2

126 17 5
                                    

Matthy POV:

De tijd lijkt tegelijkertijd voorbij te vliegen en te kruipen. De minuten tikken langzaam voorbij. Er gaat geen uur voorbij dat ik niet denk aan wat er gaat komen. Toch gaat het allemaal veel sneller dan verwacht. Want voordat ik het weet zit ik naast mijn vader in de auto. Na veel aandringen zijn mijn moeder en broers thuis gebleven. Een eerste dag waarin iedereen me ziet huilen? Nee, bedankt. Als mijn seksualiteit en lichtelijk autistische persoonlijkheid al geen bullseye op mijn voorhoofd zetten, is het op dag een huilend gezien worden wel. "Zo'n slimme jonge als jij zetten ze echt niet zomaar in het veld neer. Misschien hebben ze wel een goede functie voor je, waarin je iets kan bouwen." Grappenmaker. We zijn daar wandelende bommenvangers. Maar als deze gedachte hem iets helpt kalmeren, moet hij dat zichzelf vooral blijven vertellen.

De rit naar Soest duurt gelukkig niet al te lang. Nog een ongemakkelijke opmerking over hoe lekker het weer is en ik spring uit het raam. "Heel veel succes, Matthyas. We zullen je snel weer zien, beloofd." Een laatste knuffel aan mijn vader en dan sta ik er alleen voor. Met in mijn linkerhand de brief, in mijn rechterhand een weekendtas met daarin een paar kledingstukken, een boek en een pak kaarten. "Met spelletjes maak je altijd vrienden." Aldus mijn moeder haar advies.

Na een aantal aanwijzingen loop ik de grote aankomst hal in. De ruimte staat volgepropt met jonge mannen. Hoeveel hiervan zullen er over een paar maanden nog leven? Ik sluit aan in een van de rijen. Nu gaat het echt gebeuren. We krijgen ieder een rugzak met kleding, een paar schoenen en andere benodigdheden. Daarna worden we al opgedeeld in divisies en begint het trainingskamp. Na bijna een uur ongemakkelijk vooruit schuifelen in de rij ben ik aan de beurt. "Naam?" De man kijkt amper op van zijn papiertje. "Matthyas het Lam." En daarmee begint een ellendig lange lijst aan vragen. Kledingmaat, schoenmaat, bloedgroep (alsof ik dat weet), medische geschiedenis. Alsof het deze man uitmaakt. Het enige belangrijke is dat ik een hartslag heb en twee werkende armen.

Niet veel later loop ik met een flink gevulde rugzak voorbij de man. Divisie C. Ik ben dusdanig gefocust op het volgen van de bordjes dat ik volledig tegen iemand aan loop. Door het extra gewicht en de lompe rugzak lukt het me niet om evenwicht te bewaren en val ik achterover op de grond. Als een soort schildpad die op zijn rug is geëindigd krabbel ik weer op. Voor me staat een jongen van mijn leeftijd. "Nog geen talent in multitasken?" Hij steekt zijn hand uit. "Raoul. Waar moet jij heen?" Snel schud ik zijn hand. "Matthy, C. Als jij het wel weet te vinden..." Een lach verschijnt op zijn gezicht. "Daar moet ik ook heen, gezellig. Dan heb ik in ieder geval iemand die ik ken."

Gelukkig blijkt Raoul zijn richtingsgevoel iets beter dan die van mij te zijn en duurt het niet lang voordat we onze weg hebben gevonden. Samen komen we aan bij een van de loodsen. Tijdens het wandelen vertelde hij over zijn vriendin en katten die hij achter moest laten (inclusief een aantal uitgeprinte foto's van voornamelijk de katten). De loods is net zo troosteloos als de situatie zelf. Een grote, grijze hal met in het midden een aantal lange tafels. In de hoeken staan rijen met stapelbedden. "Een van de weinige folders die ergere foto's heeft dan hoe het er in het echt uit ziet." Ik ben blij dat Raoul nog ergens wat te vertellen heeft, anders was ik ondertussen al omgedraaid en weggerend. "Wist je trouwens dat..." Laat maar, ik neem het terug.

Na wat extra instructies hebben we een stapelbed gevonden om onze spullen neer te leggen. Op het bed naast ons liggen al tassen. Veel tijd om me af te vragen van wie de spullen zijn krijg ik niet, want met redelijk wat geluid komen er twee jongens onze kant op gelopen. Het is ergens wel een ironisch contrast. De ene behoorlijk lang, blond. De ander een stuk kleiner, donker haar. Maar het geluid dat eruit komt, compenseert duidelijk voor zijn lengte. "Kijk, eindelijk mensen die jouw geur kunnen verdragen." Lacht hij tegen de ander, die hem als reactie zachtjes opzij duwt.

"Jij ziet eruit als een verdwaalde puppy." Hij steekt zijn hand uit. "Robbie. Dit is Milo. Vanaf nu zijn we soort van buren." Gelukkig is Raoul wat minder overweldigd. "Raoul, dit is Matthy. Hij is ook wel een beetje als een puppy." Ik voel zijn ogen over me heen glijden. "Goed ding dat honden mijn favoriete dieren zijn dan."

Plicht // MabbieWhere stories live. Discover now