Hoofdstuk 15

45 2 1
                                    

Ik lig nu al twee weken in het ziekenhuis, ook al ben ik eigenlijk genezen. Ik heb wel elke nacht dezelfde nachtmerrie. Elke nacht zie ik hoe Yoshua Kuga neerschiet en daarna naar mij loopt en mij in Kuga’s bloed rolt. Elke nacht moet ik huilen, soms zelfs schreeuwen wanneer dan een dokter binnenkomt om een prikje te geven, waarna ik dan weer in slaap val om weeral dezelfde nachtmerrie te hebben. Kuga komt veel langs, zoals mijn vader en mijn moeder die ik ook meer zie nu. (even pauze.)

Om even terug te komen op de titel, nu ben ik weer niet alleen. Nu heb ik een vriendje, mijn ouders zijn er voor mij, Zhiro,Ron en Tackleberry zijn nu mijn beste vrienden/beschermengelen. Ook Jessica heeft mij nooit laten vallen. De enige persoon die nu uit mijn leven is verdwenen is Yoshua. Maar best ook, ik hoef die gast nooit meer te zien.

“Huhuhuh,” hoor ik iemand kuchen. Ik kijk naar de deuropening en zie Kuga staan. “Mag ik binnenkomen”, vraagt hij? “Kom maar,” zeg ik en hij komt naast me op het bed zitten. “Hoe gaat het met je,” vraagt hij? “Nog altijd hetzelfde, elke nacht heb ik dezelfde nachtmerrie, en elke nacht moet de dokter komen om me een prikje te geven,” zeg ik zuchtend. Het is gewoon zo lastig om elke nacht hetzelfde te zien. “Weet je al wanneer je naar huis mag,” vraagt Kuga plots? Ik schud van nee, “dat zal nog lang duren denk ik, de dokter heeft gezegd dat ik pas naar huis mag zodra die nachtmerrie niet meer zo erg is dat ik moet beginnen huilen.” Kuga knikt begrijpend. “Je hebt nu een afspraak met je psycholoog, daarom  ben ik ook hier,” zegt Kuga. Ik knik en sta op. Ik ben al lang blij dat ik die stomme ziekenhuis kleren niet meer aan hoef. De dokter komt nog snel even de kamer binnen, “ben je klaar om voor het eerst te gaan praten met je psycholoog,” vraagt hij? “Ik ben er helemaal klaar voor,” zeg ik opgewekt en we lopen de kamer uit.

Ik lig in een grote relaxzetel, voor me zit een jonge vrouw ik schat iets ouder dan twintig. “Vertel me eens wat er allemaal gebeurt is,” zegt de mevrouw vriendelijk. “Wel euh, ik heb daar gevangen gezeten, ze hebben me in elkaar geslagen,” zeg ik, maar verder raak ik niet want ik begin te huilen. “Doe maar op je gemak hoor,” zegt de vrouw lief. “Ik heb gehoord dat je nachtmerries hebt, kun je me die nachtmerrie eens vertellen,” vraagt ze lief. Ik knik, “ik zit opgesloten in een kamer, samen met Kuga, plots is er een felle lichtstraal, het enige wat ik kan zien is een donkere schim in de deuropening. De schim loopt op Kuga af en schiet hem koelbloedig neer. Daarna komt de schim naar mij toegelopen, als hij voor me staat kan ik zien dat het Yoshua is…” bij het horen van die naam alleen al moet ik kokhalzen. “Hij trekt me op en rolt me in Kuga’s bloed…” “En zie je nog iets,” vraag ze? “Dat is altijd het moment waarop ik wakker word.” Zeg ik. De mevrouw schrijft iets in haar boekje staat op en geeft me een hand, “tot de volgende keer Aimee,” zegt ze en ik loop de deur uit. Daar staat Kuga al op me te wachten, hij kijkt me bezorgd aan, “hoe is het geweest?” “Een beetje confronterend, maar ik heb het gevoel dat dit echt wel helpt om dit trauma te verwerken,” zeg ik. We lopen naar de wagen waar Zhiro al zit te wachten. Hij kijkt even naar me, ziet dat ik niet wil praten en rijdt dan weg.

Ik zit op men kamer, ik lig op mijn bed, een beetje voor me uit te staren. Het was best hard om met die psychologe te praten, ze bleef maar doorvragen over die nachtmerrie. Ik had niet echt veel keus dan alles te vertellen, maar het was toch wel echt tegen mijn zin. Het is best wel al laat, ik durf niet slapen, maar ik ben zo moe dat ik toch in slaap val.

Ik zit opgesloten in een kamer, het is hier pikdonker. Plots is er een felle lichtstraal, er staat een schim in de deuropening. Ik zie niet wie het is. De schim loopt op Kuga af en schiet hem neer, daarna komt de schim naar mij, als hij voor me staat zie ik wie het is, het is Yoshua. Hij grijpt me bij mijn arm en rolt me ik Kuga’s bloed en  verlaat de kamer…

“AAAAAAAAAAAH,” gil ik! De dokter komt de kamer binnengestormd. “Rustig ademhalen,” zegt de dokter en ik doe wat hij vraagt, maar het lukt niet echt. Ik voel een prikje in mijn bovenarm en voel nu dat ik rustig word. Ik adem rustig in en uit. “Oké, gaat het,” vraagt de dokter? Ik knik. “Weeral diezelfde nachtmerrie?” ik knik, “ik begin het stilaan beu te raken,” zeg ik geïrriteerd. “Dat begrijp ik, maar deze hele situatie heeft een gans trauma veroorzaakt, waardoor je hersenen niet normaal kunnen functioneren,” zegt de dokter. Ik knik begrijpend, terwijl ik er eigenlijk niets van snap. De dokter verlaat de kamer en ik zit weer alleen in het donker. Dit keer probeer ik om wakker te blijven, zo kan ik die nachtmerrie niet hebben.

Na een lange nacht is het eindelijk ochtend, het is me gelukt om de rest van de nacht wakker te blijven: mission accomplished. De verpleegster komt binnen om me te verzorgen en me de nodige pilletjes te geven. Ik moet pillen nemen om van die nachtmerries af te raken, maar het helpt niet echt. De dokter zegt dat dat komt omdat het trauma te groot was. Ook al weet ik dat het niet gaat helpen om pillen te nemen, neem ik ze. Als ik alles heb ingenomen, geeft de verpleegster me een bord met brood en een plakje kaas  en een plakje hesp. Er staat ook een klein potje boter bij. Ik smeer het boterhammetje en eet het op. Ik heb niet zo veel honger. Na tien minuutjes ben ik al klaar met ontbijten en komt de verpleegster om mijn bord. Nu ben ik weer helemaal alleen in de kamer. Wel eigenlijk niet helemaal, er staat een vis op de kamer, een cadeautje van Kuga. Het zal een eindje duren voor Kuga hier weer is, het is nog minstens drie uur voordat het bezoekuur begint. Nog drie uur, het lijkt zo lang, maar dat gaat nog best snel voorbij.

Er wordt op de deur geklopt, het zijn Kuga en mijn ouders. Kuga komt naast me op bed zitten, “hoe gaat het met je,” vraagt hij? “Nog steeds dezelfde nachtmerrie, zelfs met die pillen blijf ik die nachtmerrie hebben,” zeg ik. Kuga knikt begrijpend. Plots komt de dokter de kamer binnengestormd, “ik heb goed nieuws.” Ik en Kuga kijken de dokter raar aan.

“Je mag morgen terug naar huis,” zegt de dokter. “Waarom nu ineens,” vraag ik? “We hebben je dossier nog eens goed bekeken, en eigenlijk kun je perfect thuis functioneren, het zou zelfs beter zijn als je thuis bent in je vertrouwde omgeving,” zegt de dokter. Ik kijk hem even verward aan, maar beslis dan om eens van de gelegenheid gebruik te maken om Kuga eens goed te knuffelen.

Het bezoekuur is alweer snel afgelopen, maar ik vind het niet erg want morgen ben ik weer thuis. Het is ondertussen al avond, het eten is zoals altijd niet te vreten. Het was kotelet met spruitjes, ieuw spruitjes. Ik beslis om het toch maar op te eten, maar het is echt niet lekker, bij elke hap moet ik kokhalzen. Ik eet zo snel ik kan en het is al na vijf minuten op. Ik heb zo snel gegeten dat mijn buik pijn doet. De verpleegster ziet dat ik pijn heb, ze geeft me een hele preek, daarna loopt ze kwaad de kamer uit.

Ik zie ik elk uur van de nacht passeren, ik kan gewoon niet slapen, en maar best ook anders had ik vast en zeker weer die nachtmerrie. Het is hier pikdonker, plots zie ik dat de deur open gaat, er is een felle lichtstraal en ik moet mijn ogen tot spleetjes duwen om iets te kunnen zien. Er komt iemand naar me toe gewandeld, ik zie niet wie het is, daarvoor is het licht de fel. Wat ik wel zie is dat de persoon iets glinsterends in zijn hand heeft, plots kan ik zien wat het is, een mes.

Je bent nooit alleen./ Liefde en haat, vrede en oorlog.Where stories live. Discover now