Hoofdstuk 2

123 10 2
                                    

Als ik eindelijk bij school kom, is de bel allang gegaan.
Als ik binnen kom ga ik eerst naar de WC om me schoon te maken.
Daarna ga ik naar de conciërge om een briefje te halen.
Waarom ben je zo laat? vraagt de conciërge vriendelijk.
Ik heb me verslapen, lieg ik en ik loop naar boven.
Ik ben echt niet van plan om het iemand te vertellen, ik weet nog goed wat Sacha de vorige keer zij: als jij ons verraad, ga je een tijdje in de vuilnisbak wonen!
De tranen zwellen op bij die gedachte.
Ik word al helemaal depressief als ik bedenk dat we vandaag mentor-dag hebben.
en nee, mevrouw Bakker is niet aardig.
Als ik binnenkom hoor ik direct haar schelle stem die zegt: mevrouw Lepelaar, waarom bent u zo laat? ik had me verslapen, zeg ik zacht.
Kijk, dat is een van de redenen dat ze mij pesten: mijn achternaam.
Dan zeggen ze bijvoorbeeld: hé lepelaar! Nog een lepel nodig, of zal ik je zelf voeren?
Een domme grap, maar toch raakt het me.
Beschaamd loop ik naar voren en geef haar het briefje.
Dan ga ik zitten op de enige plek die nog over is: alleen dus.
Als de lessen voorbij zijn loop ik naar buiten om mijn fiets te pakken.
Dat word lopen, zucht ik.
Als ik op het punt sta om weg te gaan, komen Sacha, Timon en Thomas naar mij toe.
Morgen willen we 50 euro en zo niet, dan mag je alvast een proef lesje in de vuilnisbak draaien!
zegt Sacha.
En met zijn drieën fietsen ze weg.
Veel plezier met lopen! hoor ik Thomas nog net roepen.
Hoe kom ik ooit aan 50 euro? Denk ik.
En met die pieker gedachte begin ik te lopen.

Heyy wat vonden jullie van dit hoofdstuk? laat het achter on de reacties!
en hebben jullie nog spelfouten gezien? meld het dan ook please in de reacties.
ik post trouwens best korte hoofdstukken, maar ik post ook vaak;)

Xoxo mij

VerziektWhere stories live. Discover now