Hoofdstuk 29

135 14 4
                                    

Met een nauwlettende blik hield ik Aaron in de gaten terwijl hij twee glazen wijn inschonk. Aan de fles te zien was de wijn afkomstig uit de wijngaarden van de koninklijke familie ergens ver ten noorden van hier. De glazen waren ongetwijfeld van kristal en de goden mochten weten hoeveel die gekost hadden. 

'Soms vraag ik me wel eens af of je überhaupt slaapt,' merkte ik luchtig op toen hij met de glazen terug kwam lopen.

Er trok een charmante glimlach over het gezicht van de prins. 'Je was dit keer niet bijzonder laat. Geloof het of niet, ik was echt van plan om naar bed te gaan.' Hij reikte mij een van de glazen aan. 'Misschien had ik wel verwacht dat je meteen deze avond terug zou komen.'

Ik schudde kort mijn hoofd en hield mijn armen over elkaar geslagen. Aaron had inderdaad niet vreemd opgekeken toen ik zijn kamer binnen was gekomen. Het bleef vreemd dat de prins zijn eigen veiligheid schijnbaar niet interessant genoeg vond om enigszins op zijn hoede te zijn. Wanneer onze samenwerking zou eindigen, zou ik hem nog wel een keer op zijn hart drukken dat hij wat alerter moest wezen. Dat was tenminste als hij dan nog een kloppend hart zou hebben. 

'En waarom zou ik meteen op komen draven wanneer ik een brief van jou ontvang?' vroeg ik.

Heel kort schoot mijn blik in de richting van de deur. Ik durfde te zweren dat ik een klein, niet te plaatsen geluidje had gehoord. Maar het bleef verder stil en ik vertrouwde erop dat het niets was. Dat was tenminste wat ik hoopte. 

'Omdat je geïntrigeerd bent,' antwoordde Aaron die van beide glazen een slok nam alvorens ze synchroon op de tafel bij de haard te zetten. 

Hij gebaarde naar de stoel die het dichtst bij de dienstingang stond, waarna hij zelf op de andere stoel plaatsnam. Net zoals bij al het andere wat er in mijn leven gebeurde, overdacht ik dit gebaar. Ik schatte de kans in dat het een valstrik kon zijn, maar achtte die mogelijkheid klein. Inmiddels had Aaron al zoveel momenten gekregen om mijn eigen mes in mijn rug te steken, dat ik erop durfde te vertrouwen dat op een stoel gaan zitten niet het gevaarlijkste was wat ik kon doen. 

Ik liet de deur van de dienstingang open staan toen ik voorzichtig ging zitten. 'Wie zegt dat ik geïntrigeerd ben?' 

Zijn donkere ogen namen onbeschaamd mijn zichtbare gelaatstrekken op en ik hoopte dat ik niet genoeg indruk had gemaakt tijdens onze korte dans tijdens het lentebal. Ik durfde erop te wedden dat hij zoveel vrouwen zag, dat onze vluchtige ontmoeting hem niet bij was gebleven. 

'Omdat ik dat ook ben,' glimlachte hij. 'En volgens mij lijken wij aardig op elkaar.'

De geur van de wijn drong zelfs door mijn gezichtssjaal mijn neus binnen. Het liet mij watertanden en ik moest mijn best doen om het glas niet te grijpen. Gelukkig hielden zijn woorden mij bij de les. Misschien moest ik dan toch toegeven dat hij gelijk had. Ik was inderdaad geïntrigeerd. 

'Dan mag je mij uitleggen hoe een sluipmoordenaar en een prins op elkaar lijken,' kaatste ik terug. 

Als ik Livia was geweest, had ik er nooit aan gedacht om de prins zo informeel aan te spreken. Ik had mijn ogen afgewend, zoals dat van mij verwacht werd. Nu staarde ik net zo hard naar hem terug. Hij was interessant. Als een boek vol wendingen dat ik wilde lezen. Zijn nuchterheid had mijn aandacht getrokken, de strijdlust die in hem woedde had mijn aandacht vastgehouden. Niet alles was zoals het zich voordeed en deze prins was daar een voorbeeld van. En dat was, inderdaad, intrigerend. 

Aaron kantelde zijn hoofd enigszins. 'Niet een prins en een sluipmoordenaar, maar wij. Jij en ik. Dat is veel specifieker dan alleen onze titels waarachter wij ons schuilhouden.'

Ik snoof. 'Je begint wartaal uit te slaan, prins. Beweer niet dat wij op elkaar lijken als je nog niet eens mijn naam kent.'

'Dat is misschien wel een van de redenen dat ik geïntrigeerd ben,' lachte hij, waarna hij weer een van de wijnglazen aan zijn lippen zette. 'De vrouwen werpen zich voor mijn voeten, zelfs nu ze weten dat ik verloofd ben. Ze willen allemaal gezien worden, erkend worden. Maar... Jij niet. Ik betwijfel het of je mij je naam zou geven als ik er om zou vragen.'

Zwaard van de dageraad [Wattys2021 Winnaar] ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu