Binnen

276 6 1
                                    

( we gaan even terug naar 2 dagen geleden, waar Emma het huis binnen ging )

POV Emma

"Ge had hier nooit mogen komen Emma" zei hij en stapt naar me toe. "Sorry, ik ga al weer weg" ik draai me om en door mijn bibberende handen gaat het moeizaam om het schuifraam weer open te doen. Juist wanneer ik door het schuifraam mijn weg naar buiten wil gaan, neemt hij mijn arm. Hij sleurt me mee voordat ik naar buiten kan. "Nee!" roep ik, maar lang kon ik niet om hulp roepen. Voordat ik het wist werd ik met een boek op mijn slaap geslagen. Vanaf dat moment weet ik niks, ik weet alleen dat ik even later wakker werd in een kamer. Een mooie kamer met een groot bed. En daarin lag ik. Ik had geen idee hoelang ik buiten westen was geweest, maar de zon scheen ondertussen. Ik loop naar de deur en merk al snel dat die op slot is. Ik klop op de deur en roep, in de hoop dat iemand mij hoort. En ja iemand hoorde mij, maar niet de persoon die ik wou dat hij mij hoorde. Mijn buurman opent de deur en houd me tegen wanneer ik langs hem wil glippen. "Maak u geen zorgen, ik ga u niks doen" zegt hij. "Niks doen? Ik ben een hele nacht buiten westen geweest!" roep ik. "Dat was noodzakelijk Emma, doe rustig!" beveelt hij mij. "Ge hebt hier alles! Een bed, de zon, ik geef u eten elke dag!" roept hij. Alsof ik hem dankbaar moest zijn. "Laat mij gewoon gaan! Ik heb niks gezien!" roep ik terug. "Wij weten allebei dat gij wel iets gezien hebt en dat gij meteen naar de flikken gaat!" roept hij terug. "Ik zweer het, ik ga niet naar de flikken! Ik moet gaan werken en mijn vrienden gaan mij toch komen zoeken! Ge gaat zowiezo hangen, en met een ontvoering erbij krijgt ge nog langer, ge kunt mij beter laten gaan" zeg ik. Ik was bang. En moest proberen om in zijn hoofd te geraken. "Gij zijt geen slechte mens, ik weet da ge om de mensen geeft" zeg ik. "Stop! Wa ge ook aant proberen zijt" roept hij boos en sluit de deur weer achter hem. Ik blijf op de deur kloppen maar heb door na een paar uur dat het geen nut meer heeft. Ik ga op het bed zitten. De uren die voorbij gingen leken wel dagen. Dan hoorde ik de deurbel gaan. Ik duw mijn oor tegen de deur en hoor Floor haar stem. "Floor! HIER!" roep ik. Maar er was geen enkele manier dat ze mij zou horen tot beneden. Dan hoorde ik Vince, "VINCE" probeer ik toch nog te roepen. Dan vervaagde de stemmen en hoorde ik de deur sluiten. Ze waren niet binnen gekomen. Ze verdenken hem waarschijnlijk dus niet. Ik liet mijn tranen de vrije loop. Ik huilde niet vaak, maar ik denk dat iedereen wel zou huilen in deze situatie. Ik wist niks. Ik wist niet hoelang ik hier nog zou zitten en of ik hier zelfs levend uit zo komen. Dan hoorde ik voetstappen op de trap, ik ga snel in het bed zitten. Mijn buurman opent de deur. "Ge hebt gelijk, u vrienden waren inderdaad u aant zoeken" zegt hij. "En dieje jongen daarbij, das ne slimme, is da uw lief?" vraagt hij. Ik wist meteen dat hij het over Vince had. "Nee, das mijn beste vriend" zeg ik stil. "Zeker dat hij da ook zo ziet?" hij kijkt me aan. "Anyways, tis te gevaarlijk dat gij hier blijft, die gaan nog terug komen daar ben ik zeker van" zegt hij en neemt mijn arm weer vast. "Nee, nee alsjeblieft" ik smeek hem. We staan in de living wanneer hij naar buiten kijkt en merkt dat hun auto's er nog staan. "Godverdomme" vloekt hij. "Die zijn mij int oog aant houden" zegt hij. Ik glimlach zacht. Ik was opgelucht dat ze hem verdachten en dat ze me zochten. "De kelder in" zegt hij opeens en sleurt me mee naar een deur in de keuken. "Nee alsjeblieft" smeek ik hem weer. "Hier hoort niemand u" zegt hij en opent de deur, een lange trap naar beneden volgt, en dat was nog niet alles, hij schuift een boekenkast uit de weg en daarachter is nog een deur. Hij duwt me erin. Er stond niks in de kamer. Geen bed, geen raam, niks. "Sorry ik wou het u echt comfortabel maken, maar ik kan geen risico's nemen" zegt hij en sluit de deur achter zich. De uren die wel dagen leken gingen weer voorbij. Ik had het koud en ik had geen besef van tijd. Geen idee of het nacht of dag was. Ik sliep niet en mijn rug deed zeer van op de koude grond te liggen. Ik wist dat het enige wat ik kon doen was wachten. Ik hoorde stille stemmen. Ik loop naar de deur en druk mijn oor op de deur. "Clear" hoor ik Vince tegen Louise zeggen. "Nee Vince!!!!!" roep ik weer. Ze waren in het huis. En ookal zei mijn buurman dat ze me niet konden horen, ik stopte niet met roepen, maar al snel had ik door dat ze weg waren. Ik huilde het uit. Ze zouden me nooit vinden. En tot mijn verbazing kwam mijn buurman me niet op de hoogte stellen. Ik wachtte op het eten dat ik normaal in de avond krijg, maar er kwam geen eten. Ik had veel honger. Ik klop op de deur hopend dat hij mij eten zou brengen, maar het leek wel alsof niemand thuis was.

partners in crimeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu