10

78 11 0
                                    

Matthy POV: 

Er komen mensen aan. Mensen waarvan ik niet helemaal zeker ben wat ze van ons willen. Maar ondanks dat hun bedoelingen onduidelijk zijn, ben ik er wel zeker van dat het niet voor de gezelligheid zal zijn. "En wat doen we nu? Overgeven?" Ik weet zelf dat dat ook geen mogelijkheid is. We zijn niet waardevol genoeg om te laten leven. Misschien is neergeschoten worden nog wel de beste mogelijkheid. Een snelle, hopelijk pijnloze dood als ze ons goed raken. Robbie schud zijn hoofd. "Ik heb een idee, maar ik weet niet of het gaat werken." Robbie is duidelijk in zijn hoofd aan het malen over onze volgende stap. Al ben ik momenteel in staat om met alles in te stemmen, zolang het niet betekend dat we hier stil zitten en opgeven.

"Ik probeer er zoveel mogelijk vanaf hier te raken. We zitten nu nog op een gunstig punt. Blijf achter me, als iemand naar binnen komt moet je schieten. Dit is geen oefening meer, Matthy." Op zijn knieën zit Robbie achter het raam, het geweer in zijn handig. Langzaam knik ik. "Schieten, begrepen." Ik wil me omdraaien zodat ik met mijn rug naar hem toe zit, maar word door hem tegengehouden. Hij trekt me in een kus. Ergens voelt het alsof het onze laatste zal zijn, maar ik durf de woorden niet uit te spraken. 

Het eerste schot word gelost. De tweede. Bij nader inzien hadden ze ons hiervoor beter een machinegeweer kunnen geven, aangezien Robbie eens in de paar seconden lijkt te stoppen om de kogels te verwisselen. Mijn blik blijft richting de deuren, pistool in de aanslag om te schieten als het nodig is. Mijn hart bonkt op een tempo dat het voelt alsof hij ieder moment uit mijn borst kan slaan. Even lijkt het alsof ik niets hoef te doen. Alsof Robbie het voor elkaar heeft gekregen om in zijn eentje de mannen buiten uit te schakelen.

Maar niks blijkt minder waar te zijn, want een schreeuw galmt door de kerk heen. Ik heb een aantal seconden nodig om te realiseren van wie de schreeuw is, Robbie. Met een doffe klap valt zijn lichaam op de grond. Het ergste lijkt waar te zijn wanneer het schreeuwen stopt en Robbie stilletjes op de grond licht. De grond lijkt langzaam bedekt te worden met een plas bloed. Ik wil me omdraaien en kijken, maar in mijn hoofd blijf ik zijn bevelen maar herhalen. Schieten wat er onze kant op komt. 

Met zijn woorden in mijn hoofd en ergens de hoop dat hij nog leeft, blijf ik naar de deuren kijken. Niet voor niets blijkt. Het duurt niet lang voordat er een man door de deur gelopen komt. Zonder de twijfelen haal ik de trekker over. En met het schot dat ik loos en zijn lichaam dat op de grond valt lijkt het voorbij te zijn. Het was ons tegen hun en we hebben het gewonnen.

Snel draai ik me om richting Robbie. Voor de eerste keer kan ik weer goed ademhalen wanneer ik me besef dat zijn ogen nog open zijn. "Ik wist wel dat je het kon." Pas nu zie ik dat het schot in zijn arm zit. Een pijnlijke plek, maar schijnbaar niet erg genoeg om hem te doden. "Je leeft nog." Ik wil hem een knuffel trekken, maar het pijnlijke gekerm dat er uit zijn mond komt maakt duidelijk dat het zeker wel pijn doet. "We moeten je terug bij de basis krijgen, voordat je hier doodbloed." 

Met een stuk van mijn shirt die zijn wond dichthoudt en een hoop gestrompel richting de bus, krijgen we het dan toch voor elkaar om beide levend aan te komen. Tijden de wandeling, wat meer voor mij een wandeling met Robbie op mijn rug is, praten we weinig. Nadat hij me voor de vierde keer wilde vertellen hoe trots hij wel niet op me is, heb ik hem gevraagd om stil te blijven. Praten kost energie en alle energie moet momenteel naar zijn herstel gaan.

Eenmaal terug bij de basis wordt hij direct onderhanden genomen. Dokters ontfermen zich over de wond en veel tijd om met hem te praten krijgen we niet. Een ding weet ik zeker, voor nu is hij veilig. Het is enkel wachten op het volgende probleem.

Plicht // MabbieWhere stories live. Discover now