6. Had ik jou maar nooit ontmoet

928 47 20
                                    

POV Matthy

TRIGGER WARNING: homofobie, scheldwoorden.

Robbie is niet lang na ons gesprek vertrokken. Hij had nog dingen te doen voor school en ook ik moest nog werken aan een schoolopdracht. We zijn inmiddels een paar dagen verder, het is donderdag. Ik vind donderdag altijd een rotdag. Vaak heb ik lange uren op school en het is zo'n dag vlak voor het weekend, maar niet dicht genoeg bij het weekend. Ook deze donderdag was weer een lange dag op school. Het is half 6 als ik de schooldeuren uitloop. "Matthy, maatje!" Hoor ik achter me. Ik draai me om en zie Milo op me af komen lopen. Verbaast kijk ik hem aan. "Wat doe jij hier?" Milo lacht. "Ik had hier een gastcollege, dat had ik toch verteld?" Ik denk na maar kan me niks herinneren. "Laat maar, het is al goed. Heb je zin om mee te gaan eten halen? Raoul appte net met de vraag of ik eten voor ons wil halen, zijn stagedag loopt iets uit." Legt Milo uit. Ik knik en loop achter hem aan naar de fietsen. "Wat had je in gedachten?" Vraag ik hem voor we opstappen. Milo vertelt een heel verhaal over dat hij zin heeft in soep met stokbrood en gaat dan vrolijk verder over zijn gastcollege. Ik luister aandachtig naar zijn verhaal.

"Oke moeten we verder nog iets halen?" Vraag ik Milo als we de soep en het stokbrood hebben gepakt. We staan in de supermarkt. "Nee volgens mij is dit het." Ik knik en loop naar de kassa's. Bij elke kassa die open is, staat een lange rij. Zuchtend sluiten Milo en ik aan in een rij. Milo staat met zijn telefoon in zijn hand en heeft een grote glimlach op zijn gezicht. "Leuk berichtje?" Betrapt kijkt hij me aan. "Ik, euh-" "Ik maak maar een grapje Miel, geen zorgen." Lach ik. Milo lacht mee en stopt zijn telefoon weer weg. "Er is misschien een meid." Begint hij maar op dat moment zijn wij aan de beurt. De cassière scant de boodschappen en Milo betaalt. Het wordt aan het einde van de maand toch wel verrekend met alle andere kosten die er gemaakt zijn. "Maar vertel, een meid?" Vraag ik als we naar de fietsen lopen. Milo knikt, "Ik was laatst bij Frank, hij had me meegevraagd naar een feestje een week of twee geleden. Op dat feestje ben ik in gesprek geraakt met een meid, Charlotte, en toen hebben we nummers uitgewisseld. Ze blijkt bij mij op school te zitten en sinds we nummers hebben uitgewisseld, zijn we eigenlijk nog niet gestopt met appen." Milo glundert als hij verteld over de meid die hij zondag heeft leren kennen. Ik zie Milo niet vaak zo, hij toont niet snel zijn emoties. Niet dat hij een baksteen is zonder gevoel, absoluut niet. Hij toont ze alleen niet zo snel. "Je vindt haar echt leuk, of niet?" Milo knikt en stapt op zijn fiets. Ik stap ook op met een boodschappentas aan mijn stuur. Milo verteld nog meer over Charlotte en ik laat hem. Ik merk dat hij zijn gevoel en verhaal aan iemand kwijt moet en dat ik nu die persoon ben waaraan hij zijn verhaal kwijt kan.

Eenmaal aangekomen bij ons huis neem ik de boodschappentas mee. De hele weg heeft Milo het over Charlotte gehad. Ik vind het echt fijn om te zien dat hij gelukkig is. Hoewel ze nog niet echt een relatie hebben en pas net hun eerste date gehad hebben, straalt Milo. "Mannen, we zijn er weer!" Roept Milo als hij de deur opent. We krijgen geen reactie. "Ik had verwacht dat Koen al wel thuis zou zijn." Milo knikt, "Ik ook." Ik sluit de deur achter me en Milo loopt naar de woonkamer. Ik volg hem en tot mijn verbazing zit Koen wel thuis, maar hij is niet alleen. Naast hem zit de kleine Brabander. "Oh, hey Rob!" Milo klopt hem op zijn schouder waarna hij Koen ook gedag zegt. Ik glimlach naar de beide jongens en loop de keuken in om de boodschappen op te ruimen. Ik wil de kruidenboter in de koelkast zetten als ik twee armen rond mijn middel voel.  Geschrokken draai ik me om en ik kijk recht in Robbie's ogen. "Hey." Zegt hij zacht. "Hey." Het klinkt bijna als fluisteren. "Ik wist niet dat je hier ging zijn vandaag." Robbie haalt zijn schouders op. "Ik eerst ook niet, tot Koen me belde en vroeg of ik hem kon helpen met een schoolopdracht." Ik knik begrijpend. "Eet je mee?" Vraag ik hem. Hij knikt, "Als dat kan, heel graag." Ik sla mij armen om zijn nek. "Natuurlijk kan dat." Ik voel hoe hij zijn hoofd tegen mijn borst laat rusten. Mijn hand glijdt over zijn rug en ik leun met mijn kin op zijn hoofd. Een kuch doet mij opkijken. Koen is de keuken ingekomen en staat ongemakkelijk naast het kookeiland. "Euh, ik vind dit allemaal niet erg verder, maar jullie weten dat Milo hier niks van weet. Ik heb geen idee hoe hij hier over denkt." "Hoe ik waar over denk?" Vraagt Milo, die blijkbaar ook de keuken in is gekomen. Ik slik en laat mijn armen naast mijn lichaam hangen terwijl ik voel dat Robbie zijn hoofd van mijn borst haalt en zijn armen rond mijn middel laat verdwijnen. "Ben jij, zijn jullie? Stamelt Milo. Ik kijk naar Robbie. "Milo, ik kan het uitleggen." Begin ik. "Nee Matthyas, ik wil het niet horen. Ik praat niet met homo's, donder lekker een eind op. Ik hoef je voorlopig niet te zien, vuile flikker." Milo stormt de keuken uit, richting zijn slaapkamer. De deur smijt hij met een harde klap dicht. Tranen vormen zich in mijn ogen. Een van mijn beste vrienden is boos op me, haat me misschien wel, alleen omdat ik op mannen val? Ergens had ik dit aan moeten zien komen, met alle grappen die Milo altijd maakt. Maar het komt hard binnen. Nog geen tien minuten geleden vertelde hij nog zijn hele datingsleven aan mij en nu is hij boos op me. Ik voel mijn ademhaling versnellen. "Sorry." Is het enige dat ik weet uit te brengen voor ik mijn jas van de kapstok grijp en naar buiten loop. Ik moet weg, weg van Milo, weg van Koen en Robbie die me meerdere keren zullen vragen of het gaat.

Zonder dat ik het door heb, eindig ik bij de rivier. We wonen er niet heel ver vandaan maar het is een plek die me altijd rust weet te bieden. Het stromende water, het uitzicht over de stad die achter de rivier ligt, het feit dat er amper mensen komen aan deze kant van de rivier. Ik neem plaats in het gras langs de rand van de rivier. Met opgetrokken knieën kijk ik naar het water. Mijn hoofd leunt op mijn knieën. Ik laat mijn tranen de vrije loop. Er is hier niemand die me ziet, niemand die me stoort. Mensen denken vaak dat ik een arrogante zak ben vanwege mijn uiterlijk, maar in het diepste van mijn ziel ben ik eenzaam en fragiel. Eigenlijk net als porselein. Poreus en breekbaar. Ik breek niet snel als iemand van buitenaf iets zegt, maar zodra het gaat om mensen die mij dierbaar zijn, breek ik als een porseleinen bord dat op de grond valt en in duizend stukjes uiteen spat. Hoe dit komt? Vanaf kleins af aan heb ik al het idee dat ik me voor de buitenwereld moet bewijzen als stoere man, die emoties niet toont. Terwijl ik van binnen breek, keer op keer. Veel vrienden had ik op de middelbare school niet, ik had alleen Raoul en Koen. Later is Milo hier bij gekomen. Deze drie heren hebben mij gesteund, jarenlang. We hebben lief en leed gedeeld. Hoewel het bij mij niet veel leed was aangezien ik mijn problemen vaak alleen met Raoul deel. Ik weet gewoon dat Koen en Milo niet zo goed weten hoe ze om moeten gaan met de emoties en problemen van een ander.

