3

120 11 0
                                    

Matthy POV:

En daarmee waren de eerste stappen van een vriendschap gezet. Niet direct de types waar ik thuis op af zou stappen, maar types die wel hun best deden om het een beetje gezellig te maken. Veel tijd om elkaar beter te leren kennen kregen we niet, want al snel kwam de oproep dat we ons om moesten kleden en klaar moesten gaan staan. Dus, daar ging mijn laatste beetje van thuis. 5 minuten later stond ik klaar in mijn uniform, klaar om te doen alsof ik hier vrijwillig was en mee te doen met de rest.

"Heren. Dit parcours zal dienen als een basismeting. Geloof me als ik zeg dat jullie niets minder dan je best willen doen hierop. Falen en opgeven is zolang je ademt en alle ledematen nog hebt geen optie." Samen met de andere jongens sta ik verdeel over een aantal rijen. Voor ons zie ik een lang parcours waar geen einde aan lijkt te komen. Hindernissen, stukken hardlopen, water. Ja, ik heb twee functionerende benen en armen, maar daar houdt het denk ik wel op. Achter me staat Robbie, die er duidelijk meer gemotiveerd voor is dan ik. Nog vier te gaan. Dan komt het moment van de waarheid. In mijn hoofd herhaal ik het parcours, wat de beste manier is om rover heen te komen en hoe hard ik moet lopen om ervoor te zorgen dat ik niet uitgelachen wordt.

Drie te gaan. De jongen die net is gegaan is niet bepaald snel, wat een aantal seconden toe heeft gevoegd aan de gemiddelde tijd. Ik word uit mijn concentratie gehaald door een tik op mijn schouder. Lichtelijk verward draai ik me om. "Je moet het niet te goed doen. Beste mensen worden als eerste ingezet en als eerste neergeknald." Hetzelfde ondeugende lachje als net staat op zijn gezicht. "En als ik het slecht doe? Alsof dat goed is voor mijn reputatie." In mijn hoofd spelen alle doemscenario's zich af. Even kijkt Robbie om zich heen, voordat hij voor me in de rij glipt. "Blijf 15 meter achter me." Een laatste knipoog en hij is weg.

Ik heb geen reden om de jongen te vertrouwen. Ik ken hem amper en weet enkel hoe hij heet en dat hij hoogstwaarschijnlijk uit Brabant komt. Maar iets in hem geeft me genoeg reden om achter hem aan te lopen. 15 meter. Hij loopt het op een redelijk tempo wat ik voor nu nog wel kan bijhouden. Bij de touwen omhoog, over een balk heen, kruipend onder een net. Het werkt ergens wel, mijn aandacht op iets anders kunnen vestigen. Aan het einde van het parcours staat hij nog op me te wachten. "Zo spannend was dat toch niet? Goed gedaan." Heel erg goed voelt het niet. Het modder staat me in mijn schoenen, mijn kleren zijn doorweekt en de rillingen lopen over mijn lijf heen. "Als jij het zegt. Vanwaar alle hulp?" Ergens kan ik het niet begrijpen. Waarom is hij zo vriendelijk? Robbie haalt zijn schouders op. "Soort zoekt soort, denk ik. Kom, ik vries mijn zak eraf hier." 

Direct stop ik met lopen. Soort zoekt soort. Zijn woorden blijven zich in mijn hoofd herhalen. Dat kan weinig anders betekenen dan wat ik denk, toch? Zou hij het weten? Het is niet alsof ik een regenboogvlag op mijn voorhoofd heb getatoeëerd. Lichtelijk beduusd blijf ik nog een aantal seconden staan voordat ik een kort sprintje trek om weer naast hem te lopen. "Wat bedoel je daar nou weer mee?" Casual, niet te veel weggeven. "Dat ik werkende ogen heb gekregen. Heel lang duurde het me ook weer niet." 

En daarmee is voor nu dat gesprek afgerond. Ik heb nog steeds een lange lijst aan vragen, maar voornamelijk niet de tijd en ruimte om ze te stellen. Terug in de hal is het douchen, omkleden en eten. "Als dit is wat we iedere dag te eten krijgen, ga ik alvast een klacht indienen. Ze moeten het onze tijd wel waard maken." Een jongen naast ons is duidelijk niet bepaald tevreden. "Gelukkig is dat rode haar van jou van kilometers afstand te zien, dus hoef jij je er weinig zorgen over te maken." Ik vind Milo nu al... veel, maar hij heeft in ieder geval wel humor. "Ik heb in ieder geval nog haar, dat kunnen ze van jou niet zeggen." Zonder enkele vorm van twijfel reageert hij. De jongen, Koen, sluit zich kort daarna aan bij de rest van ons gesprek.

Het idee dat ik hier vriendschappen kan maken is natuurlijk fijn, maar het constante risico blijft ons boven het hoofd hangen. Je weet niet met wie je morgen nog aan tafel kan zetten.

Plicht // MabbieWhere stories live. Discover now