22. Doen we hier goed aan?

371 20 2
                                    

POV Matthy

Het lijkt alsof alles plots in slow motion gaat nadat Robbie die woorden heeft uitgesproken. "Mijn andere vriendje?" Vraag ik vol verbazing. "Hoor je jezelf wel praten?" Deze woorden lijken hem nog bozer te maken. "Hoe verklaar je zijn berichtje anders, huh?" Hij verheft zijn stem en kijkt me met donkere ogen aan. "Waar heb jij het over?" Vraag ik hem. Hij loopt naar de slaapkamer en komt niet veel later terug met mijn telefoon in zijn hand. Hij ontgrendelt het toestel en begint voor te lezen. "Milo stuurde je het volgende; Wat fijn, dankjewel Mat. Tot vanavond. En zou je dit tussen ons willen houden? x" Hij drukt de telefoon in mijn gezicht en ik zie het laatste appje van Milo. Ik schud mijn hoofd en lach sarcastisch. "Misschien had je het hele gesprek moeten lezen in plaats van mij direct beschuldigen van vreemdgaan, sukkel." Roep ik naar hem voor ik mijn telefoon uit zijn handen grits en richting de voordeur wil lopen. Robbie houdt me tegen door mijn arm vast te nemen. "Laat me los." Snauw ik maar het werkt niet. "Dus jij wilt mij vertellen dat er niks is tussen Milo en jou?" Hij kijkt me doordringend aan. "Ja Robbie, dat is inderdaad wat ik probeer. Ik dacht echt dat je me vertrouwde." Zeg ik. "Maar blijkbaar had ik het mis want bij het eerste, beste berichtje wat ik krijg van een huisgenoot, ga jij ervan uit dat ik vreemd ga, met Milo notabene. Ben je vergeten dat dit zijn schuld is?" Bijt ik hem toe, terwijl ik naar mijn arm wijs. Robbie schudt beduusd zijn hoofd. "Ik, Milo,-" Stamelt hij maar er komt weinig zinnigs uit zijn mond. "Ik denk dat het beter is dat ik nu ga. Ik spreek je later." Zeg ik voor ik richting de deur loop. Ik kijk nog een keer achterom en zie hoe Robbie op zijn knieën op de grond valt terwijl luide snikken zijn mond verlaten. Normaal zou ik teruglopen, hem in mijn armen nemen en zeggen dat het goed komt, maar op dit moment loop ik door en trek ik de deur achter me dicht. Bij mij rollen er ook nog altijd tranen over mijn wangen. Ik pak mijn telefoon en toets het nummer van Koen in. "Hey maatje!" Neemt hij enthousiast op. "Hey, zou je me kunnen ophalen?" Ik probeer te verbergen dat ik momenteel huilend op straat sta, maar Koen kent me door en door. "Mat, wat is er? Blijf waar je bent ik kom eraan!" Roept Koen door de telefoon en ik kan horen dat hij op zoek is naar zijn sleutels. De verbinding wordt verbroken en ik laat me op de rand van de stoep vallen.

Na tien minuten op de harde stoep gezeten te hebben, zie ik de blauwe auto van Koen in de verte aan komen rijden. Het kan niet anders dan dat hij te hard gereden heeft. Hij stopt voor mijn neus en komt de auto uit gesprint. "Mat, ben je oke?" Vraagt hij in paniek. Ik knik, maar de tranen op mijn wangen vertellen iets anders. "Kom." Zegt Koen en hij trekt me voorzichtig omhoog. Hij neemt me mee naar zijn auto, opent de deur en laat me plaatsnemen op de bijrijdersstoel. Hij gooit de deur dicht en loopt in snel tempo rond de auto om vervolgens zelf achter het stuur te gaan zitten. "Voor we gaan rijden wil ik weten wat er gebeurd is en of iedereen oke is." Ik zucht en veeg de tranen van mijn wangen. "Robbie, hij,-" Ik krijg de woorden niet over mijn lippen zonder weer te huilen. "Wat is er met Robbie? Is hij oke?" Ik knik en neem een hap lucht. "Hij beschuldigde me van vreemd gaan." Weet ik te zeggen. Koen kijkt me vol ongeloof aan. "Je maakt een grapje?" Zegt hij maar als ik mijn hoofd schud, laat hij zijn hoofd zakken. Het blijft even stil in de auto. "Ik ga je naar huis brengen, en daarna ga ik met Robbie praten." Zegt Koen en hij start de auto. De rit naar huis duurt langer dan de rit die Koen hiervoor maakte want we zijn nu minstens een kwartier onderweg. Al mijn eetlust is verdwenen en het liefst kruip ik in bed zonder iemand te zien. Zodra we onze oprit oprijden, zie ik Milo voor de deur staan. "Ik rij direct door. Bel me als er iets is." Zegt Koen als ik uitstap. "Doe ik. Dankejwel." Zeg ik voor ik de deur sluit. Ik draai me om en loop richting Milo. "Mat." Begint hij. "Is alles oke?" Hij is de tweede persoon die me dit in korte tijd vraagt. Waar het ergens lief is dat mensen het vragen, werkt het nu juist averechts. "Ja prima. Je wilde praten?" Milo knikt en wijst naar binnen. Ik snap de hint en loop naar binnen met Milo op mijn hielen. De langere jongen loopt vlak achter me. Mijn slaapkamer ziet er nog net zo uit als deze ochtend. Een onopgemaakt bed, kleding verspreid over de vloer en de geur van mijn parfum is nog te ruiken. Met een doffe plof laat ik me op mijn bed vallen. Milo neemt plaats in mijn bureaustoel, recht tegenover mij. "Ik wil gewoon weer vrienden zijn Mat. Ik mis mijn beste maatje." Zegt Milo. Vol ongeloof kijk ik hem aan. "Nadat je mij zoende, mijn relatie op het spel hebt gezet, me in het ziekenhuis hebt geholpen en nu hebt gezorgd voor een ruzie tussen Robbie en mij?" Vraag ik hem. Met grote ogen kijkt hij me aan. "Ruzie tussen jou en Robbie?" Vraagt hij. Ik knik. "Robbie las je laatste berichtje en nu denkt hij dat ik vreemd ben gegaan, met jou." Met dat ik deze woorden uitspreek, beginnen de tranen voor de zoveelste keer over mijn wangen te rollen. Wat een watje ben ik toch ook. Ruw veeg ik ze met één hand weg. "Fuck. Mat, ik. Sorry. Dat is oprecht nooit mijn bedoeling geweest." Ook Milo kan het niet drooghouden. "Ik heb deze chaos nooit willen veroorzaken. God, wat ben ik toch een idioot." Gefrustreerd grijpt Milo zijn haren vast.

OngewoonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu