Hoofdstuk 12

167 9 10
                                    

"Wie van jullie doet de piek erop?" Will pakte een stoel en zette het dicht bij de boom. "Vrouwe, gaat uw gang," zei hij met een kleine buiging. Melany pakte zijn hand en klom op de stoel. Halt gaf haar de piek en ze boog zich voorover om die op de top te plaatsen. Om te voorkomen dat ze in de boom viel hield Halt haar tegen. "Zo, die zit!" Ze klom van de stoel en zette het terug bij de tafel. De boom was versierd met slingers, ballen en kaarsen. Melany keek er een beetje angstig naar. "Wanneer gaan die aan?" vroeg ze wijzend op de kaarsen. "Alleen als ik erbij ben. Ik moet er niet aan denken dat mijn mooie huisje in de fik vliegt," antwoordde Halt. Later op de avond zaten ze bij de haard te bespreken wat ze met Kerstmis zouden doen. "We kunnen het best vieren, maar vergeet niet dat jullie ook nog moeten..." "Oefenen, oefenen en nog eens oefenen," zeiden Will en Melany in koor. "Heel goed!" Halt keek een tijdje zwijgzaam naar het vuur. Will en Melany wisten niet zo goed wat ze van alles moesten vinden. Kerstmis op het kasteel was altijd een groot feest, met een groot banket en ze kregen dan ook altijd een cadeau van de baron en barones. Het enige cadeau wat baron Arald wilde hebben was dat zijn voogdijkinderen het naar hun zin hadden en in goede gezondheid verkeerden. Maar wat zouden ze voor Halt moeten kopen of maken? Als hij tenminste op die manier Kerstmis viert, schoot het door hun hoofd. "Hebben jullie mijn vraag gehoord?" Vier ogen keken de Jager een beetje wazig aan, dus hij ging er vanuit dat ze hem niet hadden gehoord. "Ik vroeg of het misschien een idee was om morgen een lijst op te stellen met dingen die jullie willen doen met Kerstmis? Eerste Kerstdag zijn jullie vrij, met Tweede Kerstdag mogen jullie kiezen: of in de ochtend vrij en in de middag en avond trainen, of 's ochtends trainen en dan de rest van de dag vrij." De leerlingen keken elkaar aan en wisten al precies wanneer ze vrij wilden zijn op Tweede Kerstdag. "Nee, ik hoef het nu niet te horen. Dat regelen we morgen wel," zei Halt nadat hij hun had aangekeken.

De volgende dag begon als alle andere. Het enige verschil was dat Halt mee ging naar het bos om hout te halen. De winter was veel kouder dan hij had gedacht en ze gingen nu wel heel snel door hun houtvoorraad heen. "Met drie man is het snel gedaan," had hij gezegd. Dik ingepakt liepen ze door het bos: Halt met een bijl, Will en Melany met hun Saksisch mes en Abelard trok een sleetje waar ze het hout op konden leggen. Na ruim twee uur vond Halt dat ze wel genoeg hout hadden gekapt. "Lopen jullie maar alvast naar huis, ik kom er zo aan." Hij gaf de bijl aan Melany, maakte het sleetje los van Abelard, gaf het touw aan Will en reed zelf richting het dorp. "H-h-het is echt v-v-veel te k-k-koud," klappertandde Will. Melany had haar gezicht in haar sjaal verborgen en haar capuchon over haar hoofd getrokken. Het enige wat Will hoorde was wat gemompel aan zijn linkerkant. "Weet jij waar Halt naartoe is?" vroeg Melany zodra ze thuis waren. Ze besloten om het hout meteen in kleine stukjes te hakken, dan hoefden ze dat niet meer te doen. "Nee, hij had niks gezegd. Ik denk naar het dorp, maar hij kan ook net zo goed naar baron Arald zijn of naar iemand anders." "Iemand anders als in Vrouwe Pauline?" Will keek haar aan met een vragende blik in zijn ogen. "Will, ga nou niet zeggen dat je dat niet ziet! Je kan toch zien dat die twee meer dan vrienden zijn?" Melany stond met haar handen in haar zij naar haar vriend te kijken. Will leunde op de bijl en dacht na over zijn antwoord. "Het is nogal moeilijk om iets van Halt af te lezen. Misschien dat meisjes beter zijn in het lezen van lichaamstaal dan jongens." Hij gaf een laatste klap op het houtblok en legde toen de stukken bij de rest. Melany deed het afdekzeil erover heen, dan maakte de sneeuw het niet nat. Op de veranda klopten ze hun kleren uit en stampten met hun laarzen om de sneeuw er vanaf te krijgen. Binnen stookte Melany meteen het vuur op en Will begon met het maken van de lunch. Niet veel later kwam Halt thuis. Vlug keek hij door het raam naar binnen om te zien of zijn leerlingen beneden zaten, maar dat was niet het geval. Hij zag dat er een lichtje brandde op zolder en wist dat ze op Melany's kamer waren. Hij pakte zo snel en stil als alleen hij dat kon de spullen van Abelards rug en legde het in zijn kamer. Daarna liep hij naar buiten en bracht zijn paardje naar de warme stal. Hij wreef hem droog, gaf hem een sappige appel en klopte hem op zijn hals. Tintreach en Trek keken nieuwsgierig toe. Waar komen jullie vandaan? vroeg Trek zodra Halt naar binnen liep. Abelard keek om zich heen voordat hij antwoord gaf. We gingen naar het kasteel om iets op te halen voor Will en Melany. Tintreach mengde zich ook in het gesprek. Wat gingen jullie dan halen? We zeggen niets hoor! Abelard twijfelde even, maar besloot dat het geen kwaad kon om het tegen zijn vrienden te zeggen. We hebben kerstcadeaus gehaald voor die twee. Het heeft te maken met... Op dat moment kwam Halt binnen en keek zijn vriend bestraffend aan. "Wat had ik nou gezegd? Niks zeggen over wat we hebben gedaan, voor hetzelfde geld praten ze hun mond voorbij." Abelard schraapte met zijn hoef over de grond. "En jullie twee: mondjes dicht!" Jeetje, wat een zenuwpees zeg! Alsof wij iets zouden verklappen hoorde Halt achter zich, op weg naar binnen.

De Grijze Jager: Een droom komt uit (GAAT HERSCHREVEN WORDEN)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu