23. Rotzooi opruimen

17.9K 1.1K 398
                                    

Hoofdstuk 23

Rotzooi opruimen 

* * * 

En dat doe ik echt. Sterker nog, ik ben nog nooit zo hard naar huis gefietst als vandaag. Niet huilen, dwing ik mezelf. Níét huilen. Ik huil niet. Aurora huilt niet. Maar het fietspad vertroebelt door de tranen in mijn ogen. Zonder er veel aandacht aan te besteden dump ik mijn fiets in de schuur. Zo snel mogelijk loop in naar binnen. De deur is open, dus mijn moeder moet thuis zijn.

En inderdaad, ze zit in de woonkamer op de bank met een boek op haar schoot. 'Hallo, Rory,' glimlacht ze verrast. 'Vielen er lesuren uit?'

'Hoi en nee,' zeg ik terug. Mijn stem slaat over bij 'nee'.

Haar glimlach verdwijnt. 'Is er soms iets gebeurd?'

Door haar bezorgde toon komen de tranen weer omhoog. 'Nee, ik voelde me niet lekker. Ik ga nu op bed liggen,' kraak ik. Voor ik mezelf nog meer verraad, vlucht ik de trap op.

Maar halverwege klinkt mijn moeders stem streng: 'Aurora. Kom eens even terug.'

Langzaam, tree voor tree, daal ik de trap weer af. Ik laat mijn tas op de grond zakken en bijt op mijn trillende lip.

'Hé,' zegt mijn moeder hoofdschuddend. Ze legt haar boek op tafel. 'Ik zie heus wel dat je al een tijdje ergens mee zit. Wat is er toch, lieverd?'

En bij het woord 'lieverd' geef ik het op. Snikkend strompel ik op mijn moeder af en laat me tegen haar aan vallen op de bank. 'Ik weet het niet meer,' huil ik.

Ze slaat haar armen heel stevig om me heen en kust me op mijn kruin. 'Shht. Alles komt goed.'

En dan vertel ik haar alles. Over Raphael, onze eerste ontmoeting, mijn rode haar. Dan de weddenschap, onze dates, onze gesprekken. Zelfs van de nacht onder de sterren vertel ik haar, en over de roddels. Over Raphael, wat hij gezegd heeft, en onze ruzie van net. Mijn moeder luistert zonder me te onderbreken.

'Ik snap het gewoon niet, mam!' snik ik op een gegeven moment. 'Het is allemaal zo raar! Ik had hem nóóit moeten vertrouwen.' Ik zak opnieuw tegen haar aan. 'Ik voel me zo verraden,' kerm ik. Tot overmaat van ramp begin ik alweer te huilen. Het gaat echt niet goed met me. Ik ben in een jankend hoopje mens getransformeerd.

Maar mijn moeder zegt niks. Ze neemt me slechts in haar armen en strijkt zachtjes over mijn rug. 'Shhht,' zegt ze. 'Het geeft niet, lieverd. Alles komt goed.'

Meer kan ik nu ook eigenlijk niet gebruiken.

*

13:17 Ik moet met je praten. Deirdre.

Ik schrik in de eerste instantie van haar bericht omdat Deirdre eigenlijk nooit zulke berichtjes stuurt; niet zo rustig en al helemaal niet zo kortaf. Ze is meer van de smileys en de x'jes en de vele leestekens. Dit bericht klinkt bijna als een depressieve Deirdre. En die bestaat eigenlijk niet. Maar dan schiet me iets vreselijks te binnen. Iets heel vreselijks. Stop met de vooroordelen, Aurora, spreek ik mezelf streng toe. Heel beheerst sms ik terug: 13:18 Waar gaat het over?

Het antwoord luidt: 13:18 Over een gerucht over Raphael en jou. Kun je nu bellen?

Ik krijg het langzaam heel warm. Ze zou toch niet...? 13:19 Ja.

Mijn telefoon gaat over en ik neem meteen op. 'Deirdre...?' vraag ik afwachtend.

Een diepe zucht. 'Ik heb alles gehoord. Eerst kwam Raphael naar me toe, compleet in de war, en daarna hoorde ik... die roddel.' Haar stem trilt. 'Het was niet Raphael, Aurora. Het is mijn schuld.'

Ik daag je uitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu