Hoofdstuk 33

135 14 4
                                    

Graaf Bunters was de man die ervoor had gekozen zijn goud door te sluizen naar de Caecitas. Zijn goud had ervoor gezorgd dat de Caecitas in het bezit was gekomen van wapens die de wapens van de Elite wisten te evenaren. Hij was degene geweest die ervoor gezorgd had dat ze in bezit waren gekomen van een dusdanige hoeveelheid gif, dat ze er wapens mee hadden kunnen maken. Wapens die Lorelei en mij bijna het leven hadden gekost. 

Aaron had het gesprek heel nonchalant weten te voeren. Hij speelde in op mijn liefde voor het theater, wat mij in een korte flashback terugbracht naar de avond dat we het glas hadden geheven tijdens een emotioneel optreden. Schijnbaar was dat een raakvlak met Bunters, want vanaf dat moment ging het vrijwel nergens anders meer over. Terwijl Aaron en de graaf het voortouw namen in het gesprek, kreeg ik de kans om de graaf te observeren. Om te bepalen waar ik mijn mes zou planten wanneer ik hem ergens midden in de nacht zou opzoeken. 

Uiteindelijk verplaatste de aandacht van de prins naar een andere adviseur en kwam het gesprek ten einde. Dat was het uitgelezen moment voor mij om mijzelf te excuseren en eindelijk uit de spotlights te kunnen stappen. Aaron had mij niet losgelaten zonder mij nog een laatste boodschap toe te fluisteren.

"Je vindt de lijst in mijn slaapkamer."

Daarna had zijn warme aanraking mij verlaten en was ik, na een korte buiging, de dansvloer weer op gegaan. Niet om te dansen, maar om ervoor te zorgen dat ik zo snel mogelijk wat meer afstand tussen mij en de prins wist te krijgen. Niemand leek mij in de weg te staan. Sterker nog, iedereen deinsde voor mij aan de kant terwijl ik mijn weg tussen de mensenmenigte zocht. Mijn avond was avontuurlijk genoeg geweest en zonder één van mijn vrienden een blik waardig te keuren, was ik teruggekeerd naar de barak.

Er was een hoop informatie die ik had moeten verwerken. Mijn identiteit was niet langer meer een geheim en dat was een probleem. De prins had voorgesteld om een moord op de koning te plotten en dat was ook een probleem. En ik bevond mij op dusdanig glas ijs dat ik er doorheen dreigde te zakken en dat mocht ik ook een probleem noemen. 

Maar toen de deur van de barak open vloog, waren mijn problemen wel het minste waar mijn peloton in geïnteresseerd was. 

'Livia Castillo!' riep Davina al vanuit de deuropening. 'Waar zit je?'

Ik sloeg mijn notitieboekje dicht en keek op vanaf de bank waar ik mij een halfuur geleden, na een stomende douche, op genesteld had. Davina kwam, met Nascha en Gwen in haar kielzog, naar binnen. Hun veel te elegante jurken leken haast misplaatst in de sombere omgeving van de barak. Geen van hen leek daarmee te zitten toen ik geflankeerd werd door Davina en en Gwen. Nascha plofte met een brede grijns op de andere bank neer. 

'Jullie zijn vroeg terug,' merkte ik rustig op.

De stilte voor de storm verdween en ze begonnen alle drie tegelijk aan hun vragenvuur. 

'Wat zei hij?' drong Gwen aan.

'Waarom nam hij je mee uit het zicht?' vroeg Nascha. 

'Heb je gezoend met of zonder tong?' vroeg Davina, die aan mijn arm trok.

Met een ruk keek ik mijn beste vriendin aan. 'Ho, even stop. Allemaal. Allereerst...' Ik prikte Davina in haar wang. 'Is er niets gebeurd. We hebben alleen gepraat.' 

Nog voordat ik de kans kreeg om verder te praten, porde Gwen mij in mijn zij. 'Waarover dan?'

Het drietal keek met zulke grote ogen, dat ik mij moest inhouden. Ik koos ervoor mijn blik af te wenden voordat ik in lachen zou uitbarsten. Regelmatig vond ik de hovelingen waardeloos omdat ze zich zo bezig hielden met de roddels rondom het koningshuis, maar nu leek ik mijn vriendinnen ook aan die waanzin te verliezen. 

Zwaard van de dageraad [Wattys2021 Winnaar] ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu