hoe het is verlopen, dat is mijn betaling." Will stopte de zilverstukken terug, bedankte de man en liep terug naar het huisje in het bos. Melany was intussen ook aangekleed en zette net de laatste spullen op de tafel voor het ontbijt. Halt zat op zijn kamer en ze klopte op zijn deur. "Meneer? Will is terug met het ontbijt. Komt u?" Er klonk een instemmend antwoord en ze hoorde hoe hij zijn stoel naar achteren schoof en eraan kwam. "Melany?" Ze draaide zich om en zag daar Will met een bos bloemen in zijn hand. "Wat is dit? Hoe kom je daaraan?" Ze pakte het een beetje blozend aan en rook aan de bloemen. "Het spijt me dat ik je heb gekwetst. Wat ik gisteren zei sloeg nergens op. Sommige meisjes zijn inderdaad goed in wassen, kijk maar naar de kamermeisjes in het kasteel, maar dat wil niet zeggen dat elk meisje zo is. Jij bent een geweldig meisje en ik zou het heel erg vinden als wij geen vrienden zouden zijn." Zijn mond was kurkdroog geworden en hij slikte een paar keer. Gespannen keek hij naar Melany. Ze staarde naar de bloemen en hield haar blik afgewend. Wills schouders gingen naar beneden en hij wist zeker dat hij het voor altijd verpest had. Ineens voelde hij hoe ze hem in een omhelzing trok en een zoen op de wang gaf. "Dank je wel Will, je bent een schat." Ze pakte een nieuwe vaas uit de keuken, vulde die met water en zette het op haar kamer. Halt had al die tijd in zijn kamer gewacht om hen wat privacy te geven. Toen Melany boven was en Will buiten een nieuwe emmer water pakte voor binnen glipte Halt uit zijn kamer en ging geruisloos aan tafel zitten wachten. Pas toen Will aan tafel aanschoof zag hij de Jager zitten. "Kunnen we dan nu ontbijten? Er staat ons nog een lange dag te wachten," zei hij een beetje geërgerd. Melany schoof snel aan zodra ze hen zag zitten en at vlug haar ontbijt.

>>>---------->

Melany en Will woonden nu bijna twee weken bij Halt. In hun eerste week bij de Jager gebeurde er niet zo veel interessants. Ze deden het huishouden en de boodschappen. Halt leerde hen meer over hun toekomstige baan, maar dit was vooral theorie. Tot dan toe hadden ze nog niets praktisch gedaan en dat vonden de leerlingen maar niks. Allebei leerden ze graag en vooral praktische ervaringen opdoen vonden ze geweldig. Ze hadden zich hun leven als leerlingen van Halt heel anders voorgesteld, maar ze mochten niet klagen. Eerlijk is eerlijk, of ze nu aan het schoonmaken waren of met andere klusjes bezig waren, met Halt in de buurt was het nooit saai. Groot was hun verbazing toen Halt hen op een middag meenam naar het oefenveld achter het huis. Ze hadden gemakkelijke kleding aan moeten doen en vroegen zich af waarom dat was. Verwachtingsvol keken ze naar hun mentor. "Het leven van een Grijze Jager is niet gemakkelijk en wij moeten ons vaak achter vijandelijke linies bevinden. Het is dan ook van groot belang dat onze conditie optimaal is. Om te kijken hoe het er bij jullie voorstaat gaan we eerst hardlopen. Als jullie dat pad volgen komen jullie over twee kilometer bij een boom. Ga daar omheen en kom dan weer deze kant op. Na vijfhonderd meter gaan jullie driehonderd stappen lopen en daarna weer hardlopen en dit blijft zich herhalen totdat jullie weer hier zijn. En we beginnen nu!" Halt zag hoe Will en Melany begonnen met hardlopen en volgde hen totdat hij ze niet meer zag. Zijn leerlingen dachten dat hij op hen zou wachten, maar Halt zorgde ervoor dat hij in de boom zat nog voordat zijn leerlingen er waren. Will en Melany waren samen begonnen, maar hij zag nu alleen Will aankomen. Hij liep rechtop, ademde rustig en liep in een goed tempo. Hij was net toe aan zijn stappen en hij hield zijn armen omhoog om de steken in zijn zij te verminderen. Halt knikte tevreden. Will was bezig met zijn weg terug toen Melany aankwam. Halt zag dat zij er meer moeite mee had, maar ze zette door. Hij kon zien dat ze heel geconcentreerd was en haar best deed. Ze hield een hand tegen haar zij, wat erop wees dat ze daar een flinke steek had, maar ze peinsde er niet over om te stoppen of langer over haar stappen te doen. Toen ook zij weer terug naar het huis ging, klom Halt uit de boom en kwam via een omweg eerder aan. Hij zette binnen verse koffie en wachtte op zijn leerlingen. Will kwam vijf minuten na hem aan, Melany na bijna een kwartier. Even vreesde ze dat Halt haar streng zou toespreken, maar dat was niet het geval. "De basis hebben jullie onder de knie, dus dat geloof ik wel. Het enige wat nu nog rest is veel oefenen zodat jullie even snel zijn." Hij keek naar de bezwete voorhoofden voor zich. "Nemen jullie eerst maar een douche, daarna zien we elkaar in de woonkamer." Will en Melany liepen elk naar hun kamer en pakten schone kleren en een handdoek. Achter het huis was een douche met een omkleedkamertje erbij. "Ga jij maar eerst, ik doe er langer over," zei Melany toen Will aanbood om haar eerst te laten douchen. Will liep naar de douche en overwoog om het kacheltje aan te doen om warm water te krijgen, maar hij had liever een koude douche. Het was warm die dag en het idee om een koude douche te nemen was erg aangenaam. Na tien minuten was Will klaar met douchen en liep zonder shirt aan naar buiten zodat Melany sneller kon douchen. Melany zat op de veranda te wachten en stond op toen Will langsliep. "Jij kan douchen, maar ik zal eerst het water bijvullen voor je." Hij pakte de emmer van binnen en vulde deze met het water uit de ton. Terwijl hij hiermee bezig was, kleedde Melany zich om. "Wil je warm of koud water Mel?" riep Will door de deur heen. "Doe maar lauw!" Will lachte. "Dat was geen keuze!" "Maar wel een optie," antwoordde Melany. Ze wachtte totdat het water lauw was en genoot van de stralen. De kramp en steken gingen niet helemaal weg, maar het was beter dan eerst. Ze deed er inderdaad langer over dan Will, maar ze had daar zo haar redenen voor. Will klopte op de deur. "Mel? Ben je zover? Halt wil verder met de training." "Ja, een momentje. Mijn strophium werkt niet mee," antwoordde ze een beetje boos. "Je wát?" vroeg Will verbaasd. Hij had daar nog nooit van gehoord. "Laat maar. Ga maar vast, ik kom er zo aan." Hij zat net op de veranda toen Halt ineens achter hem opdook. "En?" Bijkomend van zijn hartverzakking gaf hij antwoord. "Ze komt zo, ze had problemen met haar... met iets." Halts wenkbrauw ging omhoog. "Met wat had ze problemen?" "Met mijn strophium," klonk haar stem van links. De Jager keek haar aan en knikte toen. "Het zal weer eens niet. Kom, even iets drinken en daarna hebben we een leuk programma!" Hij ging hen voor naar de woonkamer en schonk drie mokken koffie in. Will rook eraan en nam voorzichtig een slok. Hij trok een vies gezicht zodra de vloeistof door zijn keel was verdwenen. "Wat is dat vies zeg." "Je moet het ook met honing drinken." Melany pakte de honingpot en goot drie flinke lepels in Wills mok. Ze gebaarde dat hij het moest drinken en met enige tegenzin nam hij een tweede slok. Ditmaal was de koffie heerlijk en hij nam snel nog een slok. Melany zag hem genieten en goot drie lepels in haar mok en gaf toen de honing aan Halt. Na de koffiepauze gingen ze naar het dorp. Will en Melany liepen nog steeds in hun eigen kleren, maar vandaag zouden ze hun uniform krijgen. Onderweg vroegen ze zich af waarom ze naar het dorp liepen, maar zorgden ervoor dat Halt hen niet hoorde. Bij de kleermaker gingen ze op twee stoelen zitten wachten. "Mevrouw Boterbloem, bent u daar?" riep de Jager. Achterin de winkel ging een deur open en daar verscheen een jong meisje die bij het zien van de Jager meteen terugging. Will en Melany moesten lachen. "Weet je, nog niet zo lang geleden waren er twee tieners die het in hun broek deden toen ze een zekere Jager tegenkwamen tijdens een nachtelijk uitje." Hij keek hen met een indringende blik aan zoals alleen hij dat kon en zijn leerlingen keken beschaamd naar de grond. "Sorry voor het wachten Jager, mijn dochter kon niet duidelijk maken dat u er al was." Halt maakte met een handgebaar duidelijk dat het niet erg was en mevrouw Boterbloem vestigde haar aandacht op de tieners. "Dit zijn ze neem ik aan?" Meteen sprongen ze op toen ze doorkregen dat het nu over hen ging. Will en Melany zeiden in eerste instantie niks, maar toen Halt hen geërgerd aankeek mompelden ze instemmend. De lach van mevrouw Boterbloem werd nog groter. In gedachten herbeleefde ze de dag waarop Gilan zijn kleren kwam halen. Ook hij had niks gezegd totdat zijn leraar hem een boze blik had toegeworpen. "Ik heb jullie kleren al klaarliggen, maar ik denk dat jullie ze nog moeten verstellen. Ik neem aan dat jullie dat wel kunnen, niet waar?" Verschrikt keken ze elkaar aan. "Dat is een van de vele dingen die ze niet kunnen," zei Halt. Mevrouw Boterbloem knikte bedachtzaam. "Ik weet zeker dat u hen daar alles over zal leren." De leerlingen wisten het niet zeker omdat Halt zijn capuchon nog op had, maar ze meenden te zien dat hij gemeen grijnsde. Mevrouw Boterbloem bekeek de Jager en zijn leerlingen. Ze kende Halt niet zo goed, maar toch goed genoeg om te weten dat hij soms norser deed dan dat hij daadwerkelijk was. Ze richtte haar aandacht nu op de jongen voor haar. "Zullen we dan met jouw kleren beginnen jongeman?" Will knikte en liep naar haar toe. "En wat is jouw naam als ik vragen mag?" "Mijn naam is Will, mevrouw." Mevrouw Boterbloem knikte hem toe en leidde hem naar achteren om zijn kleren te passen. Will deed zijn oude kleren uit en trok de bruine wollen broek aan. Het zat wat strak, maar niet zo strak dat je je er niet in kon bewegen. Daarna trok hij een linnen shirt aan, gevolgd door een tuniek met lange mouwen en een vest met korte mouwen die halverwege zijn bovenarmen stopten. Mevrouw Boterbloem liet hem ronddraaien en verstelde zijn kleren met pinnen. "Zo, als je deze nou inkort bij de pinnen, dan kun je daarna je andere kleren erop leggen en op dezelfde lengte inkorten. Als je nu alles uit wil doen, kun je daarna nog een wollen shirt passen. Dat linnen shirt is fijn voor in de lente en de zomer, maar tijdens de herfst en de winter kun je beter die van wol dragen." Toen Will het wollen shirt paste was hij enigszins opgelucht dat hij deze niet hoefde te verstellen. Hij kreeg drie volledige uniformen mee van mevrouw Boterbloem en wachtte geduldig totdat Melany klaar was. Bij Melany duurde het wat langer omdat mevrouw Boterbloem de verkeerde kleren had meegenomen. Ze merkte het pas toen Melany haar broek aandeed. "Stop maar liefje, ik zie nu dat ik de verkeerde maat heb meegenomen. Ik kom zo terug." Met die woorden verdween de kleermaakster achter de winkel en stond Melany ongemakkelijk in haar ondergoed. "Kijk eens, deze passen beter denk ik zo. Jager Halt had verteld dat hij langs zou komen met zijn leerlingen en had ook verteld dat er een meisje bij zat. Ik heb daarom van de kleinste maat die ik had een nog kleinere gemaakt. Misschien dat je nog wat moet verstellen, maar in ieder geval niet zoveel." Melany probeerde de broek en merkte tot haar grote vreugde dat hij perfect paste. Ook bij haar heupen zat het goed. "Daar heb ik aan gedacht en als je nieuwe kleren nodig hebt, moet je gewoon langskomen." Melany lachte de vrouw dankbaar toe. Ook zij verliet het kamertje met drie volledige uniformen. Melany vouwde haar kleren goed en legde ze op een stapeltje. Will volgde haar voorbeeld en toen hij klaar was wilden ze de winkel uitlopen, maar Halt hield ze tegen. "Niet zo snel jullie twee, we zijn nog niet klaar. Mevrouw Boterbloem?" Halt pakte Melany's kleren over en de vrouw pakte een meetlint en nam haar maten op. "Waar moet ik op letten bij het maken ervan?" Halt dacht even na. "Dat het haar niet te strak zit, maar dat het mooi aansluit. De rest laat ik aan u over, u hebt daar iets meer verstand van dan ik." Mevrouw Boterbloem schreef de maten op en had al een ontwerp in gedachten. "Het zal eind van de week wel klaar zijn, dan kunt u het ophalen. Nou ja, zij kan het dan komen ophalen." Halt gaf haar een van zijn weinige glimlachjes. "Dat was het zo voor vandaag?" Even dacht de Jager na. Ze hadden hun uniformen, maar zijn gevoel zei dat ze nog iets misten. "Volgens mij moeten deze er nog bij, niet waar?" Ze gaf de tieners elk vijf paar nieuwe sokken en keek toen naar Halt, die tevreden knikte. Hij liet Will en Melany alvast naar de schoenmaker lopen terwijl hij afrekende. Daar kregen ze elk een paar nieuwe laarzen en Halt rekende ook dat af. Als laatste moesten ze nog wat eten halen. Het was markt die dag en er was van alles te zien. Nadat ze de boodschappen opgehaald hadden liepen ze weer richting hun knusse huisje.

De Grijze Jager: Een droom komt uit (GAAT HERSCHREVEN WORDEN)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu