29. Toekomstplannen en andere oppervlakkigheden

18.4K 1.2K 469
                                    

Hoofdstuk 29

Toekomstplannen en andere oppervlakkigheden

* * *

'Bij jou of bij mij?' Raphael en ik lopen langzaam de laatste gang door. Omdat ik nog een verslag moest inleveren, is er nu bijna niemand meer. Gelukkig was Raphael zo lief om even met me mee te lopen.

'Doe maar bij jou.' Ik trek een vies gezicht. 'Mijn moeder begint een beetje gehecht aan je te raken. Het is nogal irritant.'

Hij grijnst en mijn hart maakt een sprongetje. 'Oké dan.'

Ik glimlach vluchtig en loop de andere kant op om mijn jas uit mijn kluisje te halen. Net als ik mijn tas op de grond laat vallen, zegt Raphael: 'Je hebt nog iets van me tegoed.'

Ik haal diep adem en ik draai me om. Hij grijnst uitdagend en zelfs in het tl-licht ziet hij er nog schitterend uit. Waarom zie ik dit nu allemaal pas? Waarom deed dit me helemaal niks, een paar weken geleden?

Dit is een spel, lispelt een stemmetje in mijn achterhoofd. Een spel, een spel, een spel.

Maar o, wat speelt Raphael Roux dit spel goed.

'Dat is waar ook.' Mijn stem is niet zo toonvast als ik van mezelf gewend ben.

Raphael lijkt het niet te merken. Hij doet een stap naar voren en we ademen praktisch dezelfde lucht in. Mijn knieën voelen aan alsof ze van Play-Doh zijn gemaakt. 'Dus dat kom ik nu weer even rechtzetten.'

'Aha.' Ik knijp mijn ogen tot spleetjes.

Hij buigt zich naar voren, haast plagend langzaam. En als zijn lippen bijna de mijne bijna raken...

...duik ik onder zijn arm door en ren ik weg. 'Kom maar halen,' roep ik.

Hij lacht hard maar oprecht terwijl hij de achtervolging in zet. 'Je gaat sówieso verliezen, Aurora.'

Misschien wel, ja.

Deze keer lukt het me niet om weg te komen. Raphael grijpt mijn pols, laat me een sierlijke halve cirkel draaien en slaat zijn armen stevig om mijn middel. 'Volgens mij ben je nu van mij,' zegt hij zacht.

Ik staar terug en til langzaam mijn handen op, laat ze op zijn schouders rusten. 'Ik denk het ook.'

En nog geen seconde later buigt hij zich naar me toe en kust me lief, alsof hij de hele dag al heeft uitgekeken naar dit moment, dit kleine moment dat helemaal van óns is. Ik sla mijn armen nog wat steviger om hem heen en trek hem dichter tegen me aan, zodat ik niks anders meer voel dan zijn lichaam.

'Staan we nu quitte?' vraagt hij als ik mijn mond van die van hem heb gehaald.

'Hmmm,' murmel ik, 'daar wil ik nog even over nadenken, goed?'

Hij kust mijn hals. 'Ik heb alle geduld van de wereld voor jou, prinses.'

*

En oké, de bijles draait inderdaad een beetje uit op zoenen. Dat is niet alleen Raphaels schuld, moet ik erbij zeggen. Hoewel we óók Franse grammatica behandelen, ben ik nogal snel afgeleid. Door alles aan hem. Door zijn stem, zijn hand die hij optilt, zijn schouder of knie tegen de mijne, een pluk haar die over zijn voorhoofd valt.

De rest van mijn huiswerk schiet ook niet bepaald op. Ik betrap mezelf er minstens tien keer op dat ik dromerig hartjes in mijn schrift teken en ik check constant mijn telefoon om te zien of ik nog nieuwe berichten binnen heb. 's Avonds lijkt het wel alsof ik alleen nog maar naar het plafond kan staren, en wanneer ik mijn ogen sluit, zie ik alleen Raphaels gezicht nog maar voor me.

Ik daag je uitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu