29

819 42 8
                                    

Hoofdstuk 29:

'Wij hebben de heer Draven moeten vrijlaten. Wij konden hem niet langer meer vasthouden,' deelde de rechercheur mee. 'Wij adviseren u om beveiliging in te schakelen. Het is niet meer veilig meneer Fischer. Dit zult u moeten begrijpen.'

'Ik zal er over nadenken,' zei hij aarzelend, waarna hij weer de hoorn op het gesprek gooide.

Hij ademde een keer diep uit en haalde zijn hand door zijn haren heen.

Toegegeven: hij was bang. Maar hij mocht zichzelf niet laten kennen.

-

Viktor liet zichzelf zakken in de zetel naast het bed van Tessa. Ze was weer stabiel, maar het was kantje boord geweest.

Hij had weer een poging gedaan. Hij was dichtbij haar geweest. En als hij erachter zou komen dat het nog niet afgelopen zou zijn werd de persoon vast en zeker gek.

Of het een man was, wist Viktor nog niet zeker. Maar de kans dat het een vrouw was schatte hij nihil in.

-

'Mama,' zuchtte Viktor opgelucht, toen het gestalte van zijn moeder met twee kartonnen bekertjes met koffie aankwam zetten. Ze reikte er één aan Viktor, die hem gretig aanpakte.

Hij snakte naar cafeïne.

Zijn ogen opende zich naar de dosis van suiker meteen, en Viktor wist zeker dat hij hiermee weer een aantal uur vooruit kon.

-

Het stormde buiten, en dat had Viktor nog niet meegemaakt op Curacao. Het zonnige Curacao.

Viktor had al op het nieuws gehoord over een tropische storm. Het zou een heftige worden, dus adviseerde ze om niet naar buiten te gaan. Viktor had besloten in het ziekenhuis te blijven.

'Kom op lieverd,' fluisterde hij tegen de hand van Tessa. Hij was slap en koud.

Zijn lippen drukte hij tegen de hand van Tessa aan.

'Stomme Curacao. Stomme vakantie. Stomme mensen,' Viktor kon zichzelf wel vervloeken dat hij Tessa had meegenomen naar Curacao. Alhoewel, het had net zo goed in Nederland kunnen gebeuren.

De telefoon van Viktor rinkelde op het kastje.

'Met Viktor,' nam hij op.

'Met Arjan,' zei hij koeltjes.

'Wat moet je?,' vroeg hij bot, met woede in zijn stem.

'Hoe is het met Tessa?'

'Gaat je geen flik-,' Viktor werd midden in zijn zin onderbroken door de stem van Arjan.

'Dat gaat me wel wat aan! Je hebt verdomme mijn vriendin al!'

'Ja, ze is van mij ja. Daarom gaat het jou niets aan,' snauwde hij. 'Flikker! Weet je wel hoe rot ze zich voelde naar het artikel dat je publiceerde? Nou gewoon echt kut!'

'Dat heb ik gedaan uit een opwelling,' gaf hij zuchtend toe.

'Dat kan mij werkelijk helemaal niets interesseren!,' fluisterde hij. 'Het is dat ik hier moeilijk kan gaan lopen schreeuwen. Maar anders had ik jou de huid vol gescholden.'

'Viktor.'

'Niets Viktor. Opflikkeren. Ik wil niets meer van je horen of zien. En waag het niet om in de buurt te komen van Tessa!'

Viktor hing op en gooide met een smak zijn telefoon naar de andere kant van de kamer.

'Volhouden schatje. Niet stoppen voordat ik jou weer in mijn armen kan sluiten.'

-

Ik bekeek haar. Observeerde haar.

Haar blonde haren.

De piercing die haar oor sierde.

De drie oorbellen in haar linkeroor, precies naast elkaar.

Het waren de kleine details die mij opvielen, mij meer vragen bezorgde. Meer woede liet doen opborrelen. Haatgevoelens liet creëeren.

Zij was hier, en niet op de plek waar ze hoorde.

Ik weet niet hoelang ik al met deze gevoelens rondliep. Maar ze zaten er. Diep gekerfd in mijn hart.

Ik hoefde maar één ding te doen. En het zou afgelopen zijn. Maar het mislukte.

Ik schoot op de verkeerde plek.

Prutste tijdens mijn tweede poging met de naald. Ik moest weg zijn voor de verplegers er waren.

Moest er voor zorgen dat Viktor niet op tijd kwam.

Maar het mislukte.

Ik kon mijzelf wel voor mijn hoofd slaan.

Mijn vuist balde ik, en sloeg ermee tegen de muur.

Ik moest een nieuwe aanval plannen.

Ongekend. Tot op het bot moesten ze de angst voelen.

Deze keer zou het beter gaan.

Nog een paar uur. Dan was het over.

AchteromUnde poveștirile trăiesc. Descoperă acum