Haat ⚜ Liefde creëert hoop

⚜~Albrecht

De sterren vervagen geleidelijk aan de wolkenloze hemel. Een warme gouden zon vervangt de maan. De heldere hemel wekt het hele land. Hier en daar komen bosdieren uit hun tunnels tevoorschijn, nieuwsgierig naar wat de nieuwe dag zal brengen.

Gapend verbergt Annora haar identiteit opnieuw achter de zware mantel. "Thedon" gromt Godfried en schudt het jongetje nogmaals door elkaar.Gealarmeerd kijken de jongens op wanneer Wraak de deur openslaat.

"Albrecht" gromt hij. Annora nadert het monster langzaam. Haar hart klopt in haar maag. Heinrich werpt een blik op Godfried. Godfried schudt zijn hoofd. Ook hij begrijpt het niet. Nooit eerder heeft een van de demonen haar in haar eentje geroepen. Godfried zijn maag is gevuld met een ziekelijk gevoel. Heinrich kijkt bezorgd naar Wolfgangs onbeslapen bed.

Annora loopt zachtjes naast Wraak. Zwijgend houdt hij de deur open voor haar. Zenuwachtig knikt Annora waarna ze de zaal inloopt.

Geamuseerd zit Haat op de troon, geduldig wachtend. Ongemakkelijk trekt Annora haar maag samen. Ze weet het nu al... vandaag is de dag dat alles eindigt voor haar.

Haat zit geamuseerd op de troon, vol spanning wachtend. Maar hoe kan dat? Ze was behoorlijk voorzichtig! En waarom keerde Wolfgang in vredesnaam niet terug? Wat is er met hem gebeurd? Op de vloek siert een oude gedroogde bloedvlek. Zenuwen grijpen Annora haar organen.

"Blijf" blaft Wraak nadat hij Annora naar het midden van de zaal duwt. Zwijgend staart Annora, Haat aan. Langzaam stijgt hij en wandelt naar haar toe.

"Albrecht is het toch" vraagt hij bevestigend. Albrecht knikt. "Ja mijn heer" antwoordt zo stevig mogelijk. Haat zijn lippen krullen omhoog. Hij knikt naar Wraak die Annora stevig vastneemt.

"Mijn heer" protesteert ze.

"Sst" sust Haat. "Vertel me over je broer... Wolfgang. Wat doet hij zoal overdag?" Annora kijkt verbaasd op.

"Eh ik weet het niet zeker. Hij.. Hij gaat wandelen nu en dan" stottert Annora.

"Werkelijk nu" spot Haat. Wraak grinnikt gemeen. Annora huivert wanneer Haat zijn hand optilt. Uit de schaduwen komt Jaloezie. Annora haar ogen worden groot wanneer ze Wolfgang in zijn armen opmerkt. Zijn gezicht is gedecoreerd met opgedroogd bloed. Blauwe en gele vlekken kleuren zijn aanzicht. Een donkere cirkel rust rondt zijn rechteroog. Wraak houdt haar stevig tegen.

"Wolfgang mijn maatje" spot Haat. "Heb je erover nagedacht? Weet je het terug" vraagt hij pestend. Zwijgend buigt Wolfgang zijn hoofd naar beneden. Haat wandelt langzaam terug naar Annora. "Weet je wat ik gisterenavond heb ontdekt" vraagt hij retorisch. Annora fronst. "Een bijtwonde. Dat is natuurlijk niet abnormaal maar wat wel abnormaal is dat ik deze zowel aan de rechterkant als aan de linkerkant vondt" spot hij. "Dus ik begon te denken. Wie ben ik vergeten of beter, waarom zou Wolfgang de plaats van zijn broer innemen?"

Wantrouwend trekt Annora haar hoofd weg wanneer Haat zijn hand uitsteekt naar haar. Midden in de lucht stopt hij zijn beweging. "Kerel, ben je lelijk ofzo" grap hij. Een sluwe grijnst verschijnt op zijn lippen.

Wanneer Annora niet antwoordt trekt hij de doek van haar gezicht. Huiverend wacht Annora terwijl Haat haar gezicht onderzoekt. Hij sleurt de grote kap van haar hoofd af. Enkele demonen lachen, snakken of joelen plezierig. "Extra punten voor jou Wraak" spot hij kalm. Teleurgesteld zucht Wolfgang. Hij weet dat dit zijn fout is.

Voorzichtig neemt Haat haar kaken vast. Hij draait haar hoofd naar links en rechts. "Geen bijtwonde" verklaart hij. Annora slikt. Het is de eerste keer dat ze trilt in Wraak zijn armen. "Wat is je naam lieverd" vraagt hij. Annora beseft dat dit geen verzoek is. Maar ze moet sterk zijn. HIj kan haar naam niet weten. Wanneer hij haar naam weet zal hij macht hebben over haar. Ze weigert één van zijn hersenloze slaven te worden. Verdomme ze had moeten vluchten toen ze de kans had! Godfried had haar vaak geadviseerd te ontsnappen. Om ze in de steek te laten en nooit meer terug te keren. Maar ze weigerde altijd. Ze was niet van plan hen alleen te laten. Zij zijn haar enige familie. Waarom ging ze niet toen ze de kans had? Ze had hulp kunnen vinden voor hun misschien. En wie weet kon ze dit voorkomen.