14. Technisch gezien hebben we een relatie

18.3K 1.1K 365
                                    

Hoofdstuk 14

Technisch gezien hebben we een relatie

* * *

Zondag vindt er een soort virtueel gesprek tussen Raphael en mij plaats, waarbij we allebei doen alsof we elkaar alleen maar antwoorden om te laten zien hoe goed onze comebacks wel niet zijn, terwijl ik zeker weet dat ook Raphael hardop moet lachen om onze conversatie.

Ergens ben ik me ervan bewust dat ik Raphael steeds meer begin te accepteren. Hoewel hij veel meer zelfvertrouwen heeft dan goed voor hem is, vind ik het eigenlijk best wel leuk om met hem te praten. Hij bezit het soort luchtige, nonchalante gevoel voor humor waardoor je je automatisch op je gemak voelt, en dat weet ik erg te waarderen. Ik begin me voor te stellen waarom zoveel mensen hem lijken te mogen.

In plaats van me ongemakkelijk te voelen onder deze ontwikkeling, ben ik er juist blij mee. Tevreden realiseer ik me dat ik gelijk had: het was een goede keuze om een neprelatie met hem te starten. Het lijkt me praktisch om hem aardig te vinden.

Maandag begint zoals altijd met Frans. Als ik nog half slapend het klaslokaal binnenloop, klinkt er over het geroezemoes van mijn medeleerlingen heen het schelle geluid van iemand die op zijn vingers fluit. Met een ruk draai ik mijn hoofd naar Raphael. Hij grijnst en blaast me een handkusje toe. Ik steek mijn middelvinger naar hem op terwijl ik naar mijn plek loop.

'Zo, zo,' zegt hij als ik ga zitten, 'jij hebt een stralend humeur. Zoals we van je gewend zijn, uiteraard.'

'Hou je bek,' grom ik. 'En trouwens, het is maandagochtend. Wie in hemelsnaam is er vrolijk op maandagochtend?' Ik doe alsof ik extreem diep nadenk en knip dan met mijn vingers. 'O ja, natuurlijk! Raphael Roux!'

'Bingo.' Hij laat zijn stoel op de twee achterpoten balanceren en kijkt me zijlings aan, met een glimlach op zijn gezicht. 'En dat enkel bij het aanblik van jouw gestalte. Jouw ogen, fris en wonderschoon als twee regendruppels, je huid, als een kostbare porseleinen vaas, je haren, als een eeuwig bloeiende rozentuin, je -'

Ik breek hem af. 'Hoe stop je jouw gezwets?'Ik doe alsof ik moet huilen. 'Zeg het me! Moet ik een muntje inwerpen? Een liedje zingen? Vertel me het geheim en ik doe het!'

Hij lacht en laat zijn voorste stoelpoten de grond weer raken. 'Nou, misschien...' Zijn ogen twinkelen. '...met een kusje?'

'Daar ga ik niet op in,' zeg ik ontwijkend. 'Dat kan ik echt niet aan, hoor, zo op de vroege ochtend.'

'Nee?' Raphael glimlacht en buigt zich naar me toe. Hij steekt zijn arm uit en veegt langzaam een plukje haar achter mijn oor. Ik verstijf als zijn wijsvinger langs mijn wang strijkt. 'Weet je dat zeker?' Zijn ademhaling blaast haast plagend langs mijn oor en mijn hart mist een slag.

'Bonjour tout le monde!' Mevrouw Dubois heeft eindelijk haar gezicht van het scherm van haar computer afgewend en is gaan staan in een poging aan te geven dat ze graag wil beginnen met haar les. 'Aujourd'hui, je voudrais commencer avec...'

En zo begint een ontiegelijk saai lesuur Frans, dat ik overleef door als een depressieve naar de wijzers van de klok te kijken. Het is dus ook niet geheel onverwacht dat mijn enige reactie 'huh?' is als mijn naam wordt genoemd door de lerares.

'Het antwoord?' wil ze weten.

'Eh... Sorry, dat weet ik niet.' Dat klinkt nog best netjes.

Mevrouw Dubois trekt haar dunne, sterk met bruin potlood aangetekende wenkbrauwen op en zeg dan: 'Ik wil jou na de les graag even spreken.' Shit, hopelijk hoef ik geen strafwerk te maken of na te blijven, schiet het door mijn hoofd, maar ze voegt eraan toe: 'En monsieur Raphael Roux ook.'

Ik daag je uitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu