Hoofdstuk 10

214 21 8
                                    

Met een diepe frons op mijn voorhoofd leunde ik tegen het raamkozijn. Terwijl de rest van het peloton zich fluisterend op de banken in de zitruimte liet zakken, staarde ik naar buiten. Ik begreep er niks van. Was de koning gek geworden? Hij had woedend gereageerd na de woorden van zijn zoon, maar was dat genoeg om hem te doden? Kon hij de prins niet gewoon de opvolging ontzeggen? Daar zouden ongetwijfeld wetten voor zijn. Speelde er meer?

Ik keek naar buiten, naar het trainingsveld van de koninklijke garde. Er dwarrelde een peuter over het strijdveld met zijn eigen, kleine houten zwaard in zijn hand. Hij lachte schaterend en werd achterna gezeten door een grijnzende, jonge man. Ongetwijfeld zijn vader, die door de andere soldaten lachend werd nagekeken. Zou die vader later ook overwegen om zijn zoon te laten doden als hij niet in het gareel zou lopen? Als hij besloot om een betere wereld te willen creëren?

Uiteindelijk draaide ik mij met een diepe zucht naar de rest van het peloton, waarna ik Caelan en Davina uit elkaar duwde zodat ik tussen hen in kon zitten. Iedereen richtte zich tot Elias. Hij was altijd al onze onofficiële leider geweest. Dat kwam niet doordat hij de zoon van Jorah was, maar doordat hij als een van de enigen rationeel kon nadenken in situaties als deze. Een eigenschap die sommigen van ons misten.

Elias leunde met zijn onderarmen op zijn bovenbenen en had een bedenkelijke frons op zijn voorhoofd. Het gefluister was gestopt. Iedereen leek verzonken te zijn in zijn of haar eigen gedachten. Niemand leek op te merken dat Jorah zwijgend de barak verliet.

'Wat nu?' vroeg ik om de akelige stilte te doorbreken.

Elias keek mij recht aan. 'Ja, wat nu?'

Nu keek iedereen weer naar mij. Toen ik zweeg, werden blikken afgewend en kwam het zachte gefluister weer op gang.

Daar zaten we dan. Het tweede peloton. Acht mensen die waren uitverkoren om de toekomst van het land te veranderen. Acht mensen die er indirect voor zouden zorgen dat de slavenhandel toch in stand bleef. Want daar draaide het allemaal om: de duidelijke boodschap die de prins had afgegeven op het Lentefeest, welke de doorslag had gegeven voor deze extreme opdracht.

Wat de reden ook was geweest, de opdracht was er. Hij was luid en duidelijk. We konden er wel omheen draaien, maar dat bracht de toekomst van de Elite in gevaar. Dat was geen optie. We moesten informatie vinden. Misschien zouden we, als we diep genoeg zouden graven, duistere zaken in het verleden van de prins vinden. Misschien was de opdracht wel terecht.

'Hoe vinden we informatie?' vroeg Caelan, die als eerste weer helder kon denken. 'Vechten we ons een weg door de koninklijke garde tot we in de vertrekken van de prins zijn?'

Er werd hier en daar wat gesnoven, maar het zorgde er wel voor dat iedereen weer begon na te denken.

'We kunnen de wisseling van de wacht benutten,' opperde Travis. 'Dat geeft ons tijd om de kamers van de prins binnen te komen.'

'En dan wat?' viel ik hem in de rede. 'Dan wil je de prins net zo lang laten zwijgen tot er weer een wisseling van de wacht is? De beveiliging is daarna drie keer zo hoog en hij weet meteen dat de Elite achter hem aan zit. Hoe lang denk je dat het duurt voordat we een strop om onze nek hebben?'

Travis opende zijn mond om wat te zeggen, maar Elias onderbrak hem. 'Livia heeft gelijk,' zei Elias. 'Het is geen optie.'

In mijn ooghoeken zag ik dat Nascha adem haalde om een opmerking te maken, maar ze sloot haar mond weer toen Caelan verder sprak.

'Dan moeten we de prins buiten zijn vertrekken confronteren,' zei Caelan.

'Dan weet hij nog steeds dat de Elite achter hem aan zit,' zei Elias. 'Als we niet discreet zijn, verliezen we het vertrouwen van de koning. Hij kan nooit toegeven dat deze opdracht van hem komt. De Elite wordt meteen uitgeroeid.'

Zwaard van de dageraad [Wattys2021 Winnaar] ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu