Hoofdstuk 11 De kat van vilder

0 0 0
                                    

Oktober brak aan en een vochtige kou verspreidde zich door het kasteel en over het terrein en dat was ook te merken in de ziekenzaal die nu bomvol lag met verkouden patiënten. ashley mocht blij zijn dat zij nog niet op de ziekenzaal was beland want Sproet had nog net geen zwijgende bezwering op Ashley uitgeprobeerd toen ze was gaan klagen over het feit dat Sproet bleef ontkennen dat ze iets met Stella's dood te maken had gehad. Nova hield stug vol dat Stella niet dood was, alleen sliep zoals Aurora in de sleeping beauty. Delphi ontweek Sproet, Anne gedroeg zich als Ashley, Gerrit, Stella's kat, keek steeds nog bozer dan Ashley naar Sproet wanneer ze door de gangen liepen. Sproet kon 's avonds niet slapen en viel daarom in slaap tijdens de lessen. Toen ze tijdens toverdranken bijna in haar ketel was gevallen, werden de de professoren haar zat. "Het kan niet meer zo door gaan," zeiden mensen als Sproet door de gangen liep. Sproet negeerde ze en liep naar de grote zaal voor het avondeten. Ze kon niet wachten tot het herfstvakantie was en ze naar Remus mocht op de berg. "Jij ga dat eten?" vroeg Bob en hij wees naar wat spek op Sproets bord. "Nee pak maar," zei Sproet. Ze vouwde haar handen om een kop pompoen soep. "Sproet ga jij met de vakantie naar huis?" vroeg Nova. "Wat gaat dat jou aan? Maar ja, ik ga naar huis," zei Sproet. "Morgen is het halloween," zei Nova. Sproet knikte. " Kom je morgen ook naar het sterfdag feestje van heer Hendrik? Het wordt vast heel gezellig!" zei Nova met twinkelende oogjes die Sproet aan Perkamentus deden denken. " ja, het klinkt heel gezellig!" gromde Sproet. "Ja, Loena komt ook en ik heb van de grijze dame gehoord, dat zij van jammerende Jenny had gehoord dat zij van heer Hendrik zelf heeft gehoord dat Harry ook komt.Kom jij ook?" vroeg Nova. Sproet blies boos in haar soep en de oranje vloeistof spetterde in haar gezicht. "O, bah!" gromde ze. Ze zag Nova naar de tafel van Ravenklauw lopen toen ze een servetje van tafel pakte. Tot haar afschuw liep Gerrit naar Sproet en begon haar gezicht te wassen. "Blijf van me af vies beest!" siste Sproet. Gerrit blies, krapte per ongeluk Sproets neus en rende snel onder een tafel. "Doe niet zo gemeen naar die kat," zei Oker die net kwam aan lopen. Hij pakte Gerrit op en de rood-witte kater ontspande. "Moet jij zo nodig zeggen," zei Sproet. Ze veegde over haar neus. "Laat me je helpen," zei Oker. "Ik heb jouw hulp niet nodig," gromde Sproet. Oker negeerde haar en veegde het bloed van haar neus. "Niet doen!" siste ze. Oker ging naast haar zitten en zette Gerrit weer op de grond. Sproet draaide haar hoofd de andere kant op. Toen ze hoorde dat Oker geen woord zei, besloot Sproet om in een hoekje te zitten eten. Ze stond op met haar bord en liep naar de rechter hoek naast de ingang. Sproet had vanaf het begin van het schooljaar gedacht dat zij en Delphi het echt goed met elkaar zouden vinden en echt vriendinnen waren. Ze had zo'n echt vriendinnen gevoel bij haar die ze nog nooit eerder had gehad in verband dat ze altijd thuis les had gekregen van haar vader Remus. Maar tot haar verbazing dacht ook Delphi dat Sproet met Stella's zogenaamde dood te maken had. Dat raakte Sproet best maar ze wilde niks meer met Delphi te maken hebben als zij haar niet mocht. Ze wist niet of ze nou blij moest zijn dat er ook nog mensen zijn die haar wel mochten omdat ze haar eigenlijk alleen de zenuwen op het lijf jaagde. Ze was eigenlijk nooit echt iemand geweest die altijd met anderen was, maar ze zat liever alleen met Flip op haar bed te klieren. Iemand legde zijn of haar hand op haar schouder. "Oker rot nou eens op!" gromde Sproet. Ze draaide zich om en keek recht in de verdrietige grijze ogen van Draco. "Sorry," zei Sproet. "Het is al oké," zei Draco. Hij ging naast Sproet zitten en stal een stukje ei van haar toast. "Je mag alles wel, ik wil het niet," zei Sproet en ze schoof het bord naar Draco. "Jij gaat dus echt wel iets eten," zei Draco. Sproet lachte naar hem. Ze stond op en struinde naar boven.

De deur ging open en Draco kwam de meisjes slaapzalen van Griffoendor in. "Hoe? Wat doe jij hier?!" vroeg Sproet. "Dat maakt niet uit," zei Draco. Hij ging op Sproets voeteneinde zitten en legde een bord met brood op haar nachtkastje. "Als je me probeert aan het eten te krijgen dan zweer ik dat ik je levend vil," gromde Sproet. "Dat doe je niet," zei Draco. Hij pakte een stuk brood van het bord en probeerde hem aan Sproet te geven. Sproet duwde hem weg. "Laat me met rust, Malfidus," zuchtte Sproet. Draco schudde zijn hoofd. "DRACO MALFIDUS ROT OP!" snauwde Sproet. "Hou op Sproet," zei Draco. "Verdwijn, voordat ik je laat verdwijnen," siste Sproet. Draco stond op en liep naar de deur. "Onthoud dat ik er voor je ben. Ik geloof niet dat jij iets met Stella's verdwijning te maken hebt," zei Draco. Sproet glimlachte naar hem, wat zelden gebeurde. "Je bent een goede vriend," zei ze. Draco liep weg en een van de gordijnen ging open. "Oef. #"Friendzone," mompelde Ginny. "Huh?" vroeg Sproet. "Je zet hem net keihard in de Friendzone," zei Ginny. "Hij is toch ook een vriend?" vroeg Sproet. "Heb je het dan nog niet door? Zijn je hersens klaar met werken, Sproet? Zelfs een blinde ziet dat Malfidus verliefd op je is," zei Ginny. Sproet werd rood tot haar oren. "Ik zeg niks," zei Ginny. "Bedankt," zei Sproet. Ze streek haar haar naar achter en haalde diep adem voordat ze de deur open deed. George keek haar woedend aan. "Wat deed Draco daar?" vroeg hij. "Ik heb hem al weggestuurd," zei Sproet. "Probeer niet onder mijn vragen uit te komen," zei George. Sproet dook onder zijn arm door en liep weg. "Kom terug!" riep George. "George, waar is Fred?" vroeg Sproet. George boog zijn hoofd. "George! Waar is Fred!?" zei Sproet hysterisch. "Hij is bij Stella. Hij wil je niet meer zien, Sproet. Hij denkt dat het jou schuld is," zei George. "Jij toch niet?" vroeg Sproet bevend. "Ik weet het niet, maar ik denk bijna zeker te weten dat jij op een of andere manier hier mee bent verbonden," zei George. "Nou, wat ben ik blij dat je nog een soort van mijn vriend bent," zuchtte Sproet sarcastisch. "Ik moet naar bezweringen," zei Sproet voordat George nog iets kon zeggen. Op weg naar het klaslokaal wierp Sproet heel even een blik op de ziekenzaal waar ze Bob en Fred bij Stella's bed zag staan. Sproet voelde tranen in haar ogen prikken, maar knipperde ze woedend weg.

Hogfriends: De erfgenaam van zwadderichWhere stories live. Discover now