hoofdstuk 12

45 2 1
                                    

Ik wordt wakker in een kamer die me heel bekend voorkomt. Niet opnieuw he. Denk ik bij mezelf. De deur gaat open, raad eens wie daar staat. Braga, het is en blijft een klootzak. Hij komt naar me toegelopen. “En goed geslapen” vraagt hij met een sinister lachje. “Goed geslapen, dat wel ja, maar nu ik jouw hoofd zie denk ik dat ik een nachtmerrie belandt ben.” Zeg ik. “Meekomen!” zegt hij kwaad, ik denk dat ik een gevoelige snaar geraakt heb want hij trekt me aan mijn haren een gang door. “Auw! Laat me toch los.” Schreeuw ik maar hij sleurt me verder en gooit me een kamer binnen. Ik hoor een klik. “De deur is dus op slot.” Zeg ik tegen mezelf. “Heb je me een beetje gemist.” Hoor ik een stem zeggen, hij komt me bekend voor. Ik zie een gedaante op me afkomen. Vage lijnen worden scherpere lijnen. En dan kan ik het zien het is…

Ik zit nog steeds op het bed, wachtend op Aimee. Waar zou ze nu toch kunnen zitten. Ik probeer mezelf op te duwen maar faal en val terug neer op het bed. Ik probeer opnieuw en opnieuw, tot het me lukt om stabiel op mijn beide benen te staan. Ik wankel naar de deur, ik trek de deur open en zie het medicijn koffertje op de grond liggen. “Wat is hier gebeurd?” vraag ik mezelf af. “Aimee!” roep ik, maar na een tijdje besef ik dat ik geen antwoord ga krijgen. Ik strompel naar de controle kamer en storm door de deur. Iedereen staat me aan te staren. “Aimee is verdwenen.” Zeg ik. “Wat, wanneer.” Zegt de moeder van Aimee half histerisch. “Daarnet, in de gang.” Zeg ik. “Hoe kan dat gebeuren.” Vraag Aimee’s pa nu. “Ze was een medicijnkoffertje gaan halen uit de badkamer, maar is niet teruggekomen, het medicijnkoffertje ligt midden in de gang.” Zeg ik met tranen in mijn ogen. Hoe kon ik nu zo stom zijn om haar daar alleen om te laten gaan. Dit is mijn schuld, dus ik moet het oplossen, ook al moet ik het bekopen met mijn eigen leven. “Ik denk dat ik weet wie het gedaan heeft.” Zeg ik vastberaden, “het was die drugsbende waarvan we nog steeds niet weten wie de leider is.” Zeg ik, iedereen staart me met open mond aan. “Ik ga haar halen.” Zeg ik. “Je kunt niet je bent gewond.” Zeggen Zhiro en Ron. “Het is mijn schuld dat ze daar zit, dus is het ook mijn verantwoordelijkheid om haar te halen.” Zeg ik vastberaden en  ik loop naar mijn kamer ik druk op een knopje onderaan bureau en mijn hele kamer transformeert in een gigantische wapenkamer. Ik neem twee kleine revolvertjes en steek ze in mijn kousen, een grote kalashnikof en zwaai hem op mijn rug. Daarna neem ik nog een heel deel magazijnen mee en loop dan de deur uit. Ik ga naar buiten en stap in mijn undercover BMW. Ik zie in mijn achteruitkijkspiegel dat een auto me achtervolgt. Ik sla een klein zijstraatje in en stop dan mijn wagen. De andere wagen stopt vlak achter de mijne. “Stap uit je wagen met je handen op je hoofd.” Zegt een man met een revolver in zijn hand, ik herken hem direct: het is Braga. Ik stap uit mijn wagen met mijn handen op mijn hoofd en ga op mijn knieën zitten. “Zo,zo,zo wie hebben we hier.” Zegt Braga nog voor ik een harde klap op mijn achterhoofd voel, alles wordt zwart.

“Yoshua, waarom doe je dit?” vraag ik. “Waarom, je hebt me pijn gedaan Aimee, en nu ga ik jou pijn doen, met de persoon die je het liefst hebt.” “Hoe bedoel je?” vraag ik. “Dat zal ik je nu tonen.” Zegt hij met een sinister lachje, “Braga, kom maar binnen.” Roept hij. De deur gaat open en Braga komt binnen met bij zich… “Kuga!” roep ik en ik wil naar hem toe rennen maar ik wordt vastgehouden door Anthony. Braga houdt een mes op zijn keel. “Laat hem gaan, alsjeblief, als je mij wilt pijn doen, doe dat dan met mij maar let hem gaan.” Schreeuw ik histerisch. “Alsjeblief.” Huil ik bijna. Ik zie dat Yoshua een knikje doet naar Braga en die laat Kuga los. Anthony laat mij nu ook los, ik ren naar Kuga toe. “Gaat het.” Zeg ik huilend. “Ja, en met jou.” Zegt hij, hij doet zich weer sterker voor dan hij is, ik ken hem. “Rechtstaan, allebei.” Zegt Yoshua. Ik en Kuga helpen elkaar recht. “Anthony, jij neemt het meisje mee en bewaakt haar. Ik zal voor onze nieuwe gast zorgen.” Zegt hij en we worden uit elkaar getrokken. “Kuga!” schreeuw ik, we worden elk een andere kant op geduwd. Uiteindelijk komen we voor een kamer, ik wordt naar binnen geduwd. Deze keer wordt de deur niet op slot gedaan want Anthony komt mee naar binnen. Pas dan sluit hij de deur. Hij komt op me afgelopen, grijpt me vast bij mijn haar een slaat me in het gezicht. Ik probeer me te verweren maar hij is te sterk. Hij blijft maar slaan, ik voel iets langs mijn neus naar beneden druppelen, het is Bloed. Hij blijft maar slaan, en slaan. Als hij eindelijk klaar is met slaan, krimp ik ineen van de pijn. Ik bekijk mijn handen en zie dat ze volhangen met bloed. “Daar is de badkamer, dan kun je je verfrissen.” Zegt Anthony en hij laat me gewoon achter. Na nog een tijdje te blijven liggen beslis ik om te proberen recht staan. Ik duw mezelf met veel moeite op en strompel naar een deur in de kamer. Ik open de  deur en kom in een klein badkamertje, maar alles was aanwezig. Ik ga voor de spiegel staan en bekijk mezelf. Ik zie er vreselijk uit: er hang gekolkt bloed aan mijn neus, mijn ogen staan blauw, en ik heb bijna overal blauwe plekken. Ik neem een washandje uit een wasmand, en zet de kraan van de lavabo open. Als ik klaar ben met al het bloed af te vegen zie ik plots een potje fond de tin blinken. Ik neem het en doe er meteen wat van op mijn wonden. Na een minuutje of vijf zie je er niets mee van. Ik strompel terug naar de kamer, en gooi me neer op het bed.  Ik ben zo oververmoeid van wat er de afgelopen uren gebeurd is dat ik gewoon in slaap val.

Ik wordt de andere kant opgeduwd. “Kuga.” hoor ik Aimee roepen. Maar ik krijg de kans niet op terug te roepen want ik krijgen een klap in mijn maag. Ik wordt een kamer ingeduwd, Yoshua  komt binnen. Ik lig nog steeds op de grond, Yoshua komt naar me toe en trapt keihard in mijn maag. Hij blijft trappen tot mijn maaltijd er via mijn mond weer uitkomt. Daarna duwt hij mij in mijn eigen kots, en loopt dan gewoon weg. Hij laat me daar gewoon liggen, in mijn kots. Als ik het slot hoor omgedraaid worden sta ik op. Ik zie een deur, ik loop ernaartoe en kom in een badkamer terecht. Ik stap snel in de douche, douch me voor vijf minuutjes en kleed me dan snel weer aan. Ik haal de minirevolvertjes uit mijn kousen. Er zit een geluidsdemper op zodat niemand kan horen dat ik geschoten heb. Mijn plan is om keihard op de deur te bonken todat iemand komt en dan schiet ik die persoon gewoon neer, en voor de rest zien we wel hoe het verloopt. Ik zet mijn plan in actie en begin keihard op de deur te bonken. En inderdaad na enkele minuten opent iemand de deur, ik twijfel geen minuut en schiet hem neer. Ik ren naar buiten ik twijfel welke kant ik nu moet opgaan en kies dan uiteindelijk om naar rechts te gaan. Ik hoor gebonk op een deur, en weet meteen wie het is, Aimee. Ik ga op het geluid af, plots hoor ik een hoge gil, en daarna hoor ik niets meer. Ik ga snel verder en zie iemand Aimee de gang doorslepen. Er komen tranen in mijn ogen. Ze kan toch niet dood zijn. Ik volg het bloedspoor en we komen aan bij een grote deur. Ik open de deur, maar ik loop recht in de val. Ik zie Aimee niet. De enige mensen die ik zie zijn Braga, Yoshua en Anthony. “Zo zo zo, dacht je nu echt ons te snel af te kunnen zijn.” Zegt Yoshua al lachend. Het laatste wat ik voel is een enorme klap en dan wordt alles zwart voor mijn ogen.

Je bent nooit alleen./ Liefde en haat, vrede en oorlog.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu