Hoofdstuk 9

1.2K 40 0
                                    

Ik besluit Rob te bellen. Ik hoop niet dat hij veel op heeft. ''Jo Rob'' ''Jo wacht ff!!'' Hij schreeuwt door de telefoon. Ik hoor langzaam de muziek via de andere kant van de lijn vervagen. "Ja, nu versta ik je'' ''Ik had je nog geappt'' begint hij meteen. ''Niet gezien, maar wij kwamen niet binnen'' ''Dacht ik al'' antwoordt hij. ''Wil je hier komen?'' Ik klink weer wat onzeker, ondanks de kleine hoeveelheid alcohol die momenteel in mijn bloed zit. ''eeh ja natuurlijk'' Hij klinkt wat verrast. ''Ik stuur je mijn live locatie'' en ik hang op. 

Ik ben opzoek naar een toilet. Op het moment dat ik naar boven kijk, schijnt net de spot lamp op het bordje. Ondanks dat het wat overbelicht is kan ik net zien dat er ''WC'' staat. Ik loop er naartoe. ''Wat doe je?'' Hoor ik iemand in mijn oor schreeuwen. Het is Milo. ''WC'' schreeuw ik terug. Hij geeft me een soort teken dat ik heel even moet wachten. Dat doe ik. Een paar seconden later draait hij zich terug en achtervolgt me naar de WC.

Door de drukte gaan we naast elkaar staan in de urinoir. Ik bekijk hem. Zijn ogen glimmen en hij ziet er dolsgelukkig uit. Ik kan het aan hem zien. Zijn emotie schreeuwt verliefdheid. ''Je bent verliefd'' Ik blijf hem aankijken, wachtend op een reactie. Hij kijkt me aan en begint te lachen. Ik begin ook te lachen. ''Het is Frank he?'' vraag ik. ''Misschien'' ''Oke oke het is Frank ja'' zegt hij een paar seconden later. ''De manier waarop jullie elkaar aankeken net verraadde het al.'' Zeg ik. Ik zie aan hem dat hij het leukt vindt. ''Hoe heb je hem eigenlijk leren kennen?'' ''Nou eh-'' Hij neemt even een hap adem en begint met het vertellen van zijn verhaal.

Met de warmte en felheid van de zon in mijn gezicht loop ik door het parkje met de hond van m'n oma. Ik help haar de laatste tijd veel met alle kleine dingetjes, doordat ze het eigenlijk zelf niet meer kan doen. Ik hoor de steentjes onder mijn voeten kraken terwijl ik loop. Mijn blik richt zich op een tak. Ik pak de tak op en gooi het zo ver mogelijk weg. ''Pak hem Bud'' Roep ik naar mijn oma's hondje. Ik gooi nog een keer. En nog een keer. Ik onderschat mezelf met de afstand die ik kan gooien. Ik sta met mijn hand voor mijn mond te kijken waar de tak beland. Het beland net voor het bankje met een jongen erop. Bud loopt zo snel als hij kan richting de jongen om de tak te pakken. Vanuit de verte kan ik zien dat de jongen opnieuw de tak weggooit voor Bud. Het ziet er lief uit.

Ik zal Bud wel echt weer mee moeten nemen, dus ik loop richting Bud en de jongen. De jongen merkt me op en kijkt mijn richting op. Ik bekijk hem. Er heerst een stilte. Een stilte waarbij we allebei aan elkaars aanwezigheid kunnen wennen. ''Is dit jou hond?'' Hij verbreekt de stilte. ''ja- eeh nee van m'n oma bedoel ik'' Ik merk dat ik zenuwachtig wordt. ''Schattig'' hij blijft me aankijken. ''Ja is die ook'' ''Nee'' onderbreekt hij me. ''Dat je zenuwachtig bent'' Even blijft het stil. Ik weet even niet wat te zeggen. Hij klopt met zijn hand naast zich op het bankje. Ik neem naast hem plaats. Hij steekt zijn hand uit. "Frank'' Ik pak zijn hand vast ''Milo'' Terwijl hij de stok nog een paar keer gooit begint hij me vragen te stellen. De vragen lopen uit op levensverhalen en denkwijzen. ''Kun je-'' begint hij. Ik wacht af op wat hij gaat zeggen.

''Kun je me eerlijk vertellen wat je dacht toen je me voor het eerst zag?'' Deze vraag had ik niet verwacht. Ik schrik er een beetje van. ''Eerlijk gezegd dacht ik niks'' Antwoord ik. Zijn blik wendt af. ''Maar..'' Ik voel zijn ogen opnieuw op me branden. "Maar ik voelde wel iets'' Ik kijk naar zijn reactie. ''Je bedoelt'' Ik knik. ''Ik moet gaan, maar ik wil je graag nog beter leren kennen Milo'' Hij legt zijn hand op de mijne en wrijft er over heen. ''Zal ik je mijn nummer geven?'' ''Ja'' Ik reageer enthousiast en geef meteen mijn mobiel aan hem. Hij staat op. ''Doei eeh'' ''Bud'' vul ik hem aan. ''Doei bud'' Verbeterd hij zichzelf en aait over Bud's koppie heen. Hij kijkt me nog een keer aan en glimlacht breedt. Hij draait zich om en loopt weg. Ik bekijk hem van top tot teen. ''Omg'' zeg ik hardop.

''Dus het was liefde op het eerste gezicht?'' Vraag ik enthousiast. ''Zo kan je het wel noemen ja'' Antwoordt hij met een brede glimlach. ''Ik gun het je Miel'' ''Rob komt straks trouwens'' zeg ik nog snel voordat we terug de drukke massa in lopen. Hij blijft nog net voor de deuren staan en houdt me tegen. ''Jullie zijn de laatste tijd ook veel samen zeg'' zegt hij uitdagend. Ik weet wat hij probeert. ''Beste vrienden he'' zeg ik en ik loop snel door, richting de drukke massa van mensen. Hij kijkt me met een 'Ik heb je door' blik aan. Ik schud mijn hoofd naar hem en loop een andere richting dan hem op. Richting de ingang om daar Rob op te wachten. 

Dromen in KleurWhere stories live. Discover now