Hoofdstuk 9 vliegles

1 0 0
                                    

Na weer zo vreselijke les van Gladianus Smalhart kon Anne zich verheugen in de vliegles. Ze wilde al heel lang op een bezem zitten en vliegen echt vliegen niet in een vliegtuig. Ze wilde de wind door haar haar voelen. Ze werd onderbroken uit haar gedachten door Stella die gillend achter Bob aan rende naar de plek waar ze heen moesten. Bob was namelijk weer met een saté stokje aan het rondrennen omdat hij dacht dat dat zijn toverstok was. Met een zucht liep Anne naar Nova, die blijkbaar ook Vliegles had. "Hallo Nova!" zei Anne opgewekt. "Is Sproet er al?" vroeg Delphi, die achter Nova stond om uit de buurt te blijven van een stel knappe huffelpuffers. "Nee, die moest nablijven, alweer," zei Anne. "Het klinkt alsof dat heel erg is," zei Delphi. "Je gaat ook nooit geloven wat ze nu weer heeft gedaan," zei Ashley. "Jij zou toch aardiger gaan doen?!" zei Delphi boos. Nova hield Delphi tegen. Als ze dat niet had gedaan was Ashley zeer waarschijnlijk op de ziekenzaal beland. "Zouden jullie in het Zwerkbalteam willen?" vroeg Nova om de boel te redden. "Ja! Natuurlijk!" zei Ashley. "Ik ben de beste Jager die ze ooit zullen zien!" pronkte ze verder. "Je bedoelt de beste opschepper," zei Delphi schamper. "Hi die Delphi!" zei Sproet. Ashley, Nova en Anne zuchten. Ashley en Anne omdat ze juist zin hadden in een les zonder Sproet en Nova omdat ze nu weg kon lopen van Ashley die behoorlijk op haar zenuwen begon te werken. Madam Hoog kwam het veld op. Ze was een temprament volle vrouw met haviksogen en stekeltjeshaar. "Iedereen sta aan de linkerkant van je bezem," zei Madam Hoog. Anne ging aan de linkerkant van een bezem staan net als alle andere kinderen. Madam Hoog begon weer te praten: "Doe je hand boven je bezem en zeg op." Anne hoorde de meeste kinderen op zeggen. Nova's bezem trilde eventjes en schoot toen in haar hand. Stella, die al jaren vloog, kreeg zonder moeite haar bezem omhoog. Ashley's bezem was of stom of kapot want zelfs Madam Hoog kreeg er geen beweging in. Delphi's bezem rolde om, maar wilde niet bij haar komen. Pas toen Delphi heel boos werd, luisterde de bezem. Tot Anne's genoegen hoorde ze Sproets stem trillen. Anne keek naar het normaal gesproken zo zekere meisje. Ondertussen vertelde Madam Hoog dat tovenaars en heksen anders doen op een bezem dan op de grond. Dat komt volgens Madam Hoog omdat een bezem je ware aard naar boven haalt. Als dit zou kloppen dan is Sproet dus gewoon een heel bang onzeker meisje? Dacht Anne.

Sproet haalde haperend adem. Waarom wilde die ROT bezem niet omhoog? Haar ogen stonden vol met tranen en ze veegde ze snel weg. "Met vertrouwen," fluisterde Delphi. Sproet keek snel naar de andere. Alleen Anne en zij hadden hun bezem nog niet omhoog. En Bob, maar op een of andere manier leek nooit iemand hem mee te tellen. Sproet haalde diep adem. "Op," zei Sproet. Haar stem beefde niet en de bezem sprong in haar hand. Iedereen had nu hun bezem omhoog behalve Bob "Oegaboega!" Zei Bob die probeerde zijn bezem in zijn hand te krijgen. Nova verbeterde hem met: "Bob, Zeg eens B.O.B maar zonder de B."

"Bo!" Zei Bob "De andere B!" riep Stella lichtelijk geïrriteerd.

Bob, die echt heel hard zijn best deed om op te zeggen, probeerde het nog een keer: "B.......OPLADER!" In een glip kwamen alle bezems in de mond van Bob behalve Ashley's bezem die nog steeds weigerde om te rollen of zelfs een twijgje te bewegen. Nova klopte op Bobs rug zodat de bezems over het veld vlogen. Bijna alle Griffoendors lagen haast op de grond van het lachen. Een paar Huffelpuffers probeerde Bob te kalmeren waaronder Nova en Delphi. De andere Huffelpuffers renden samen met Sproet als hond over het veld achter de dolle bezems aan. Madam Hoog was even sprakeloos. "Juffrouw Tops, kan jij Bob naar de ziekenzaal brengen?" vroeg ze daarna langzaam. Nova knikte en nam Bob mee. "Juffrouw...... Lupos, wil jij misschien met juffrouw van Detta naar Plank lopen?" vroeg Madam Hoog. Sproet en Delphi keken elkaar aan. "Plank?" zei Delphi geluidloos. Sproet haalde haar schouders op.

De twee meiden liepen samen door de gangen van Zweinstein. "Gaan we gewoon aan iemand vragen wie of wat Plank is?" vroeg Delphi. Sproet knikte. "We zijn al langs 6 groepjes huffelpufers gegaan 7 groepjes griffoendors en 2 groepjes ravenklauwers zoekje toevallig een zwadderaar?" vroeg Delphi. " Come on Phie of wil je het aan hem vragen?" vroeg Sproet en ze wees naar een knappe huffelpuffer. "Nee!" zei Delphi. Sproet sleurde haar mee naar de jongen. Terwijl Delphi rood werd tot haar tenen klopte Sproet zonder blikken of blozen op zijn schouder. "Wie ben jij?" vroeg de jongen. "Ik ben Sproet Lupos en jij?" vroeg Sproet. "Ik ben Carlo Kannewasser," zei de jongen. "Welke tovenaar kan niet wassen? Rara? Carlo Kan nie wassen," zei Sproet. Wat vrienden van Carlo begonnen te lachen. Carlo gaf Sproet een knipoog. "Je komt hier vast niet om wat grappen te maken over mijn naam toch?" zei Carlo. "Nee we zoeken Plank," zei Sproet. "Plank? De aanvoeder van het Griffoendor zwerkbal team?" vroeg een van Carlo's vrienden. "Ja die," zei Sproet. "Volgens mij bij Voorspellend rekenen," zei Carlo. "Eh...," Sproet en Delphi keken elkaar aan. "Ik laat het wel zien," zei Carlo. Delphi maakte duidelijk dat ze dat niet wilde maar Carlo en Sproet negeerde haar. "Dus je bent een Griffoendor," zei Carlo. Sproet knikte. "Goede Zwerkbalspelers willen soms wat vals worden, maar het zijn aardige mensen," zei Carlo. "Ja, Huffelpuffers zijn ook ok," zei Sproet. Delphi trok een gek gezicht. "Je bent zeer bijdehand voor iemand die vier jaar jonger is," zei Carlo. "Leeftijd maakt mij niet zo veel uit," zei Sproet. "Hier is voorspellend rekenen," zei Carlo. "Bedankt," zeiden Sproet en Delphi. Carlo liep weg en de twee meiden klopte aan. Een oude heks keek verstoord naar de twee eerste jaars. "Jullie zijn de weg kwijt dames," zei de heks. "Nee, proffesoor we zijn percies goed tenzij dit niet het lokaal van voorspelend rekenen is," zei Sproet. "Waarom zijn jullie hier?" vroeg de heks vinnig. Ze was mollig vrouw met blozende wangen. Het hele lokaal stonk naar sterke dreuzel drankwaren en de heks stond zwaaiend op haar benen. In de hoek lagen drie bulldozers van honden. Voor hen stond een bakje dat leeg was en zo erg stonk naar rottend vlees dat Sproet niet wilde weten wat de honden hadden verorberd. "Blijven jullie daar de hele dag staan? Geef antwoord!" snauwde de heks. "We zoeken Plank," zei Delphi snel. "Plank?" vroeg de heks. Een potige 4de jaars stond op. "Madam Hoog wil dat je meteen naar het veld komt," zei Sproet, die uit haar trans ontwaakte. Samen met Plank liepen de meisjes naar het veld. "Ik had Professor Silvers nog nooit zo woedend gezien," zei Plank. "Moeten we dat als een compliment zien?" vroeg Delphi, die haar stem terug had gekregen. "Wat is er gebeurd?" vroeg Plank. "Bob zei B.....oplader in plaats van op en nu vliegen de bezems over het hele veld," zei Delphi. "Oké, dat is het raarste wat ik ooit heb gehoord," zei Plank. "Wacht maar tot je het ziet," zei Delphi. "Accepteren jullie ook eerstejaars in het zwerkbalteam?" vroeg Sproet. "Eh nee," zei Plank. "Oh, en Harry Potter dan?" vroeg Delphi. "Die is gekozen door Anderling," zei Plank. "Je kan het veld wel vinden toch?" vroeg Delphi. "Zeker," zei Plank. "Wij gaan naar Bob," zei Delphi. Ze trok Sproet mee. "Wat?" riep Sproet. "Ik moet weten of Bob oké is," zei Delphi. Sproet en Delphi opende de deur van de ziekenzaal. Bob werd omringd door alle Wemels die op Zweinstein zijn + Nova. Stella en Ashley hadden zachtjes ruzie en Ginny keek nog steeds bang naar Bob. "Laat me raden de les is gestopt," zei Delphi. "De bezems komen niet omlaag. Alleen die van Ashley ligt nog op de grond," zei Stella. "Dat komt omdat het een vloer bezem is," fluisterde George. "Het is vast niks persoonlijks," zei Nova. "O, jawel hij komt van ons," zei Fred op een toon die hij fluisterend noemde. Ashley maakte een raar raspend geluid. "Waar ik zijn?" mompelde Bob. "Het is oké Bob, je bent veilig," zei Nova zachtjes. Delphi duwde Percy aan de kant zodat ze naast Nova op Bobs bed kon gaan zitten. "Hij stelt zich aan," zei Sproet. Ze wipte ongemakkelijk van haar ene been op de andere. "Jij zou ook zo doen als je was gestikt in 20 bezems," zei Nova scherp. Sproet rolde met haar ogen. "Doe normaal," zei Ashley. Sproet maakte een onbeleefd gebaar en ging op een stoel zitten. "Ik kan Madame Plijster echt nergens vinden," zei Nova. "Zou ik haar gaan zoeken?" vroeg Percy. Met een hoop gekletter viel Sproet op de grond samen met de stoel waar ze op had zitten wippen. "Rustig," zei Ashley. "Ze is gewoon bezorgd," zei Fred verdedigend. "Ben ik niet," kreunde Sproet, die moeite deed om stil te blijven staan. "Ben je wel," zeiden Nova, Delphi, Fred en George tegelijk. "Oké oké, ja, ik ben bezorgd," gaf Sproet met moeite toe. George sloeg zijn armen om Sproet heen. "Die broer van me is niet totaal nutteloos, hij gaat vast Madame Plijster vinden," zei George. Precies op dat moment kwamen Madame Plijster en Percy binnen. "Wat is er gebeurd?" vroeg Madame plijster. Terwijl Delphi voor de derde keer uitlegde wat er was gebeurd, liepen Sproet en George weg.

Sproet voelde George blik op haar branden, terwijl ze naar de Griffoendor toren liepen. "Kan je stoppen met naar me kijken?" vroeg Sproet. George haalde zijn schouders op. "Ik loop gewoon met mijn vriendin door de gangen van Zweinstein, is dat zo gek?" vroeg George. "Terwijl je me hand vasthoudt," gromde Sproet. "Laat me dan los," zei George en hij haalde zijn schouders op. "Nee," mompelde Sproet. Flip kroop uit haar tas naar Sproets schouder. "Dat kietelt," zei Sproet terwijl Flip iets in haar oor fluisterde. Flip klom verder naar haar hand. Hij staarde woedend naar Georges vingers die zich in die van Sproet verwikkelde. Zonder enige waarschuwing beet Flip in Georges hand. "Auw!! Rot konijn!" siste George. Sproet begon te lachen toen George een rondje draaide en met zijn hand schudden. Flip liet niet los tot George zijn hand tegen een portret sloeg. "Pas is op jonge man!" zei het Portret beledigend. Een oude tovenaar met drie schommelende onderkinnen en een bierbuik keek vanuit het portret woedend naar George en Flip. "De dikke monnik?" vroeg Sproet. "Wie noem jij dik?" vroeg de Monnik streng. "Niemand!" zei George snel. "Hou je kop!" zei de dikke monnik, maar dan de geest. "Sorry, mijn portret kan nogal stom doen soms," zei de geest van Huffelpuf. George knikte. "Moet je niet even naar de ziekenzaal?" vroegen de Dikke monniken tegelijk. George schudde zijn hoofd en verstopte zijn bloedende hand in zijn zak.

Hogfriends: De erfgenaam van zwadderichWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu