⚜~Reki

17 0 0
                                    

Een ijskoude bries streelt de kasteelzalen. Een zomerse hitte drukt op de donkere stenen, maar hier binnen in de duistere gangen, is er niets van te merken. Bijna alsof de pijn van zijn inwoners alle warmte weren.

Diep zuchtend tillen Woede en verdriet het levenloze lichaam op.

"Wat in Godinsnaam gaan we met hem doen" verzucht Woede. Zijn blik glijdt naar Alana. Het verdrietige meisje wordt liefdevol in Jaloezie zijn armen gehouden. Haar zoute tranen druppelen op Jaloezie zijn hand.

"We kunnen hem bij de beek begraven" suggereert verdriet. Een gebroken blik rust in de demonen jongen zijn donkere ogen.

"Misschien kunnen we" begint Woede maar zijn zin wordt abrupt onderbroken.

Hebzucht de zopas overleden Demon recht zichzelf met een luide schreeuw.

"Verdomme" roept Jaloezie geschrokken. Wantrouwend nemen Verdriet en Woede een stap achteruit. Verbijsterd kijkt Alana de jonge aan. Sprankelend blauwe ogen zijn verruild voor de donkere demonen kijkers. Is hij? Terug zichzelf? Paniek neemt de jonge over.

"Wat is er gebeurd? Wie zijn jullie? Waar ben ik?"

Onbegrijpend haalt Jaloezie zijn schouders op wanneer Woede hem wezenloos aanstaart.

"Wie ben jij" vraagt hij wantrouwend.

"Mijn naam is Elias. Nu vertel me de jouwe alstublieft" smeekt de jonge ridder. Verdriet mompelt iets onverstaanbaar.

"Wat is hier aan de hand verdomme" vloekt Woede.

Zwijgend betreedt Wraak de kamer. Zonder waarschuwing grijpt hij Elias bij de kraag en sleurt hem opnieuw de kamer uit.

"Wat doet u? Waar brengt u mij heen?" Er is geen enkele smeekbede die wordt beantwoord.

"Alstublieft, vertel me waar ik ben" schreeuwt Elias uit.

"Hel" antwoordt Wraak omniums en duwt hem de cel in.

Elias blijft perplex staan. Hij kan zich niets herinneren. Niets buiten... die vrouw. Hij kwam een mooie vrouw tegen op weg naar huis. En dan die ridder. Die demon. Oh Godinlief, is hij... is hij dood?

Mopperend probeert Alana uit zijn ruwe handen te ontsnappen. "Haat" jammert ze.

"Wees een braaf meisje en eet je bordt leeg" spot Haat nadat hij haar op de stoel duwt. "Ik heb het zelf gemaakt" grijnst hij. Boos kijkt Alana in zijn ogen. "Je bent een monster" sist ze. "Lieverd" begint Haat en plaatst zijn handen op tafel. "Je hebt geen ideé."

Alana kijkt bevend naar haar bord. Tranen ontsnappen opnieuw uit haar ooghoeken. Dagdroom...

Luid schreeuwend plant ze het mes in zijn bovenhand. "Verdomme" vloekt Haat luid. Bloed spat over de tafel wanneer hij het mes verwijderd. "Jij vuil wicht" vloekt hij en grijpt het meisje dat haastig naar de deur rent.

"Nee" schreeuwt ze.

Trillend van razernij sleept Haat haar tegen zijn borst. Zijn sterke armen omringen haar als een slang. Zijn hoektanden doorboren het zachte vlees op haar hals. Boos schreeuwend probeert ze zich te verdedigen.

"Ga zo door kleintje" fluistert hij in haar oor en tilt zijn hoofd op. "Ik speel graag spelletjes." Alana huivert wanneer hij zijn been rond haar voeten wikkelt.

"Je bent een idioot" sist ze gemeen en ramt met al haar kracht tegen hem. Diep grommend probeert Haat zijn evenwicht terug te winnen. "En een sadist" scheld ze nadat ze hem een klap op zijn neus geeft.

Zijn gevloek negerend sleurt ze de deur open.

"Nee" fluistert ze. Haar ogen openen wijd.

"Wraak..."

Haat ⚜ Liefde creëert hoopWhere stories live. Discover now