De zon is inmiddels verdwenen achter de horizon en de temperatuur is gedaald. Dit geeft voor mij aan dat ik hier al minstens twee uur zit. Twee uur alleen ik met mijn gedachtes. Er zijn veel dingen door mijn hoofd gegaan, duizenden gedachtes die ik niet kon uitzetten. De meesten van deze gedachten waren niet positief. Nog voor ik de volgende gedachte door mijn hoofd kan laten spoken, hoor ik in de verte mijn naam. "Matthy?" Ik draai me om en voor de tweede keer deze dag ontmoeten mijn ogen de blauw/groene ogen van Robbie. "Ik was zo ongerust." Hij laat zich naast mij in het gras vallen en neemt me in zijn armen. "Sorry, dat was nooit mijn bedoeling." Robbie schudt zijn hoofd. "Jij hoeft nergens je excuses voor aan te bieden Mat." Ik leg mijn hoofd in zijn nek en probeer mijn tranen weg te knipperen. "Laat het gaan." Fluistert Robbie in mijn oor. Deze woorden zijn genoeg om mij voor de tweede keer in tranen te laten uitbarsten. "Ik dacht dat Milo anders was Robbie, ik dacht het echt." Robbie wrijft sussend over mijn rug. Zo blijven we een tijdje zitten. Ik die mijn hart lucht terwijl Robbie over mijn rug wrijft.

"Denk je dat je er klaar voor bent om terug te gaan naar huis?" Vraagt Robbie na een tijdje. Ik haal mijn schouders op. Ik weet niet of ik er klaar voor ben om terug te gaan en Milo onder ogen te komen. Ik weet niet hoe hij gaat reageren. Gaat hij nog bozer worden? Negeert hij me? Doet hij alsof er niks gebeurd is? Geen van deze scenario's wil ik meemaken. "Je mag ook bij mij blijven slapen." Stelt Robbie voor terwijl hij de laatste tranen van mijn wangen veegt. Dankbaar kijk ik hem aan. "Dat zou fijn zijn, dankjewel Robbie." "Het is niks." Ik schud mij hoofd. "Het is niet niks. Jij bent zo belangrijk geworden voor mij in een hele korte tijd en ik ben je echt dankbaar voor alles. Je gunt me de tijd om mezelf te ontdekken, je laat me zijn wie ik ben en je bent er altijd wanneer ik je nodig heb. Ik kan niet in woorden uitdrukken hoe dankbaar ik je daarvoor ben Robbie, echt waar." Robbie kan een kleine glimlach niet onderdrukken en ik zie zijn gezicht langzaam dichterbij komen. "Het zelfde geldt voor jou Mat, ik ben je enorm dankbaar voor alles. Je hebt ik zeer korte tijd mijn hart weten te veroveren met je charmes en je prachtige looks. Had ik jou maar nooit ontmoet, want nu weet ik niet hoe ik zonder moet." Zijn gezicht is nog maar millimeters verwijderd van het mijne. Ik verbreek deze minimale afstand en druk mijn lippen zachtjes op die van hem. Zijn hand vindt een weg naar mijn nek. Het klinkt ontzettend cliché maar het voelt echt alsof er een hele bak met vlinders is losgelaten in mijn buik. Alsof er vuurwerk afgestoken is. Met een glimlach maak ik mijn lippen los van die van hem. Ook bij Robbie is een glimlach duidelijk zichtbaar. "Zo zie ik je veel liever." Ik rol mijn ogen en geef hem nog een kusje op zijn wang. "Slijmbal." Robbie lacht zachtjes als hij opstaat en steekt zijn hand naar me uit. Ik neem zijn hand vast en hij trekt me omhoog. Hand in hand lopen we langs de rivier richting zijn huis. Geen idee waar deze is en of het ver lopen is of juist niet maar het maakt me niet uit. Ik loop met de mooiste man op aarde aan mijn zij en er is niemand die dit moment kan onderbreken. De lucht is helder en er zijn enkele sterren zichtbaar. Ik heb deze avond veel emoties gevoeld maar degene die ik op dit moment voel, is eentje die ik voor altijd wil blijven voelen.

OngewoonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu