5. Ik verander

965 50 6
                                    

POV Matthy

Niet veel later hoor ik de douche uit gaan. Ik ben inmiddels verplaatst van mijn bureau terug naar mijn bed, met mijn telefoon in mijn hand. Drie klopjes op de deur zorgen er voor dat ik rechtop ga zitten, "Binnen." Raoul komt de kamer binnen gelopen en kijkt me vragend aan. Ik wijs naar de badkamer als teken dat Robbie daar is. "Ah, op die manier. Ik wou even vragen of Robbie hier blijft ontbijten, dus zou jij hem dat zo kunnen vragen?" Vraagt Raoul mij. Ik wil knikken als antwoord maar Robbie is me voor. "Ja graag Raoul!" Schreeuwt hij vanuit de badkamer. Raoul lacht en komt naast me op bed zitten. "Alles okè?" Vraagt hij me. Ik knik met een glimlach, "Alles is meer dan okè Roelie.". Raoul begrijpt de hint en loopt de kamer weer uit.

Op hetzelfde moment dat Raoul de kamer verlaat, stapt Robbie de badkamer uit. "Je hebt echt een hele fijne douche." Zegt Robbie met een ontspannen blik. "Ja ik voel me ook elke keer weer vereerd dat ik deze badkamer helemaal voor mezelf heb." Robbie lacht en komt naast me op het bed zitten. "Weet Koen het eigenlijk?" Vraag ik Robbie. Hij lijkt me niet helemaal te begrijpen. "Van die avond in de kroeg?" Vervolg ik. "Ik heb hem wel verteld dat ik een leuke jongen tegen ben gekomen maar ik heb geen namen genoemd." Legt hij uit. Ik knik opgelucht, "Ik denk dat het het beste is als niemand het nog weet. Volgens mij heeft Milo een vermoeden maar ik weet gewoon niet hoe de jongens gaan reageren als ze weten dat ik, nou ja, gay ben?". Het is meer een vraag voor mezelf. Ik weet niet of ik volledig gay ben of dat ik bi ben. "Ik kan je alleen zeggen dat Koen enorm supportive was toen ik het hem vertelde, of nou ja, toen ik zei dat ik bi ben." Robbie legt zijn hand op mijn been. "Ja maar het is niet alleen Koen, het is ook Milo. Als ik die twee soms hoor praten over homo's ben ik gewoon bijna bang om ze de waarheid te vertellen." Zucht ik. "En Raoul?" Ik kijk Robbie aan, "Raoul weet het wel. Ik moest mijn verhaal bij iemand kwijt en aangezien ik van Raoul weet dat hij me 100 procent zou steunen met welke keuze ik ook maak, kon ik het alleen bij hem kwijt." Leg ik uit.

Robbie knikt begrijpend, "Ik ben blij dat je in ieder geval je verhaal hebt kunnen doen bij iemand." Ik glimlach naar hem. Ik twijfel even maar omhels hem dan toch. Robbie lijkt ontdaan door mijn actie. Na een poosje voel ik zijn armen ook rond mijn torso. "Sorry, dit had ik gewoon even nodig." Verontschuldig ik mezelf als ik hem los laat. "Daar hoef je toch geen sorry voor te zeggen. Als jij het niet had gedaan, had ik jou wel een knuffel gegeven." Deze jongen weet me elke keer weer een warm gevoel te geven. "Nou genoeg zoetsappigheid, tijd voor ontbijt!" Zeg ik enthousiast. Terwijl ik opsta trek ik Robbie aan zijn arm mee.

"Goedemorgen!" zegt Milo vrolijk als Robbie en ik de keuken inlopen. "Goedemorgen Milootje." Zeg ik. Ik loop richting het koffiezetapparaat en draai me om naar Robbie, "Koffie?". Hij knikt. "Wat drink je altijd?" Vraag ik hem. Robbie komt naast me staan. "Euh, koffie met melk." Zegt hij. "Een latte?" Weer knikt de jongen. Ik zet een latte voor hem en voor mezelf. De heerlijke geur van koffie vult mijn neusgaten. Ik werp een blik naar buiten en zie dat het best lekker weer is. Ook Robbie is dit opgevallen, "wil je buiten zitten?" Ik knik en open de deur naar onze tuin.

In stilte drinken we beide onze koffie. Beide zijn we in gedachten, niet wetende wat de ander denkt. Ik kan alleen maar denken aan hem. Net zoals de afgelopen twee dagen, ik krijg hem met geen mogelijkheid uit mijn hoofd. Het voelde zo vertrouwd, hem naast mij in bed. Hoewel hij heeft gezegd mij ook niet uit zijn hoofd te krijgen, heb ik nog altijd twijfels. Twijfels over mijn geaardheid, twijfels over hoe hij over me denkt. Te veel twijfels. Kan hij niet iemand vinden die beter is? Leuker is? Iemand die mij overtreft op welk vlak dan ook? Duizenden vragen razen door mijn hoofd.

Een hand zwaait voor mijn hoofd langs. "Mat?" Ik word uit mijn gedachten gehaald en kijk naar degene die zojuist mijn naam riep. "Alles oke? Je was zo diep in gedachten." Rob legt zijn hand op mijn knie. Ik zucht maar knik. Ik wil hem niet lastig vallen met deze twijfels, nu nog niet. "Zeker?" Vraagt hij door. Weer knik ik maar dit keer met een glimlach, "voor nu wel. Geen zorgen." Robbie laat het hierbij en neemt nog een slok van zijn koffie.

