1

163 14 8
                                    

Matthy POV:

Vol ongeloof blijf ik de brief maar lezen. Dienstplicht. Dat het op dit punt ging komen had ik ergens wel kunnen verwachten, toch bleef ik maar hopen dat het niet nodig bleek te zijn. Op het nieuws had ik al gezien dat mannen opgeroepen werden om te komen, maar ik hield hoop dat het mij niet zou gebeuren. Oorlog, vechten voor Nederland, weten ze zelf wel wie ze er naar toe sturen? Van al mijn talenten staat mijn lef en dapperheid niet bepaald bovenaan.

Niemand had verwacht dat het op dit punt zou komen, dat Nederland hier buiten zou kunnen blijven. Maar zodra de eerste bommen in Noorwegen vielen was het duidelijk. Nederland heeft weinig keus. Het duurde niet lang voordat de vrijwillige inzendingen ophielden. En nu is dit schijnbaar de enige andere mogelijkheid die we nog hebben. Het is duidelijk waar en wanneer ik moet zijn, en de straf die staat op het niet op komen dagen is niet bepaald mals. Dus, vluchten heeft geen zin. Moet ik mijn ouders bellen? Mijn broers? Zullen zij de brief ook hebben gehad? Zelfs de jongste is nu 18 en de kans bestaat altijd nog dat hij exact dezelfde uitnodiging heeft gekregen. Bij enkel de gedachte voel ik de misselijkheid al opkomen.

Nog voordat ik naar mijn telefoon kan grijpen om mijn familie te belen, gaat die van mij over. Mama. "Ik zag op het nieuws dat er weer een lading brieven is verzonden. Wij hebben hier niks voor je broertjes ontvangen. Jij toch ook niet?" Ik weet dat ik haar moet vertellen dat het wel zo is, dat ik geen keus meer heb en over een aantal weken de trein in moet stappen om hoogstwaarschijnlijk nooit meer terug te komen. Maar hoe graag ik het ook wel zeggen, de woorden lijken niet uit mijn keel te komen. De tranen wellen op in mijn ogen en in mijn linkerhand knijp ik strak de verdoemde brief samen. "Ik moet gaan, mama. Ik bel je later." Aan mijn verbeten stem kan ze vast horen hoe laat het is. Ik wacht niet op een reactie en druk haar zonder twijfel weg.

Ik weet niet wat ik met mezelf aan moet. Bepaald een vechtersbaas ben ik niet en hoewel ik fysiek redelijk fit ben, is er geen twijfel aan dat ik bij lange na niet fit genoeg ben om een oorlog te winnen. Rustig op de bank gaan zitten, verder gaan met mijn leven en doen alsof er niets gebeurd is zit er nu niet in. Mijn ouders moet ik echt gaan vertellen wat er is gebeurd, dus met lood in mijn schoenen stap ik naar buiten om naar hun toe te gaan. De brief opgepropt in mijn zak zodat ze het zelf kunnen lezen mocht ik weer een inzinking krijgen.

Gelukkig is het niet al e ver lopen. Nog veel langer en ik was waarschijnlijk ergens op de grond neergestort. En Ameide is klein genoeg dat direct het hele dorp het weet, waar ik ook niet direct op sta te wachten. Mijn moeder ziet me waarschijnlijk al aan komen lopen door het keukenraam en het duurt niet lang voordat de deur open zwaait. "Oh, lieverd. Ik was er al zo bang voor..." Haar knuffel is hetgeen wat de emmer doet overlopen. Tranen vloeien rijkelijk en er zit geen rem meer op. "Waarom moet ik nou weer gaan? Ze zien daar toch ook wel dat ik hier helemaal niet voor gemaakt ben." Normaal had ze wel troostende woorden, een oppepper die je weer dat hoop kon geven. Maar nu zelfs mijn moeder stil blijft, weet ik dat het echt het begin van het einde is.

Plicht // MabbieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu