Epiloog

283 22 27
                                    

POV Matthy

10 jaar later

De koude december wind zorgt ervoor dat ik dieper in mijn jas duik op deze vrijdagmiddag. De bel kan ieder moment gaan en ik zie ouders langzaam het plein op druppelen. Nog twee weken tot de kerstvakantie, nog twee weken ploeteren tot ik rustig tijd kan doorbrengen met Mees. Mijn kleine jongen van slechts 5 jaar oud. Het helse geluid van de schoolbel klinkt en de deuren van de school worden geopend. Het duurt niet lang voor ik de blonde lokken van het jongetje mijn kant op zie komen. Naast hem loopt een meisje. Ze is iets kleiner dan Mees en heeft bruin haar. Ze komt me vaag bekend voor maar dat zal zijn omdat ik haar al vaker op het plein heb zien lopen. "Papa!" Roept Mees blij als hij mij ziet. Zijn armen steekt hij voor zich uit en ik kniel om hem in mijn armen te nemen. "Dag jongen. Was was het leuk op school?" Enthousiast begint hij te knikken. "Mag ik bij Julia spelen?" Vraagt hij en hij wijst naar het meisje naast hem. "Heb je al gevraagd aan Julia's ouders of het mag?" Vraag ik hem voor ik een antwoord geef. Mees schudt zijn hoofd. "Maar haar papa is hier ook dus kom." Hij grijpt mijn hand vast en trekt me mee. Julia loopt voor ons richting haar vader. Mees vertelt ondertussen een verhaal over hoe hij in de pauze met dino's speelde. "En er was ook een hele grote dino papa! Die was groen en had stekels." Met een glimlach kijk ik naar het jongetje naast me. Het is raar om te beseffen dat dit mijn zoon is. Dat ik degene ben die hem opvoedt, groot brengt en hopelijk een stabiele basis kan bieden. Iets wat lastig is als alleenstaande ouder. Nu ben ik wel bewust alleenstaand. Na Robbie heb ik geen relatie meer gehad. Ik heb wel gedate, maar het klopte in mijn hoofd niet. Niemand kon tippen aan hoe Robbie me liet voelen en hoe hij me begreep. Uiteindelijk heb ik besloten om een draagmoeder te zoeken en daar is Mees uitgekomen. Ik ben de draagmoeder eeuwig dankbaar. Ze heeft mij het grootste geschenk gegeven wat je kan bedenken. Mees komt abrupt tot stilstand als hij bijna tegen Julia aanbotst. "Hey Juul." Hoor ik een stem zeggen. Eentje die ik na al die jaren nog herken. Ik durf bijna niet op te kijken maar doe het toch. Mijn ogen ontmoeten de zijne. Ze zijn nog altijd even groen als jaren geleden, alleen is zijn gezicht getekend met een paar rimpels, vooral rond zijn ogen. Zijn glimlach is niks veranderd en ook zijn haar lijkt nog steeds hetzelfde model te hebben. "Matthy?" De man tegenover me knippert een paar keer met zijn ogen, alsof hij het niet geloofd. Ik knik zachtjes. "Eh, hoi." Zeg ik verlegen. Robbie wrijft even over zijn gezicht. "Hey." Ons oogcontact wordt door geen van beide verbroken. Alsof er een denkbeeldige lijn gespannen is. "Papa, mag Mees bij ons spelen?" Julia zorgt ervoor dat ik mijn ogen wel los moet maken van de man tegenover me. Het is gek om hem als man te zien. De laatste keer dat ik hem zag was op de bruiloft van Koen, zo'n zes jaar geleden. Koen is als enige van de vriendengroep al getrouwd. "Ik weet niet of zijn vader dat goed vindt." Zegt Robbie en hij kijkt me aan. Ik kan enkel knikken. Het is alsof ik weer die jongen van tweeëntwintig ben, die voor het eerst echt verliefd is en geen woord durft uit te spreken tegen degene waarop hij verliefd is. "Mag hij dan ook blijven eten?" Vraagt Julia blij. "Ik weet niet-," Begin ik maar op dat moment opent Robbie ook zijn mond. "Tuurlijk!" Zegt hij. Ik bijt op mijn lip en kijk naar mijn zoontje. Hij kijkt me verwachtingsvol aan. "Zal ik je dan om zes uur ophalen?" Vraag ik. Het is meer een vraag gericht aan Robbie en ik zie hem in mijn ooghoek knikken. "Dat is prima!" Zegt hij. "Zal ik nog je nummer mogen? Voor het geval dat er iets is." Vraagt Robbie en hij steekt zijn telefoon uit. Alles in me wil op dit moment een flirterige opmerking maken maar ik hou me in. Ik kan niet, nu ik hem jaren niet gezien heb, ineens gaan flirten met hem. Ik knik en neem zijn telefoon aan. Snel toets ik mijn nummer in. "Dankjewel. Tot vanavond." Zegt hij als ik hem zijn telefoon terug geef. Ik geef Mees nog een knuffel en met zijn schooltas in mijn hand, loop ik terug naar mijn fiets.