"Mat?" Hoor ik Raoul roepen. "Ik ben zo terug." Meld ik aan Robbie voor ik naar binnen loop. "Ik wou je even laten weten dat Koen, Milo en ik zo weg gaan en vanavond niet hier eten." Van Raoul wist ik dat hij naar zijn vriendin zou gaan, maar ik wist niet dat Milo en Koen ook weg zouden zijn. Raoul merkt de verbaasde blik op mijn gezicht, "Koen is naar Juultje en Milo zou vanavond gaan feesten bij Frank. Ik ben morgen pas terug, hoe het met de andere twee zit, geen idee." Ah, dat klinkt logischer. Ik knik begrijpend. "Tot morgen Roelie." Glimlach ik naar de jongen en ik loop terug naar de tuin. Robbie zit met zijn rug richting mij, de zon straalt op zijn gezicht. Ik blijf eventjes staan, kijkend naar de jongen. Een gevoel van rust overspoelt me.

Ik hoor de voordeur dichtslaan en op dat moment draait Robbie zich om. "Staren is onbeleefd." Zegt hij als hij opstaat. Ik draai mijn hoofd om en hoor Robbie lachen. "Ik had het tegen jou, Matthy." Onschuldig kijk ik hem aan, "Ik weet nergens van." Robbie komt dichterbij, stap voor stap. "Oh nee?" Ik schud mijn hoofd. "Weet je wat er gebeurd met jongens die liegen?" Vraagt Robbie en hij legt zijn handen in mijn zij. Weer schud ik mijn hoofd. Robbie brengt zijn hoofd naast het mijne, "Hoe goed kun je tegen kietelen?" Fluistert hij. Mijn ogen worden groot, "Nee Robbie, ik kan absoluut niet tegen kietelen." Vertel ik hem. Ik haal zijn handen uit mijn zij en loop naar binnen. Lachend komt Robbie achter me aan.

Ik ren mijn slaapkamer in en wil de badkamer in gaan als twee handen mijn heupen vastnemen. "Ik heb je." Hij begint mij te kietelen en ik gil het bijna uit. "Robbie alsjeblieft, laat me los." Lach ik. "En wat als ik dat niet doe?" Ik voel zijn adem in mijn nek. Ik slik hoorbaar. Dit voelt wederom zo ongewoon, zo onbekend. "Hey, het was maar een grapje." Zegt Robbie terwijl hij zijn handen van mijn heupen laat glijden en voor me komt staan. "Het is oke, sorry dat ik zo overdreven reageer bij de kleinste dingen." Robbie schudt zijn hoofd. "Dat is niet iets waar jij je excuses voor aan hoeft te bieden. Ik snap heel goed dat dit gek voelt voor je, echt. Maar geloof me als ik zeg dat je het moet toelaten, laat het gewoon gebeuren. Wat is uiteindelijk het ergste dat er kan gebeuren?" Vraagt Robbie. Ik laat me op mijn bed zakken met mijn hoofd in mijn handen.

Ik weet heel goed wat het ergste is dat kan gebeuren. Je wordt achter gelaten. Niemand geeft meer om je. Je raakt iedereen kwijt. Stuk voor stuk verlaten ze je. Eerst degene waarmee je dacht een relatie op te bouwen, daarna je vrienden, en uiteindelijk blijf je helmaal alleen achter. Niemand die je nog liefde geeft, niemand die vraagt; Hey, hoe was je dag? Niks.

"Ik.." Begin ik. Robbie kijkt me bemoedigend aan. "Ik ben gewoon bang om iedereen te verliezen. Dat ik, door mezelf open te stellen, iedereen kwijtraak. Wie wil er nou bevriend zijn met een homo als ik? Laat staan een relatie mee beginnen. Ik heb vaak genoeg gehoord; 'Niemand zal op je vallen, quasimodo.' Ik durf me gewoon niet open te stellen, bang om weer gekwetst te worden. Bang dat ze dan toch wel weer iemand vinden die leuker is. Iemand die mij kan overtreffen op welk vlak dan ook. En dat houdt me tegen om het ook maar te proberen." Ratel ik aan één stuk door. Ik voel een traan opkomen maar veeg deze ruw van mijn wang. Ik stel me nu al open genoeg, dit hoeft niet nog meer.

"Laat me je helpen. Ik wil met jou op ontdekking. Ontdekking naar jezelf, de liefde, en nog zo veel meer." Robbie streelt over mijn arm. "Maar je moet me vertrouwen." Ik knik afwezig, niet wetend of ik hem daadwerkelijk vertrouw of gewoon maar knik. "Vertrouw je me?" Vraagt Robbie voor de duidelijkheid. "Ik denk het." Antwoord ik twijfelend. "Matthy, vertrouw je me? " Vraagt hij nogmaals. Zijn stem klinkt liever, zachter. "Ja Robbie, ik vertrouw je." Een kleine glimlach verschijnt op zijn gezicht. "Jij bepaalt het tempo, oké?" Ik knik. Hoewel het nog altijd ongewoon voelt, denk ik dat ik Robbie daadwerkelijk kan vertrouwen. Iets in mij zegt nog altijd dat ik het niet moet doen, dat ik me niet open moet stellen. Maar ik weet ook heel goed dat als ik het niet doe, ik nu al een vriendschap verpest.

OngewoonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu