Hoofdstuk 3

1.3K 47 5
                                    

De opnames zitten erop. We keren allemaal weer terug naar ons eigen huis. Ik stap de auto in. Ik wacht totdat iedereen het parkeerterrein verlaat en rij er als laatste vanaf. Ik verbind mijn telefoon met de autoradio. En zet mijn afspeellijst op.

Put a price on emotion....

I'm looking for something to buy....

Het liedje dat Carolijn altijd zong als we samen waren. Het was een soort van haar liedje geworden. Altijd als ik het liedje ergens hoorde dacht ik meteen aan haar. Nu dus ook. Ze zong het liedje altijd zo prachtig mee met haar engelen stem. Dit is de eerste keer dat ik het nummer weer hoor nadat het uit is gegaan. Nadat het uit is gegaan is ze nog één keer langs geweest om haar spullen op te halen. Ze was er kapot van. Maar ik had geen keus. Ik was erachter gekomen dat het nooit meer iets tussen ons zou kunnen worden. Ik houd van haar. Ze is de beste vrouw die ik ken. Het houden van zal ook nooit veranderen. Maar het kan niet. Het kan gewoon niet werken tussen ons. Nooit meer.

Tijdskip

Mijn wekker gaat. Ik word wakker met knallende koppijn. Ik loop naar beneden om een paracetamol en een glas water te pakken. Ik neem een warme douche en zet een bakje koffie om goed wakker te worden. Ik loop terug naar de badkamer. Met de handdoek die ik net heb gebruikt veeg ik een gedeelte van het condens van de spiegel weg, zodat ik mezelf kan zien. Zodra ik één keer over de spiegel heen veeg zie ik mezelf. Er zit een wat blauwe bult op mijn hoofd, niet heel opvallend, wel heel pijnlijk. Ik krijg meteen flashbacks van gister. Ik rende tegen een bord van de plattegrond van het park aan.

*DING* Ik loop naar de deur met als gedachte: ''Wie kan het zijn?." Ik open de deur. "Rob?" "Hey" Zijn stem klinkt lief. Ik kijk hem vragend aan. "Ik vroeg me af hoe het met je hoofd gaat?" "Ik was bang dat je een hersenschudding had" Ik glimlach. "Dankje Rob" Ik geef hem een glimlach die dankbaarheid uitstraalt. "Ik werd met knallende koppijn wakker, maar het gaat al beter" zeg ik hem.

"Bakkie doen?" vraag ik hem. Ik loop naar de keuken om twee kopjes koffie te zetten. Ik kijk achterom. Hij heeft zijn schoenen uitgetrokken en zit met zijn benen ver uit elkaar op de bank. De bank matcht perfect met zijn outfit. Hij kijkt op. Ik wil weg kijken, maar ben al te laat. "Wat?" Vraagt hij lachend. Ik voel dat ik rood word. Ik schud lachend mijn hoofd en draai me om.

"Hier" Ik geef hem een bakkie en ga tegenover hem zitten. Ik plaats mijn voet tussen zijn benen. "Bedankt voor het checken Rob" Hij knikt naar me. Zijn lippen bewegingen, maar er komt geen geluid uit. Hij hapt naar adem. "Ikkeh-" opnieuw hapt hij naar adem. Ik word nieuwsgierig en een beetje bang. Hij kijkt serieus. "Ik heb met Carolijn gesproken" Mijn hart zit in mijn keel bij alleen al het horen van haar naam. Ik heb haar zoveel pijn gedaan. Ik kan dit mezelf nooit vergeven. 

Ik kijk naar beneden. Niet wetend wat te zeggen. Langzaam kijk ik omhoog. Ik staar naar zijn ogen. Het voelt alsof hij de boodschap met zijn ogen naar me brengt, want meteen valt het kwartje. Hij weet het. Hij weet waarom het uit is. 

Dromen in KleurWhere stories live. Discover now