Ik probeer mijn middag te vullen met huishoudelijke taken maar mijn gedachten blijven afdwalen naar Robbie. Herinneringen van jaren geleden lijken vers in mijn geheugen te staan. Alle keren dat hij me lieve woorden toe fluisterde, me goed liet voelen en me het idee gaf alsof ik de wereld was. Maar ook alle andere momenten. De momenten waarin we ruzie hadden, waarin ik bang was dat het nooit meer goed zou komen. Nu is dat deels waarheid geworden. We zijn 'als vrienden' uit elkaar gegaan maar iedereen weet dat dat een leugen is. We hadden geen ruzie toen we uit elkaar gingen, maar ik kon het niet aan om bevriend te blijven met de enige man waar ik ooit van heb gehouden. Soms moet je iemand loslaten, hoe lastig dat ook is. Zonder dat ik het doorheb, stuur ik mijn gedachten naar het moment dat ik wist dat het over was.

Met een bonzend hart sta ik voor de deur van het appartementencomplex van Robbie. Hij had me gevraagd of ik langs wilde komen omdat hij ergens over wilde praten. Het klonk dringend en serieus. Langzaam druk ik op de bel. Zonder dat hij de intercom gebruikt, opent hij de deur. Voetje voor voetje loop ik richting zijn voordeur. Bang voor wat er gaat komen. Als ik bij zijn voordeur aan kom, zie ik dat deze open staat, maar hij staat er niet om me te verwelkomen. Normaal is dit altijd wat hij doet. Ongeacht de situatie, hij staat altijd in zijn deuropening om me te begroeten. Ik voel de knoop in mijn maag erger worden, alsof iemand aan beide kanten aan een touw trekt en zo de knoop strakker maakt. Ik loop naar binnen en laat de deur achter me dichtvallen. Nadat ik mijn jas op de kapstok heb gehangen, loop ik naar de woonkamer. Robbie zit op de bank, zijn blik op de muur gericht. Hij lijkt me niet te horen, of niet te willen horen. Ik kuch zachtjes om zijn aandacht te trekken. Hij draait zijn hoofd verschrikt om. "Oh, hey." Zegt hij. Ik glimlach kort als antwoord. Hij wijst naar de bank als teken dat ik plaats moet nemen. "Als je gaat zeggen wat ik denk dat je gaat zeggen, blijf ik net zo lief staan." Zeg ik. Het komt er botter uit dan bedoelt. "Mat, alsjeblieft. Kom even zitten." Zucht hij. Ik twijfel even maar neem toch plaats op de bank naast hem. "Het zal je vast niet ontgaan zijn dat ik afstandelijker was de afgelopen tijd." Begint hij. Ik zucht en knik. Dat is me zeker niet ontgaan. Steeds vaker moest ik bijna smeken om een beetje van zijn tijd of aandacht. Er was amper meer tijd voor ons twee. "Ik wil dat je weet dat dit niet aan jou lag. Echt niet." Robbie kijkt even naar zijn handen, zijn vingers draaien rondjes om elkaar. Dit is zo'n typische zin wat iemand zegt vlak voordat ze je hart breken. "Maar ik denk dat ik nooit volledig over de breuk tussen Jamie en mij heen ben gekomen en mezelf niet de tijd heb gegund dit een plekje te geven." Zegt Robbie en ik zie dat hij het moeilijk vindt om dit toe te geven. Hij heeft me vlak na onze eerste ruzie verteld wat voor relatie het was maar ik wist niet dat hij er nog zo mee zat. "Ik heb echt geprobeerd om dit tijdens onze relatie te verwerken en een plekje te geven, maar ik merk dat ik dit steeds vaker uit op jou. En dat verdien je niet. Je verdient zoveel meer dan dat, Mat." Zegt hij en hij neemt mijn hand vast. "Ik heb nooit gelogen als ik zei dat ik van je hou, want dat doe ik nog steeds met heel mijn hart. Maar soms moet je iemand loslaten als je merkt dat het niet werkt." Nadat hij deze woorden uit heeft gesproken, breekt hij. Tranen stromen over zijn wangen als watervallen en hij laat zich snikkend in mijn armen vallen. "Het spijt me zo Matthy." Herhaalt hij een aantal keer. Ik doe wat ik normaal ook gedaan zou hebben en strijk zachtjes over zijn rug. "Het is oke, Robbie." Zeg ik maar ik weet dat het gelogen is. Ik heb mezelf compleet