Hoofdstuk 8 de jongen die bleef leven

0 0 0
                                    

De andere dagen vlogen voorbij en het was alweer vrijdag.

Nova, Loena en Anne zaten in de bibliotheek. De andere waren er ook, maar allen de drie meiden deden hun huiswerk. Bob en Stella zaten achter elkaar aan, Delphi en Sproet schoten papieren vliegtuigjes naar elkaar en Ashley speelde alleen een potje tovernaarsschaak. Een jonge in het gewaad van Griffoendor met een brilletje op en ravenzwart haar liep samen met Ron naar binnen. "Is dat Harry Potter?" fluisterde Eshhly. Stella duwde wat boeken aan de kant en staarde de jongen aan. "Ik denk van wel," fluisterde ze terug. Sproet rolde met haar ogen. "Er is niks bijzonders aan hem," zei Sproet. Nova keek op van haar huiswerk. "Hij is wel belangrijk, maar ik snap wel dat je er gek van wordt dat al die meiden hem zo leuk vinden," zei Nova. "Ik vind hem niet leuk," zei Stella. Anne keek eventje naar Harry. "Bleh," zei Bob. "We vinden jou veel leuker hoor," zei Delphi en ze klopte Bob op zijn kruin. Ron liep naar de kast waar Ashley zich had verstopt. "Ashley? Waarom bespionneer je ons?" vroeg Ron. "Waarom bespionneer je ons?" vroeg Sproet. Ze keek Harry woedend aan. "Laat ons met rust Ron," zei Stella. "Waarom die vijandschap?" vroeg Harry. "Jij kan echt niet alles doen alleen omdat je Harry Potter bent," siste Sproet. Nova hapte naar adem en Sproet draaide haar om. "Wat?" siste Sproet. "Niks," zei Nova die duidelijk op haar tong beet. Sproet trok een wenkbrauw op, maar keek snel weer naar Harry. "Laat ons met rust Potter," siste Sproet. Harry dijnsde achteruit. "Goed zo," zei Sproet kalm. "Sproet gedraag je!" zei Ashley. Sproet trok zich los van Ashley en staarde de andere aan. "Wat doe ik nu weer fout?" vroeg Sproet. "Helemaal niks," zei Nova. Ze probeerde Sproet een knuffel te geven, maar Sproet rende weg. "Laat me los," zei ze. Verblind door woede en tranen rende Sproet de trappe op. Ze struikelde over een tree en haalde haar knie open. "Rot trap!" zei Sproet. Al vloekend rende ze verder tot ze bij het portret was. "Ga open!" zei Sproet. "Wachtwoord," zei de dikke dame. "Worst Varken," zei Sproet. "Sorry kind, het wachtwoord is veranderd," zei de dikke dame en ze liep weer weg. Sproet zakte huilend in elkaar.

Na een tijdje trok iemand Sproet omhoog. "Kom, je kan hier niet blijven zitten," zei Draco's stem. "Ga weg," zei Sproet hees. Draco hurkte naast Sproet en tilde haar hoofd op. "Je hebt gehuild," zei Draco. "Nee, ik ben oké. Ga weg Draco," zei Sproet. Draco ging niet weg. Hij stond op en trok Sproet de trappen af. "Waar ga je heen?" vroeg Sproet. "Ik breng je naar Perkamentus," zei Draco. "Nee, Niet doen alsjeblieft!" Sproet begon weer te huilen. "Je moet toch ergens heen?" zei Draco terwijl hij ongemakelijk naar Sproet keek. Hij trok haar verder naar beneden de kelders in. "Petty," zei Draco. Een meisje met donkerbruine haren en het gezicht van een pekinees keek naar Draco. "Breng Sproet naar de leerlingenkamer van Zwaderich," zei Draco. Petty knikte. Ze pakte Sproets hand en liep samen met haar naar een portret. "Modderbloedje," zei Petty. "Hoe durf je me uitteschelden?" vroeg het portret. "Het wachtwoord," mopperde Petty. Belidegd zwaaide het portret open. Een donkergroen light scheen op Sproet. "Wow," zei Sproet. "Het is denk ik de mooiste leerlingkamer van het kasteel," zei Petty. "Dat is het zeker," zei Sproet. "Zoek je een plek om te slapen vannacht?" vroeg Petty. "Zolang ik het wachtwoord niet weet van Griffoendor kan ik de toren niet in," zei Sproet. "Je hebt toch wel vrienden?" vroeg Petty. "Mhe," zei Sproet. Ze ging naast Petty op de bank zitten. Draco kwam binnen op de voet gevolgd door Fred en George. "Moest je hun echt halen?" vroeg Sproet. "Kom op Sproetje," zei Fred. "Kom nou princes," zei George. Sproet glimlachte en liet zich om hoog trekken. "Het nieuwe wachtwoord is: McDonald's" zei Fred. "Heeft Bob bedacht." Zei George er nog achter aan voordat ze de kerkers uit stapte.

Anne liep snel naar Sproet. "Waar was je?" vroeg ze. "De leerlingenkamer van Zwadderich! Jullie moeten het echt zien!" zei Sproet. "Ik denk niet dat de zwadderaars willen dat er een hele groep griffoendors door hun leerlingekamer loopt," zei Stella. "En dan nog ze zijn vast slim genoeg om meteen het wachtwoord te veranderen," mopperde Ashley. "En ze zeggen dat ze onder het meer zitten, lijkt me heel donker," zei Anne. "Wauw, doemdenkers. Hoor ik niet zo negatief te doen?" zei Sproet lachend. "De leerlingenkamers zijn er zodat de groepen los van elkaar zijn," zei Ashley. "Ja, want Delphi en Nova komen ook noooooit bij ons," zei Sproet en ze rolde met haar ogen. "Omdat Griffoendor gewoon beter is dan de andere groepen!" zei Ashley op een uitdagende toon. " Ja! En Ravenklauw is saai, Huffelpufs zijn dom en-" Sproet voelde de woede naar binnen stromen. " Zwadderich stom is!" beëindigde Bob de zin die ergens uit het niets opdook. Sproet kon haar woede niet meer binnen houden en stond op, rende op haar hardst in de richting van het portretgat. Net voordat ze het portretgat dichtsmeet hoorde ze Ashley haar na roepen:" Zwadderaar!"

Ze voelde zich misselijk van de woede toen ze in een verlaten paadje ergens in Zweinsveld liep. Het was al donker en ze barstte van de honger, maar ze had zichzelf vernomen geen hap meer te eten in het gezelschap van Ashley. Ze pakte een van de takken die op het kronkelige verlaten paadje voor haar lag en brak hem. Ze dacht aan wat Ashley allemaal tegen haar had gezegd toen ze alleen in de gangen rondzwierf afgelopen week. Dat ze stom was en nooit iemand van haar zou houden, dat ze dom was en nooit rekening hield met een ander, dat ze een Zwadderaar was.... Niet een Zwadderaar hoe Zwadderaars echt zijn, maar een Zwadderaar hoe Ashley denkt dat ze zijn. In al haar woede gooide ze de twee afgebroken stukken tak weg, heel ver weg...

Ze hoorde voetstappen en lachende stemmen achter haar.

" Assepoester is toch niet weggelopen?" hoorde ze de vertrouwde stem van Fred zeggen." Het is heus nog geen klokslag twaalf uur!" voegde de stem van George eraan toe. Sproet draaide zich om en de tweeling barstte in lachen uit.

Sproet vond het op dit moment helemaal niet grappig en had gedacht dat ze misschien wel iets meer begrip zouden hebben. " Maar vertel eens, van waar dat je hier bent?" vroeg Fred, die naast haar op het bakstenen muurtje ging zitten. " Omdat ze geen zin had nog langer op die hakken te lopen heeft ze de hakken uitgeschopt natuurlijk! En nu schaamt ze zich voor de prins en is ze weggerend! Maar ik vind dat je gelijk hebt hoor, ik zou het nog geen seconde vol houden op hakken!" zei George in een poging grappig te zijn. Kennelijk vond Fred het net zo idioot van George dat die dat zij als Sproet en ze keken hem allebij vragend aan. " Begrijpen jullie hem niet?" Ik, op hakken? Zie je het al voor je?" voegde George eraan toe toen hij de vragende blikken zag, waarna hij zelf keihard in de lach schoot. Sproet wilde eigenlijk niet naar ze luisteren aangezien het de familie van Ashley was en probeerde ze te negeren, maar ze reageerde toch. "Ja dat zie ik inderdaad voor me," zei ze bot. Fred keek hem scherp aan en George stopte gelijk met lachen. " Wat is er nou echt met je?" vroeg de tweeling in koor. Ze kon haar woede niet langer binnen houden en begon boos te vertellen over Ashley en hoe weinig begrip ze voor Sproet had gehad al sinds ze haar kende. " Maar zo is Ashley niet!" zei Fred toen ze was uitgepraat in een duidelijke poging haar op te vrolijken. Sproet dacht daar heel anders over maar besloot er niet op in te gaan. " Nou, ik vind haar eigenlijk ook het irritantste familielid!" gaf George eerlijk toe. " Wat?" zei Fred. " Ik vind gewoon dat Ashley ons na-aapt." voegde George eraan toe toen hij Freds nieuwsgierige blik zag. " En Stella niet dan?" vroeg Fred verbaasd. " Nee, die is gewoon minder na-aperig en vervelend." zei George ten slotte. "Daar zijn de meningen over verdeeld," zei Sproet. Fred en George sloegen hun armen om Sproet. "Laten we teruggaan," zei Fred. "Ik wil Ashley niet zien," zei Sproet. "Pech voor jou," zei George. Sproet volgde de jongens terug naar het kasteel. Snel veranderde ze in een witte herder. "Angsthaas," zei Fred. "Je bedoelt Angst Hond," grapte George. Sproet sloeg haar staart tegen George's been en liep verder.

"Sproet!" Nova's stem schalde over het terrein. "Sproet kom tevoorschijn!" schreeuwde Delphi. "Fred en George zijn ook weg," zei Stella. "Kom eens helpen zoeken," zei Anne tegen Ashley. "Waarom zou ik?" vroeg Ashley. "Omdat jij haar hebt weggejaagd," zei Anne. Delphi keek angstig naar Nova. "Wat als ze echt weg is? Wat als ze niet meer terug komt?" vroeg Delphi. Er liep een traan over haar gezicht. "Dat zou ze niet doen, ze zou me nooit achterlaten ," zei Flip. "Heb jij haar gevonden?" vroeg Nova. "Nee," zei Flip hoofdschuddend. "Misschien is ze weer bij haar vrienden, de zwadderaars," zei Ashley. "Ik ga daar kijken," zei Delphi. "Niet nodig," zei Fred. Een witte herder liep naast hem. "Die hond weer," zei Anne. "Sproet!! Jij sukkel jij, Ducking sukkel!!!" schelde Flip. De hond blafte naar Flip. Binnen een paar seconden was de hond Sproet. "Je bent een faunaat!!" zei Nova. Delphi rende naar Sproet toe. "Vind je het goed als ik je knuffel?" vroeg ze. Sproet werd rood en omhelsde Delphi. "Scheld haar nooit meer uit!" zei George streng. "Oké!" zei Ashley. Ze keek boos naar Sproet.

Hogfriends: De erfgenaam van zwadderichWhere stories live. Discover now