Hoofdstuk 11

43 1 1
                                    

Ik heb net vernomen dat Jessica en Yoshua onderweg zijn naar hier, ik heb zo gemist. En met ze bedoel ik vooral Yoshua natuurlijk. Tuurlijk heb ik Jessica ook gemist maar niet zo hard als ik Yoshua heb gemist: zijn warme knuffels, zijn schattig lachje, zijn mooie blonde haren (oh nee nu dacht ik even aan Kuga.) zijn mooie donkerbruine haren, zijn felblauwe ogen die glinsteren in het zonlicht. (wacht eens even nu dacht ik weeral aan Kuga.) Pas nu heb ik door dat de afgelopen dagen eigenlijk aan niemand anders meer gedacht heb, dan aan Kuga. Hij zit in mijn hoofd, en vind het daar precies leuk, want hij wil er niet meer uit. Hoe hard ik ook probeer om aan Yoshua te denken, telkens komt er iets tussen van Kuga. Ik voel kriebels, telkens opnieuw zie ik die felblauwe ogen en die zachte blonde haren voor me. Ik heb gevoelens voor hem. Zachtjes voel ik nu ook alle gedachten van mij en Yoshua wegzinken, en de gedachten van mij en Kuga opborrelen. Nu kan ik er niets meer tegen doen, ik ben verliefd, niet op Yoshua maar op Kuga. Hoe moet ik hem dat zeggen, en hoe moet ik Yoshua dit alles vertellen. Ik kan ook niks zeggen, ach nee ik en Yoshua hebben geen geheimen voor elkaar. Ik wordt uit mijn gedachten op geschud door het zachte gekuch van iemand die in mijn deuropening staat. “Kan ik even met je spreken?” vraagt hij. “Tuurlijk, kom binnen.” Zeg ik, dit is het ideale moment om hem te vertellen wat ik voor hem voel. “Ik weet dat je een vriendje hebt, dus dit is eigenlijk compleet nutteloos dat ik dit kom zeggen, maar Aimee ik heb gevoelens voor je.” Zegt hij en hij geeft me een knuffel. “Kuga, ik moet je ook iets vertellen.” Zeg ik. “Ik weet dat je dit niet wilt en dit niet kunt, maar ik moest het je gewoon vertellen en…” maar ik laat hem niet uitspreken. “Ik heb ook gevoelens voor jou.” Zeg ik en ik geef hem een knuffel terug. “Oh, dit had ik helemaal niet verwacht, maar hoe ga je dit oplossen met Yoshua.” Zegt hij na een tijdje geknuffeld te hebben. “Maak je daar maar geen zorgen over, ik zal dat wel regelen.” Zeg ik. De deur gaat open, “ze zijn gearriveerd.” Zegt Zhiro. “Wie?” vraag ik. “Wel, Jessica en Yoshua.” “Oh, waar is Jessica.” Zeg ik opgewonden en ik spring recht. “Volg me maar.” Zegt hij. Ik geef Kuga nog snel een knuffel. “Veel succes.” Fluistert Kuga nog snel voor ik samen met Zhiro de kamer verlaat en richting de controle kamer loop. “Jessica!” roep ik en ren in haar armen. “Aimee, ik heb je zo gemist.” Zegt ze terwijl we staan te knuffelen. “Ik jou ook.” Zeg ik na een tijdje. “Kan ik je even spreken.” Zeg ik. “Ja tuurlijk.” Zegt ze. We gaan even apart maar Zhiro volgt ons. “Onder vier ogen liefst.” Zeg ik en Zhiro gaat weg. “Wat is er aan de hand?” vraagt Jessica, ik kan zien dat ze bezorgd is. “Wel, ik heb gevoelens gekregen voor Kuga.” zeg ik. “Wie is Kuga?” vraagt ze. “Hem.” Zeg ik en ik doe een wijzend gebaar naar een jongen met blonde haren en fel blauwe ogen, die in de hoek van de kamer staat. “Oh, hij mag er best zijn. Maar weet die jongen dat al?” zegt ze. “Ja, en hij heeft ook gevoelens voor mij.” Zeg ik opgewonden. “Maar hoe ga je dat dan oplossen met Yoshua? Ik bedoel jullie zijn nu al zolang samen, je kunt dit alles toch niet zomaar vergeten?” “Nee dat weet ik ook wel, maar ik heb gewoon geen gevoelens meer voor Yoshua.” Zeg ik, “en wie weet wat jullie niet allemaal hebben uitgestoken toen ik er niet was.” Zeg ik en loop kwaad weg. Kuga komt naar me toegelopen. “Wat is er gebeurd?” vraagt hij bezorgd. “Oh, Jessica die onze liefde duidelijk afkeurd.” Zeg ik op een kwade toon. “Oh, trek het je niet aan.” Zegt hij en hij geeft me een knuffel. “Hey, wat denk je dat je aan het doen bent!” hoor ik Yoshua roepen, en ik zie hem naar ons toelopen. “How, rustig mannetje, ik denk dat je beter even luistert naar wat Aimee te zeggen heeft.” Zegt Kuga, maar Yoshua luistert niet en geeft Kuga een klap in zijn gezicht. Dat had hij beter niet gedaan, Kuga haalt uit met zijn rechtervuist. Yoshua valt naar achter. “Luister nu alsjeblief even.” Zegt Kuga. “Waarom zou ik.” Zegt Yoshua en hij slaat met zijn vuist op de neus van Kuga, het bloed stroomt uit zijn beide neusgaten. Kuga doet nu juist hetzelfde bij Yoshua, ze vechten tegen elkaar als twee kemphanen in een hanengevecht. Iedereen die in de kamer staat probeert ze uit elkaar te halen, maar het enige resultaat is dat ze een klap in hun gezicht krijgen. Weldra heeft iedereen in de kamer een bloedneus, behalve ik. Ik ben de enige die ze uit elkaar kan halen. “STOP!” Roep ik en beide jongens staren me met grote ogen, en vele blauwe plekken aan. “Yoshua, kan ik je even onder vier ogen spreken.” Zeg ik. Yoshua staat op en loopt mee. “Kijk, ik zeg dit niet graag, maar mijn gevoelens voor jou, die zijn er niet meer. Maar ik wel gevoelens voor Kuga.” zeg ik op twijfelende toon. Ik heb er nu al spijt van dat ik het heb gezegt. “Wat, waarom Aimee, ik zag je graag, waarom doe je me dit aan.” Zegt hij, en hij loopt kwaad weg. Zo dat zit er ook alweer op. Ik loop snel terug naar Kuga. Hij ziet er vreselijk uit,: hij zit onder het bloed en heeft twee blauwe ogen. “Gaat het?” vraag ik bezorgd. “Ja, ik ben wel erger gewend.” Zegt hij, hij probeert te lachen, maar ik kan zien dat hij pijn heeft. “Kom, ik ga je wonden verzorgen.” Zeg ik. “Heb je dat nu al opgelost met Yoshua?” vraagt hij. “Daar moet je je nu even niet druk in maken.” Zeg ik en ik help hem naar mijn kamer. “Ga op het bed zitten, ik kom zo dadelijk om het te verzorgen, ik ga eerst om een medicijnkoffertje uit de badkamer.” Zeg ik en ik loop de badkamer in. Ik heb hier alles op voorraad: een medicijnkoffertje een mini revolvertje (voor het geval als die mannen me terug proberen te ontvoeren), en nog een heleboel andere dingen. Ik neem het koffertje vanonder de kast. Ik loop terug naar mijn kamer. Mijn badkamer ligt op de gang, en dan nog wel aan de andere kant ook. Plots word ik vanachter vastgegrepen. Ik wil schreeuwen maar plots voor ik een mes op mijn keel. “Dat zou ik niet doen.” Zeg een bekende stem. “We gaan braafjes meelopen, oke.” Zegt de bekende stem, en ik probeer te knikken, maar durf niet zo goed met dat mes op mijn keel. Nu pas zie ik dat er nog meer mannen rond me lopen. Het lijkt wel een escorte. We kruipen door allerlei geheime gangen (waarvan ik niet eens wist dat die bestonden.) Uiteindelijk komen we uit op een grote parking. Daar staat één wagen. We lopen ernaartoe, en ik wordt erin geduwd. Mijn handen worden achter me vastgemaakt en ik wordt geblinddoekt. Waar ben ik nu weer in verzeild geraakt.

Je bent nooit alleen./ Liefde en haat, vrede en oorlog.Where stories live. Discover now