aan hem verloren en nu ben ik degene die hem verliest. Ik probeer mijn tranen tegen te houden, maar nu ik hier zo zit met Robbie in mijn armen, kan ik niet anders dan mijn tranen de vrije loop te laten gaan. "Denk je,-" Begin ik maar ik krijg de woorden niet over mijn lippen zonder compleet te breken. Robbie gaat rechtop zitten en kijkt me met betraande ogen aan. "Denk je dat er ooit nog een kans is voor ons?" Vraag ik zachtjes. Ik durf hem niet aan te kijken. Ik hoor hoe hij zucht. Dat kan geen goed teken zijn. "Ik weet het niet Mat. Ik hoop het, echt. Maar niemand kan in de toekomst kijken." Zegt hij en ik knik begrijpend. Ruw veeg ik de tranen van mijn wangen maar Robbie stopt me. "Niet zo hard. Wees alsjeblieft lief voor jezelf, ook als ik er niet meer ben om je hieraan te herinneren." Zegt hij. Hierdoor begin ik harder te huilen. Het idee dat hij er niet zal zijn als ik iemand nodig heb, als ik hem nodig heb, is slopend. Laat staan dat ik er straks daadwerkelijk alleen voor sta, hoe moet ik het dan overleven? "Is het heel raar als ik nu vraag of ik je nog voor een laatste keer mag kussen?" Vraag ik aan hem. Met een glimlach schudt hij zijn hoofd. "Natuurlijk niet, lief." Ik zie dat hij zelf ook van zijn à propos is door hoe hij me noemt. "Sorry, dat was uit gewoonte." Verontschuldigt hij zich. "Ik vond het wel fijn om dat voor een laatste keer te horen." Beken ik aan hem. Ik zie hem wederom glimlachen en voel hoe hij zijn hand op mijn wang legt. Langzaam komt hij dichterbij en op het moment dat ik mijn ogen sluit, voel ik zijn lippen op die van mij. Het smaakt zout, door alle tranen. De kus wordt langzaam een zoen. Eentje van liefde maar ook verdriet. Als afsluiting van onze relatie. Meer dan een jaar lang hebben we lief en leed gedeeld, maar het is niet genoeg geweest. Ik voel hoe Robbie zijn lippen losmaakt van de mijne. Zonder na te denken trek ik hem in een knuffel. "Bedankt voor alles Robbie." Fluister ik in zijn oor. "Ik zal altijd van je houden." Ik hoor Robbie zacht snikken. "Jij bedankt Matthy. Ik hoop dat we elkaar ooit weer tegen zullen komen." Ik laat hem los en sta op van de bank. "Tot, ooit?" Vraag ik. Robbie knikt. Zonder verder iets te zeggen loop ik naar de gang, pak ik mijn jas en vervolg ik mijn weg naar buiten. Ik werp nog een laatste blik richting de woonkamer en zie Robbie gebroken in één zakken. Elk deeltje in mijn lichaam roept dat ik naar hem toe moet gaan, maar ik loop richting de trap. In snel tempo loop ik de treden af. Onderweg kom ik nog een van zijn buren tegen, een oude vrouw die ons elke keer vertelde hoe lief ze ons samen vond. "Ach jongen, gaat het?" Vraagt de vrouw. Ik schud mijn hoofd. Het gaat niet. "Ik ben de liefde van mijn leven zojuist kwijtgeraakt." Zeg ik tegen haar. Verbaasd kijkt de vrouw me aan. "Bedoel je Robbie? Ach jongen, die ben je toch niet kwijt?" Ik knik. "Het is voorbij." De vrouw kijkt me meelevend aan en legt haar hand op mijn schouder. "Als jullie voorbestemd zijn voor elkaar, vinden jullie je weg wel." Met een kleine glimlach kijk ik naar haar. "Hou je taai, jongen!" Zegt ze nog voor ze verder loopt. Met elke stap die ik zet, lijkt de leegte in mijn hart te groeien. Alsof elke stap verder weg van hem, een stap dichterbij de eenzaamheid is. Misschien had ik beter mijn best moeten doen om hem te begrijpen of heb ik hem niet genoeg ruimte gegeven. Misschien waren we altijd al gedoemd om te mislukken. Veel vragen maar weinig antwoorden. Ik moet de antwoorden ook helemaal niet willen weten. Het is vast beter zo, al voelt het op dit moment alsof ik alles kwijt ben geraakt.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Apr 03 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

OngewoonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu