Hoofdstuk 7

167 9 10
                                    

"Wát moet ik gaan halen?" Halt keek het meisje tegenover hen aan. Langzaam ging zijn wenkbrauw omhoog. "Je hebt me wel gehoord dametje. Je jurk is klaar. Je kan hem zo ophalen met de boodschappen." Aan zijn toon was te horen dat het gesprek klaar was wat hem betreft. Hij las verder in het rapport en wuifde Melany gedag. Ze pakte de tas voor de boodschappen en liep met enige tegenzin naar het dorp. Will had aangeboden om mee te gaan, maar ze had het geweigerd. Hij was de dag ervoor vroeg opgestaan om naar de bakker, de melkboer en de fruitkraam te gaan. "Goedemorgen," zei Melany tegen het meisje wat ze een paar dagen geleden ook had gezien. Nu Halt er niet bij was, durfde het meisje naar haar te lachen. "Zeggen we dan niets meer terug Lotje?" vroeg haar moeder. Het meisje lachte verlegen, maar liep naar Melany toe en stak haar hand uit. "Hallo juffrouw Melany!" De leerlinge ging door haar hurken zitten en nam het kleine handje in die van haar. "Een hele goedemorgen juffrouw Lotje!" Lotje straalde van oor tot oor en week niet meer van Melany's zijde. "Lieverd, Melany moet het passen, dus ga maar even spelen, goed?" Lotje pakte een houten paardje en speelde ermee, maar verloor het tweetal geen moment uit het oog. Intussen hielp mevrouw Boterbloem Melany in haar jurk. "Nou, wat vind je ervan? En eerlijk zeggen." Melany bekeek zichzelf een tijdje. Ze vreesde dat het een opvallende jurk zou zijn, maar het was uiteindelijk zeer simpel. Nu ze het beter bekeek had het wel iets weg van een Jagersuniform. "Ik vind het heel mooi staan juffrouw!" Lotje was stiekem komen kijken, maar verdween zodra ze de boze blik van haar moeder zag. "Sorry, normaal gesproken doet ze niet zo en blijft ze op afstand als ik haar dat vraag, maar ik denk dat ze je erg mag." Melany trok de jurk uit en vouwde hem netjes op. Ze betaalde met het geld dat ze van Halt had gekregen en verliet daarna de winkel. Vlug liep ze terug naar huis waar Will en Halt al op haar en vooral op het ontbijt zaten te wachten. Ze legde de spullen op hun plek en gaf het wisselgeld terug aan Halt. Will schonk drie koppen koffie in en liet in die van Halt een lepel honing vallen. In die van hem en Melany deed hij er drie. Na het ontbijt stond er een flinke hardloopronde op het programma, gevolgd door de normale taakjes en klusjes. Uitgeput stortten de leerlingen zich op hun lunch en wachtten vervolgens op de veranda op hun leraar. "Enig idee waar hij is?" Melany schudde haar hoofd. "Nee, sinds de lunch heb ik hem niet gezien." Ze hoorden een snerpend geluid en keken met gepijnigde gezichten waar het geluid vandaan kwam. Verderop stond Halt te gebaren dat ze mee moesten komen. Vlug stonden ze op en volgden hem door het bos tot aan een open plek. Daar keken ze verwachtingsvol naar Halt en wachtten totdat hij zou zeggen wat ze gingen doen. "Voordat jullie me doodschieten met een salvo aan vragen: vandaag gaan we iets leuks doen." Will en Melany wisselden kort een blik met elkaar. Meestal als Halt 'iets leuks' vond, wilde dat niet zeggen dat het voor hen ook leuk was. Dat gevoel maakte plaats voor nieuwsgierigheid toen ze het bundeltje zagen wat Halt op de grond had gelegd. Hij pakte een messchede en meteen zagen de leerlingen dat het geen normale was. Nu ze beter keken zagen ze dat Halt er net zo een droeg. "Dit is wat we een dubbele messchede noemen. Hierin zitten ons Saksisch mes en ons werpmes." Eerst haalde hij het Saksisch mes uit zijn schede. Het had iets weg van een kort zwaard. "Het is speciaal voor ons gesmeden. Door het goed te verhitten en meerdere keren te buigen wordt het zeer sterk. Een normaal zwaard of dolk kan een flinke braam krijgen als het in aanraking met ons mes komt of zelfs verbuigen." Hij gaf het mes aan Will die het bekeek en daarna aan Melany gaf. Het voelde zwaar aan, maar ook vertrouwd. Ze had ooit zo'n mes van Halt en Crowley gekregen voor haar verjaardag, maar toen Halt haar had betrapt die ene avond had ze hem moeten inleveren. Haar tas had ze later teruggekregen, maar haar mes was ze kwijt. Heel erg was het niet, want ze was te groot geworden om het lemmet goed vast te houden. Ze had het altijd bij zich gehouden omdat het haar een veilig gevoel gaf. "Zeg, let een beetje op wil je?" Halts boze stem drong door tot haar gedachten. "Ik sta hier niet voor mezelf, maar voor jullie. Dus een beetje aandacht is wel op zijn plaats lijkt me." Ze mompelde iets wat neerkwam op een sorry en Halt ging verder met zijn verhaal. "Dit is het werpmes. Als je het vasthebt voel je dat de kling heel zwaar is, maar toch in evenwicht is door een verzwaard lemmet." Ook dit wapen liet hij rondgaan en hij zag dat ze er met respect mee omgingen. Hij stopte de messen terug in hun schedes en gaf hem toen aan Will. Uit de tas haalde hij een tweede messchede en gaf deze aan zijn andere leerling. Toen liet hij zien hoe ze hun messchede aan hun riemen moesten vastmaken. Het voelde een beetje raar, dat gewicht aan haar linkerkant, maar het had wel wat moest ze bekennen. "Goed, en dan nu ons belangrijkste wapen." Hij haalde twee bogen tevoorschijn en gaf er een aan elke leerling. Ze bekeken het wapen in hun handen en zagen dat het was gemaakt van op elkaar geplakte latjes. De boog bestond uit een recht deel, maar de uiteindes kromden wat. Het leek een beetje op de letter 'w' dacht Will. "Wie heeft ze gemaakt?" vroeg hij. "Ik natuurlijk. Wie anders?" antwoordde Halt. "Kun je het ons ook leren?" Melany voelde hoe Will haar aankeek. "Heb ik niks te zeggen of wat?" Ze grijnsde hem toe en hij moest toegeven dat hij het ook graag wilde leren. "Hebben jullie ooit al eens geschoten?" vroeg Halt. Even keek Melany hem aan en besloot te liegen. De Jager wist dat ze wel een pijl kon aanleggen en afvuren, maar Will wist dat niet. Zelfs tegen hem had ze nooit haar hele verleden verteld. "Wel eens een keer op de jaarmarkt, maar niet met zo'n boog," zei ze daarom maar. Will gaf eenzelfde antwoord en Halt deed voor hoe ze de bogen moesten spannen. Gretig keken ze naar de pijlen op de grond. "Mogen we?" vroegen ze in koor. "Als jullie denken dat dat jullie daar aan toe zijn, ga dan maar je gang." Ze woonden nu al lang genoeg bij de Jager om te weten dat het ondertoontje verried dat ze te haastig waren, maar daar sloegen ze geen acht op. Ze pakten beiden een pijl, legden aan en op hetzelfde moment lieten ze de pijlen gaan. Met een harde klap sloeg de pees terug op hun weke huid en verschrikt liet Will de boog vallen en Melany begon te vloeken. "Dat deed pijn!" Woedend keek Will naar zijn mentor. "Dan moet je niet zo haastig zijn jongeman." Melany wreef over de zere plek bij haar elleboog en dacht terug aan de eerste keer toen ze een pijl wegschoot, zoveel jaren geleden alweer. Halt bukte, pakte een armbeschermer uit de zak en deed die om Wills arm. Beschaamd zag hij dat Halt er net zo een droeg. Voor Melany had Halt een elleboogbeschermer meegenomen. "Draag deze eerst maar. Zodra je jezelf hebt afgeleerd om je elleboog te overstrekken krijg je ook een armbeschermer." Halt gebaarde dat ze nog een pijl konden aanleggen en afvuren en hij wees hen op hun fouten. Nadat ze elk een pijl goed hadden afgevuurd, ruimde Halt alles op en liep terug naar de hut. Die middag waren ze alleen nog maar bezig met boogschieten, later zouden ze leren hoe ze hun messen moesten gebruiken. Uitgeput lieten ze zich die avond in bed vallen. Hun rug- en armspieren deden pijn van het schieten en na het avondeten waren ze vroeg naar bed gegaan. Melany dacht aan wat ze de volgende ochtend moesten gaan doen: eerst de gebruikelijke hardloopronde, daarna over de hindernisbaan die Halt tussendoor had gemaakt en in de middag stond boogschieten op het programma, gevolgd door theorielessen. Al met al een drukke dag weer, ging het door haar hoofd. Niet veel later viel ze in slaap.

De Grijze Jager: Een droom komt uit (GAAT HERSCHREVEN WORDEN)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu